29 892
Wandelbeleid

29 893
Veiligheid van het railvervoer

nr. 18
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 22 mei 2007

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1 en de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit2 hebben op 25 april 2007 overleg gevoerd met minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over:

– overwegen en wandelwegen;

– de brief van de minister van Verkeer en Waterstaat d.d. 9 oktober 2006 inzake evaluatie extra wandelmogelijkheden (29 892, nr. 15);

– de brief van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit d.d. 18 oktober 2006 inzake vergroten herkenbaarheid van onder de Natuurschoonwet gerangschikte landgoederen (29 892, nr. 16);

– de brief van de minister van Verkeer en Waterstaat d.d. 23 oktober 2006 inzake financieringssystematiek Tweede Programma Verbeteren Veiligheid Overwegen (PVVO II) (29 893, nr. 39);

– de brief van de minister van Verkeer en Waterstaat d.d. 23 oktober 2006 inzake overwegen (29 893, nr. 38);

– de brief van de minister van Verkeer en Waterstaat d.d. 9 februari 2007, houdende het CAW-advies «Oude waarden, nieuwe wegen» (29 892, nr. 17);

– de brief van de minister van Verkeer en Waterstaat d.d. 9 februari 2007, houdende een meerjarenoverzicht van werken aan overwegen en een rapportage over geheel 2006 (29 893, nr. 44).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Duyvendak (GroenLinks) vraagt aandacht voor het probleem dat ProRail veel spoorwegovergangen sluit met het gevolg dat wandelaars hun route niet kunnen vervolgen of moeten omlopen. Is de minister van VW bereid om de lijst met spoorwegovergangen te herzien die in de periode van 2007 tot 2010 worden aangepakt en wil hij de Kamer inzicht geven in de redenen van sluiting van enkele overgangen op die lijst? Wil hij actie ondernemen om te voorkomen dat veel spoorwegovergangen op de Valleilijn in Gelderland worden gesloten? Waarom komt de Meierij, ofwel de driehoek Tilburg, Boxtel, Vught, niet op de genoemde lijst voor?

Het is belangrijk om de financieringssystematiek te veranderen in de zin dat het subsidiebedrag niet alleen wordt uitgekeerd in geval van volledige sluiting van de spoorwegovergang maar ook bij sluiting voor gemotoriseerd verkeer.

Wordt al gewerkt aan het wegnemen van de knelpunten op en bij het Pieterpad?

Is de minister van LNV bereid om de resultaten van het evaluatieonderzoek van oeverpaden die in het bezit zijn van waterschappen aan de Kamer te sturen? Biedt de Pachtwet mogelijkheden om de wandelpaden open te stellen en daarvoor bijvoorbeeld vergoedingen te geven?

Hoe staat het met de realisatie van 1000 kilometer aan wandelpaden over het boerenland?

Hoe staat het met de modernisering van de Wegenwet en hoe zal ten aanzien van de registratie van alle openbare wegen en wandelpaden in Nederland, ofwel de wegenlegger, aan handhaving worden gedaan? Is de minister van VW bereid om de gemeenten op te dragen borden te plaatsen bij alle openbare wandelpaden?

De heer De Rouwe (CDA) dankt het kabinet voor het openbaar register voor landgoederen.

Het is goed om samen te werken met de agrarische sector met de intentie meer wandelpaden te realiseren.

Wat is het aandeel van de minister van LNV in het onderhouden of verbeteren van oeverpaden voor wandelrecreatie? Komt zij zelf met initiatieven?

Is zij bereid om een boekje te laten maken met de goede resultaten van gemeenten en provincies op het terrein van het aanleggen en onderhouden van wandelpaden en dat ter stimulans aan lokale overheden te sturen?

Zijn de in het plan voor de tweede helft van 2006 genoemde 45 overwegen op het punt van de veiligheid aangepast? Hoe staat de minister van VW tegenover de regeling van de spoorse doorsnijdingen?

