29 876
Evaluatie AIVD

nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 januari 2005

Op 16 november jl. heb ik het eindrapport van de Commissie bestuurlijke evaluatie AIVD (hierna: commissie) ontvangen en terstond aan uw Kamer gezonden (kamerstuk 29 876, nr. 1). Bij dezen stel ik de Tweede Kamer in kennis van de reactie van het kabinet op dit rapport.

Vanuit mijn verantwoordelijkheid voor een adequaat functionerende en eigentijdse AIVD streef ik er naar het functioneren van de AIVD te versterken. Om die reden heb ik de commissie ingesteld met als doel een integraal overzicht te verkrijgen van de sterke en minder sterke kanten van de AIVD en aanbevelingen te ontvangen voor de verdere ontwikkeling van de dienst. Ik ben de commissie zeer erkentelijk voor het evaluerend onderzoek. Het eindrapport verschaft het gewenste integrale overzicht en bevat vele aanbevelingen die een waardevolle bijdrage zullen leveren aan de verdere ontwikkeling van de AIVD. Op basis van die aanbevelingen zal ik maatregelen nemen om de dienst stevig te positioneren, beter aan te sturen en flink uit te breiden. Tegelijkertijd zal de dienst opener moeten communiceren, intensiever moeten samenwerken en kwalitatief moeten groeien.

De commissie doet een vijftigtal aanbevelingen. In deze brief reageert het kabinet op de belangrijkste aanbevelingen. In de bijlage bij deze brief zijn alle aanbevelingen opgenomen en van een standpunt voorzien. Tevens is aangegeven welke acties het kabinet onderneemt. Het kabinet zal de acties voortvarend ter hand nemen.

De commissie heeft een aantal samenhangende uitgangspunten geformuleerd waaraan een inlichtingen- en veiligheidsdienst zou moeten voldoen. Daarnaast heeft de commissie een aantal specifieke centrale aanbevelingen gedaan om de AIVD verder te ontwikkelen en daarbij beter aan de geformuleerde uitgangspunten te laten voldoen.

Het kabinet neemt genoemde uitgangspunten over en zal deze als leidraad gebruiken bij de toekomstige (in-)richting van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten in Nederland en voegt daar, mede naar aanleiding van recente evaluaties van het functioneren van inlichtingen- en veiligheidsdiensten in landen als de Verenigde Staten van Amerika en het Verenigd Koninkrijk, nog het criterium objectiviteit aan toe. Essentieel, zo blijkt ook uit voornoemde evaluaties, is dat een inlichtingen- en veiligheidsdienst bij het verzamelen en vervolgens analyseren en exploiteren van informatie in alle objectiviteit werkt en kan werken.

De belangrijkste aanbevelingen die het kabinet overneemt zijn de volgende:

1. De AIVD dient het huidige wettelijk takenpakket te blijven verrichten.

2. De AIVD behoeft geen nieuwe bevoegdheden anders dan die voortvloeien uit reeds aangekondigde wetswijzigingen, waaronder een nadere regeling van verstoringsbevoegdheid.

3. De AIVD moet kwalitatief verbeteren, intensiever samenwerken, de informatiehuishouding aanzienlijk vernieuwen en kwantitatief groeien.

4. De AIVD dient de algemene communicatie richting burgers en het tijdig en adequaat informeren van verschillende onderdelen van de overheid opdat deze op basis hiervan in staat zijn maatregelen te nemen, te versterken.

5. De bestuurlijke drukte rond de AIVD noodzaakt tot een meer eenduidige aansturing van de AIVD door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

6. De controle op de AIVD zou moeten worden verdiept.

Hieronder zal op de belangrijkste clusters van aanbevelingen worden ingegaan.

Taken en bevoegdheden

Taken

Het kabinet neemt de aanbeveling van de commissie, om alle taken van de AIVD te handhaven die de dienst thans op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (Wiv 2002) en de Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo) verricht, over. Uiteraard moeten in de uitvoering van de taken voortdurend keuzes worden gemaakt. Daarover doet de commissie aanbevelingen die het kabinet volgt.

Onderdelen van taken van de AIVD (veiligheidsonderzoeken) worden inmiddels door andere organisaties onder verantwoordelijkheid van de dienst uitgevoerd. De commissie beveelt aan deze weg verder te benutten. Nu reeds wordt het grootste deel van de (lichtere) veiligheidsonderzoeken door andere organisaties dan de AIVD uitgevoerd. Jaarlijks zal worden afgewogen waar in de Wvo-uitvoering tot verdere uitbesteding kan worden overgegaan. Daarbij wordt, mede met het oog op de groeiende vraag op dit gebied, met name gelet op mogelijke efficiency-voordelen en praktische uitvoerbaarheid.