Mevrouw Jacobi (PvdA) wijst erop dat het van belang is om na te gaan of een recreatief belang aan de orde is alvorens spoorwegovergangen te sluiten. Ook zij is geen voorstander van de huidige financieringssystematiek die inhoudt dat spoorwegovergangen gesloten moeten worden om een vergoeding te krijgen voor bijvoorbeeld het realiseren van een tunnel. Is aanpassing van die systematiek mogelijk om selectieve sluiting van spoorwegovergangen te voorkomen?

Het is belangrijk om aandacht te hebben voor de «ommetjes» voor het langeafstandwandelen. Het is misschien een idee om jaarlijks prijzen uit te reiken voor de beste initiatieven op het terrein van wandelen.

Zij pleit ervoor om de historische voetpaden een beschermde status te geven door die bijvoorbeeld in gemeentelijke bestemmingsplannen op te nemen.

Het zou goed zijn om meer publiciteit te geven aan de lijst met landgoederen.

Is het mogelijk om agrariërs die het openstellen van oeverpaden verhinderen te wijzen op de regeling voor het wandelen over boerenland?

De heer De Krom (VVD) is tevreden over het beleid ten behoeve van de wandelpaden en de spoorwegovergangen van het vorige kabinet en vraagt of er belangrijke beleidswijzigingen te verwachten zijn.

Ook hij pleit ervoor om zo veel mogelijk spoorwegovergangen open te houden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD) zegt dat stadsuitbreidingen, ruilverkavelingen, spoorwegovergangen, kruisingen met wegen, hekken en verbodsborden de creatieve wandelaar belemmeren. Is de minister van LNV bereid om na te gaan wat de functie is van hekken in wandelgebieden en of die verwijderd kunnen worden?

Kan de minister aangeven om de hoeveel jaar een bos- of landgoedeigenaar controle mag verwachten op de openstellingsverplichting, hoe vaak in de afgelopen drie jaar verbaliserend is opgetreden bij geconstateerde overtreding en hoe vaak volstaan is met een waarschuwing?

Hoe lang duurt het voordat er na een dergelijke waarschuwing een nieuwe controle komt? Is de minister bereid om die controle op te voeren? Hoe beoordeelt zij de wildgroei van zogenoemde «rustgebieden voor het wild» die in de praktijk veelal laatste rustplaatsen voor het wild blijken te zijn?

Als in die gebieden alle ruimte geboden wordt aan jagers die zich kunnen onttrekken aan elke vorm van sociale controle omdat wandelaars er niet welkom zijn, zou het nuttig kunnen zijn om het aantal rustgebieden in te perken en de jacht daarin verboden te verklaren. Wat is de reactie van de minister daarop?

Is de minister van LNV bereid om te inventariseren op welke wijze zonering van natuur- en wandelgebieden verbeterd kan worden?

Wat wil zij doen om boeren nog meer te stimuleren tot het openstellen van hun terreinen voor wandelaars? Heeft zij al inzicht in de barrières die agrariërs tegenkomen en in de wijze waarop die zijn weg te nemen?

Na de evaluatie in 2008 wordt pas duidelijk hoe de afroming van directe inkomenssteun kan worden gebruikt voor groene diensten. Het is een kans om boeren met behulp van modulatie te stimuleren tot openstelling van hun landgoed voor wandelaars. Is het mogelijk om het bedrag van € 0,45 te verhogen?

Op welke wijze worden wandel- en andere belangenorganisaties betrokken bij de totstandkoming van de nieuwe wegenwet?

Waterschappen krijgen vaak te maken met juridische en/of financiële beperkingen als zij oeverpaden willen openstellen. Wat wenst de minister van LNV daaraan te doen en welke mogelijkheden zijn er om openstelling van grond van pachters te bevorderen?

De heer Polderman (SP) heeft begrepen dat de minister van LNV als voorwaarde stelt dat de provincies de helft betalen van het bedrag dat nodig is voor het realiseren van 1000 kilometer aan wandelpaden over boerenland. Hij concludeert dat interprovinciaal wandelen een stap te ver gaat. De financiering van die 1000 kilometer is opgenomen in het programma ILG. Daarmee is de landelijke overheid de regie kwijt. Als de provincies andere prioriteiten stellen, wat komt er dan van de realisatie van 1000 kilometer aan wandelpaden terecht? Indien die doelstelling wel wordt gerealiseerd, is het dan mogelijk om het aantal kilometers op termijn te vermeerderen?

De berichten over het openstellen van oeverpaden voor recreatief gebruik zijn tegenstrijdig. Zijn er cijfers over de oeverpaden die niet toegankelijk zijn? Is er een lijst van oeverpaden die verpacht zijn?

De heer Madlener (PVV) vindt het ook onacceptabel dat er zoveel spoorwegovergangen worden gesloten en vraagt naar het bedrag dat ProRail voor zijn rekening zal nemen.

Het wandelbeleid klinkt goed maar in de praktijk zijn er veel barrières, zoals prikkeldraad, hekken, borden met de tekst «verboden toegang» enzovoorts. De natuur is er voor de mens. Het is dan ook belangrijk om zo veel mogelijk wandelpaden open te stellen.

De heer Cramer (ChristenUnie) vindt het vreemd dat het ministerie van LNV geen meldingen heeft ontvangen van barrières in de hoofdinfrastructuur, behalve bij en op het Pieterpad. Hij krijgt namelijk berichten waaruit blijkt dat de praktijk anders is.

ProRail legt eenzijdig saneringsvoorstellen op aan wegbeheerders. Het bedrijf dwingt gemeenten waarschijnlijk te vaak om spoorwegoverwegen te sluiten door te dreigen met het mislopen van subsidie indien niet tot sluiting wordt overgegaan. Hij pleit voor een procedure die vergelijkbaar is met de spoorse doorsnijdingen en die met zich brengt dat het initiatief meer van de wegbeheerders komt. Wat houdt de integrale risicoanalyse in op grond waarvan de compensatievergoeding voor overwegprojecten is bepaald? Er moeten eenduidige criteria komen voor het recreatieve belang van een overweg.

Wandelaars weten niet altijd of landgoederen vrij toegankelijk zijn. Is de minister van LNV bereid om de gegevens in de database in overleg met het Wandelplatform per landgoed verder aan te vullen?

Kan de minister van VW garanderen dat wegbeheerders in voldoende mate advies vragen aan de wandelorganisaties over het onttrekken van een bepaalde weg aan de openbaarheid?

Antwoord van de bewindslieden

De minister van Verkeer en Waterstaat antwoordt dat het PVVO ertoe heeft bijgedragen dat het aantal ongevallen op spoorwegovergangen drastisch is verminderd. Veiligheid moet echter niet als drogreden worden gebruikt om talloze spoorwegovergangen te sluiten. Uitgangspunt van beleid is dat spoorwegovergangen open blijven, mits de veiligheid dat toelaat. Het leveren van maatwerk staat dus voorop. De wegbeheerder en ProRail maken samen een belangenafweging. Het behartigen van de belangen van maatschappelijke organisaties, omwonenden en recreanten is nadrukkelijk de verantwoordelijkheid van de wegbeheerder. Bij de aanpak van overwegen speelt de integrale risicoanalyse van de betreffende gemeente een belangrijke rol. De spoorwegovergangen op de lijst worden pas gesloten als er een integrale risicoanalyse is gemaakt en er geen alternatief is. Hij zal laten controleren of deze werkwijze daadwerkelijk wordt gevolgd. De Inspectie Verkeer en Waterstaat krijgt van hem opdracht om ten aanzien van de risicoanalyses van de gemeenten een dubbelcheck te doen. De resultaten daarvan worden opgenomen in de Trendanalyse. Pas na de dubbelcheck volgt het besluit van de wegbeheerder. Als er klachten zijn over de opstelling van ProRail die bij de minister bekend zijn, zal hij nadere informatie inwinnen en nagaan of actie nodig is. Vooralsnog gaat hij ervan uit dat ProRail zich aan het beleid houdt dat spoorwegovergangen alleen worden gesloten als de veiligheid in gevaar is. ProRail neemt alle kosten voor zijn rekening die in de overzichten staan. Tussen 2005 en 2010 besteedt ProRail bijna 500 mln. aan de maatregelen voor de overwegen. ProRail zal starten met een communicatietraject voor wegbeheerders en belangengroeperingen zullen een centraal informatiepunt inrichten. Tot 2010 geldt het huidige veiligheidsbeleid. Daarna zal het PVVO II niet worden voortgezet en moet er dus voor een andere opzet worden gekozen.