Het kabinet kan zich voorts vinden in de aanbeveling om bepaalde categorieën benoemde bestuurders voorafgaand aan hun benoeming aan een veiligheidsonderzoek te onderwerpen. Ook in de principiële keuze om op gekozen bestuurders en volksvertegenwoordigers niet een vorm van «screening» toe te passen, neemt het kabinet over. Het kabinet zal de suggestie van de commissie om ten aanzien van beoogde ministers en staatssecretarissen onderzoek te doen in toegankelijke bestanden en gesprekken te voeren met betrokkenen, nader onderzoeken. Ten aanzien van de aanpak voor nieuwe leden van het Koninklijk Huis zijn door het kabinet eerder toezeggingen gedaan in het debat over het voorgenomen huwelijk van prins Johan Friso. Concrete uitwerkingsvoorstellen zullen in 2005 aan uw Kamer worden gezonden.

Bevoegdheden

De aanbeveling van de commissie dat de AIVD geen additionele bevoegdheden nodig heeft, neemt het kabinet over. Hierbij past de kanttekening dat in het kader van zowel terrorismebestrijding als het nieuwe stelsel bewaken en beveiligen voorgenomen en reeds in gang gezette wetswijzigingen doorgang dienen te vinden. Tevens zal het advies worden opgevolgd om de verstoringsbevoegdheid van de dienst nader te regelen.

Werkwijze

Het kabinet onderschrijft de constatering van de commissie dat er aan het functioneren van de AIVD in het dynamische krachtenveld van samenwerkingspartners, zogenoemde belangendragers en publieke opinie het nodige kan worden verbeterd. Daarbij gaat het in de ogen van het kabinet met name om verwachtingen en communicatie; en om samenwerking en exploitatie (de in aanmerking komende onderdelen van de overheid beter in staat stellen te handelen met gebruikmaking van AIVD-informatie). De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal ervoor zorgdragen dat het functioneren van de dienst op deze punten kwalitatief zal verbeteren.

Verwachtingen en communicatie

Over de taken en bevoegdheden, mogelijkheden en beperkingen van de AIVD bestaat nog altijd veel onduidelijkheid, waardoor de verwachtingen daaromtrent bij burgers, belangendragers en samenwerkingspartners niet altijd realistisch zijn. In het verleden is gekozen voor een laag profiel in de externe communicatie over het werk van de dienst, maar dat zal veranderen. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal, aan de hand van actuele gebeurtenissen, vaker een verduidelijking geven van de rol van de AIVD. De dienst zelf zal zijn communicatiebeleid eveneens aanpassen en meer duidelijkheid scheppen over het hoe en waarom van zijn optreden. Zo zal de dienst meer in de openbaarheid treden en zal via publicaties en via de AIVD-website beter in de bestaande informatiebehoefte worden voorzien. Bij dit alles moet wel bedacht worden dat de aard van het werk van de AIVD met zich brengt dat bepaalde zaken nimmer naar buiten kunnen worden gebracht, hetgeen altijd een zekere mate van terughoudendheid zal betekenen.

Ook de communicatie tussen de AIVD en partners in de veiligheidsketen en andere primaire afnemers van zijn producten zal sterk worden verbeterd. Binnen de AIVD zijn inmiddels beloftevolle projecten opgestart die, in samenhang met nieuw te ontwikkelen initiatieven, zullen leiden tot betere communicatie en reële verwachtingen tussen de dienst en zijn partners.

Samenwerking en exploitatie

De AIVD is onderdeel van een steeds groter wordend netwerk van nationale en internationale veiligheidsinstanties, waar politiële, justitiële, militaire en politiek-bestuurlijke partijen onderdeel van uitmaken. Dit vereist zowel nationaal en internationaal een hoge mate van samenwerking en informatie-uitwisseling (en daarmee aansluitende informatiehuishoudingen). Vanuit deze gedachte onderschrijft het kabinet de strekking van de aanbevelingen van de commissie met betrekking tot samenwerking en informatie-uitwisseling. Bij de uitwerking hiervan zullen ook de ontwikkelingen op EU-niveau worden meegenomen. In EU-verband is het afgelopen halfjaar door de AIVD hard gewerkt om de centrale inlichtingencapaciteit, het Situation Center (SitCen), binnen het EU-Raadssecretariaat te versterken. De AIVD neemt als inlichtingendienst deel aan SitCen. Begin volgend jaar zal SitCen verder uitgebreid zijn met 3 liaisons van inlichtingendiensten en met 6 liaisons van veiligheidsdiensten. Met deze laatste uitbreiding wordt tevens een verbinding gemaakt met de Counter Terrorist Group (CTG), het samenwerkingsverband op islamistisch terrorisme van de veiligheidsdiensten van de 25 EU-lidstaten. Tijdens het EU-voorzitterschap zijn tevens 15 evaluaties over de aanpak van contra-terrorisme in de oude EU-lidstaten behandeld. Het ging hier vooral ook om samenwerking van competente diensten in lidstaten en tussen lidstaten. Een samenvattend interimrapport met aanbevelingen is in de JBZ-Raad aangenomen en heeft al tot spontane verbeteringen van samenwerking geleid. De evaluaties in de nieuwe lidstaten lopen nog. Medio volgend jaar moet er een eindrapport over de 25 in de Raad liggen ter verdere verbetering van samenwerking en informatie-uitwisseling.