Er is een regeling financiële bijdragen waarin maximumbijdragen staan. Die geldt in geval voor volledige sluiting van spoorwegovergangen. De hoogte van die bijdragen is afhankelijk van het antwoord op een aantal limitatief vastgestelde vragen. Het zou niet verstandig zijn om gedurende het traject de financieringssystematiek aan te passen. Hij heeft van wandelorganisaties en andere groeperingen niet vernomen dat de financieringssystematiek een probleem is. Het is mogelijk om binnen de randvoorwaarden van de financieringssystematiek na een integrale analyse met andere oplossingen te komen, bijvoorbeeld het alleen sluiten van de overweg voor gemotoriseerd verkeer.

In overleg met belangenorganisaties, zoals het Wandelplatform LAW, maken provincies plannen voor de uitvoering van landelijke netwerken. Het signaleren van knelpunten op de hoofdinfrastructuur van VW en het melden daarvan bij het ministerie, zijn ook taken van de provincie.

Rijkswaterstaat komt in overleg met het Wandelplatform en de betreffende overheden met een beschrijving van de aanpak van de knelpunten op en bij het Pieterpad, de kosten en de planning. Na goedkeuring krijgt Rijkswaterstaat opdracht om aan de slag te gaan.

De minister zal onder andere financieel bijdragen aan lokale en regionale initiatieven voor onderhoud en verbetering van de oeverpaden. Provincies hebben de regie. Het Wandelplatform, het Fietsplatform en de twaalf provincies hebben een meerjarenprogramma opgesteld voor de periode 2007–2013. Op basis daarvan kan snel worden vastgesteld waar maatregelen voor het landelijk routenetwerk nodig zijn. Tijdens gesprekken met de provincies zal de minister aandringen op spoed. Oeverpaden zijn opengesteld, tenzij de veiligheid in het geding is. Hij zal de provincies ook zeggen dat hij openstaat voor lokale initiatieven en hen wijzen op de vergoedingspercentages die voor agrariërs een positieve impuls kunnen zijn.

De Commissie van Advies inzake de Waterstaatswetgeving adviseert om de Wegenwet aan te passen en doet een aantal aanbevelingen ter bescherming van de openbare wandelpaden. De minister zal op basis van het advies van de commissie in overleg treden met de decentrale overheden over het beleid en het conceptwetsvoorstel ter vervanging van de huidige Wegenwet.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit antwoordt dat vanaf 1 januari 2007 in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied de verantwoordelijkheid en het budget voor het landelijk routenetwerk wandelen het project Wandelen over boerenland formeel zijn overgedragen aan de provincies. De te realiseren taakstellingen zijn opgenomen in de op 18 december 2006 door het Rijk met alle provincies getekende bestuursovereenkomst. Er is geen reden om aan de inzet van de provincies te twijfelen. Om in 2006 nog te kunnen beginnen heeft het Wandelplatform voor het realiseren van 1000 kilometer aan wandelpaden een extra bedrag van € 300 000 ontvangen. Er zijn inmiddels initiatieven genomen in de Achterhoek, de Biesbosch en het Groene Hart. Zij zal de provincies vragen om de Tweede Kamer een uitnodiging te sturen zodra er nieuwe initiatieven zijn. De rest van de 1000 km boerenlandpaden zal onder de regie van de provincies tot stand komen.

De afspraak is dat de waterschappen hun oeverpaden zo veel mogelijk voor recreatief gebruik openstellen. Het evaluatierapport zal in 2007 beschikbaar zijn. Daarin zal ook aandacht worden besteed aan de mogelijkheden op dat terrein van de nieuwe Pachtwet die per 1 september 2007 in werking treedt.

Op de website van het ministerie van LNV is een link te vinden naar de website over de openstelling van de landgoederen die onder de Natuurschoonwet zijn gerangschikt. Om een landgoed in te richten en te beheren moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Als knelpunten bij de minister bekend zijn, zal zij haar best doen om die weg te nemen.

Het is belangrijk om historische wandelpaden goed te beschermen en toegankelijk te maken.

Zij is geen voorstander van het uitgeven van een boekje over de goede praktijken op het terrein van het aanleggen en onderhouden van wandelwegen, omdat zij dan het risico loopt het vertrouwen van de provincies en de gemeenten te verliezen. Het uitwisselen van kennis en ervaring is uiteraard belangrijk. Mocht het nodig zijn om dat te stimuleren, dan zal zij dat doen.

Alle publiek gefinancierde natuurgebieden zijn in beginsel opengesteld en met veel particuliere beheerders van gebieden en landgoederen zijn goede afspraken gemaakt over de openstelling. Zij heeft geen aanwijzingen dat natuurgebieden en landgoederen met hekken worden afgeschermd om wandelaars te weren. Het lijkt haar momenteel dan ook niet zinvol om een inventarisatie te doen, na te gaan of de controle moet worden aangescherpt of uitgebreid en evenmin om actie te ondernemen. Mocht zij met klachten worden geconfronteerd, dan is zij echter wel bereid om te handelen.

De vergoedingsregeling voor agrariërs voor het creëren van wandelpaden over hun terreinen is aangepast. De agrariërs ontvangen meer dan vroeger, te weten: € 0,45 per strekkende meter per jaar, en waarderen dat.

Toezegging

De minister van VW zal de Inspectie Verkeer en Waterstaat opdracht geven om een dubblecheck te doen op de risicoanalyse van overwegen door de gemeenten. De Kamer zal daarover begin 2008 worden geïnformeerd met de Trendanalyse.

De voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Kortenhorst

De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Schreijer-Pierik

De griffier van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Roovers


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Staaij (SGP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Mastwijk (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Roland Kortenhorst (CDA), voorzitter, Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Van der Ham (D66), Nicolaï (VVD), Haverkamp (CDA), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), ondervoorzitter, Roefs (PvdA), Jansen (SP), Cramer (ChristenUnie), Roemer (SP), Koppejan (CDA), Vermeij (PvdA), Madlener (PVV), Besselink (PvdA), Ouwehand (PvdD), Polderman (SP), Tang (PvdA) en De Rouwe (CDA).

Plv. leden: Van der Vlies (SGP), Boekestijn (VVD), Bilder (CDA), Van Gent (GroenLinks), Hessels (CDA), Jager (CDA), Van Bommel (SP), Koşer Kaya (D66), Neppérus (VVD), Van Gennip (CDA), Aptroot (VVD), Crone (PvdA), Van Baalen (VVD), Smeets (PvdA), Van Gijlswijk (SP), Anker (ChristenUnie), Van Leeuwen (SP), Knops (CDA), Depla (PvdA), Agema (PVV), Jacobi (PvdA), Thieme (PvdD), Lempens (SP), Waalkens (PvdA) en Van Heugten (CDA).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), voorzitter, Atsma (CDA), Van Gent (GroenLinks), Poppe (SP), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Jager (CDA), Ormel (CDA), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Neppérus (VVD), Jansen (SP), Jacobi (PvdA), Cramer (ChristenUnie), Koppejan (CDA), Graus (PVV), Vermeij (PvdA), Zijlstra (VVD), Thieme (PvdD) en Polderman (SP).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Luijben (SP), Tang (PvdA), Boekestijn (VVD), Bilder (CDA), Biskop (CDA), Koşer Kaya (D66), Van Leeuwen (SP), Dezentjé Hamming (VVD), Eijsink (PvdA), Depla (PvdA), Van Baalen (VVD), Kant (SP), Blom (PvdA), Ortega-Martijn (ChristenUnie), Van Heugten (CDA), Agema (PVV), Kuiken (PvdA), Ten Broeke (VVD), Ouwehand (PvdD) en Lempens (SP).

Naar boven