Informatie-uitwisseling door een inlichtingen- en veiligheidsdienst dient evenwel altijd te geschieden binnen de wettelijke kaders, operationele afspraken binnen de internationale inlichtingen- en veiligheidswereld moeten worden gerespecteerd en zaken als bronbescherming en het niet prijs geven van modus operandi en actueel kennisniveau zullen immer gewaarborgd moeten worden. Deze overwegingen hoeven een effectieve uitwisseling van relevante informatie niet in de weg te staan, zo blijkt ook uit medio 2004 in gang gezette initiatieven als de Contraterrorisme-Infobox (CT-Infobox). Sinds 1 januari 2005 neemt ook de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst deel aan dit samenwerkingsverband. Zoals ook in het Algemeen Overleg met uw Kamer op 8 december jl. aan de orde is geweest, is het Kabinet voornemens de CT-Infobox in de Wiv 2002 op te nemen.

Samenwerking met politieveld

De commissie maakt zich zorgen over de samenwerking van de AIVD met andere partijen in de veiligheidsketen, in het bijzonder met de politie, en adviseert die sterk te verbeteren. De commissie constateert dat er op dit vlak reeds initiatieven als de eerdergenoemde CT-Infobox zijn genomen en adviseert die met kracht voort te zetten en uit te bouwen. Het kabinet hecht eraan te benadrukken dat ook buiten de hierboven genoemde initiatieven om reeds hard gewerkt wordt aan het verbeteren van de samenwerking met andere partijen in de veiligheidsketen (en in de vreemdelingenketen). De samenwerking met de politie en de Koninklijke marechaussee groeit en varieert van het houden van lezingen door de AIVD voor wijkagenten tot het informeren van Korpschefs. In de ontwerp Wet politiegegevens, die thans ter advisering aan de Raad van State is voorgelegd, is voorzien in een geclausuleerde rechtstreekse toegang van de AIVD tot bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen politiegegevens. Daarnaast is geautomatiseerde gegevensuitwisseling een van de belangrijkste verbeteringen voor de nabije toekomst.

Tot slot is de afgelopen jaren het project «Keten en Kwaliteit AIVD – politie – RID» in gang gezet om de kwaliteit en de effectiviteit van de regionale inlichtingen- en veiligheidsdiensten te verbeteren. Dit project zal eind 2005 zijn afgerond. Kenmerkend voor dit project is dat de uitkomsten van deeltrajecten direct geïmplementeerd worden. De aanbevelingen met betrekking tot de informatie-uitwisseling tussen AIVD en politie zullen in samenhang met de lopende verbeterpunten worden ingebed in dit project. Hierbij zal de relatie met de andere door de commissie genoemde inlichtingenfuncties binnen de regiokorpsen dan de RID nadrukkelijk worden gelegd. Voor een fundamentele herbezinning op organisatie en functioneren van de Regionale inlichtingendiensten in die zin dat een fusie van taken tussen de RID-en en de criminele inlichtingeneenheden gaat plaatsvinden, ziet het kabinet geen aanleiding, gezien de perspectieven op kwaliteitsverbetering.

Samenwerking met het Openbaar Ministerie

In de samenwerking met het OM is niet alleen informatieverstrekking van de AIVD naar het OM van groot belang, maar zeker ook in omgekeerde richting. Het kabinet gaat de informatie-uitwisseling tussen beide diensten verbeteren. In dit verband blijft het overigens van belang nog eens te benadrukken dat de opsporings- en vervolgingsfunctie en de inlichtingen- en veiligheidsfunctie verschillende doelstellingen hebben en met verschillende bevoegdheden zijn belegd. Het inlichtingen- en veiligheidswerk is geen voorfase voor het justitiële traject van opsporing en vervolging. De gegevensuitwisseling en de samenwerking tussen de betrokken diensten moeten in dit perspectief worden bezien.

Samenwerking met de MIVD

De ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie hebben een verbetering van de onderlinge samenwerking afgesproken, vanzelfsprekend met respectering van de verschillende werkterreinen van deze diensten. Ter zake zijn bij de uitvoering van de aanwijzing van onderwerpen betreffende andere landen – die voor beide diensten geldt – reeds grote vorderingen gemaakt. Ook op andere gebieden zijn er voor beide diensten mogelijkheden voor meer afstemming en complementariteit in de uitvoering van hun taken. In opdracht van de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie hebben beide diensten deze mogelijkheden gezamenlijk geïnventariseerd. Deze liggen bijvoorbeeld op de volgende terreinen: de uitwisseling van personeel, de uitwisseling van gegevens, samenwerking op het gebied van veiligheidsonderzoeken, het gezamenlijk verzorgen van opleidingen, de afstemming bij de inschakeling van niet-openbare bronnen, het wederzijds leveren van technische bijstand en de vormgeving en de werkwijze van de NSO. Begin 2005 wordt een nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen beide diensten afgesloten.

Samenwerking met het lokaal bestuur

Ten slotte zal bijzondere aandacht worden gegeven aan de wijze van overdracht van AIVD-kennis aan het lokaal bestuur, al dan niet door tussenkomst van de Regionale Inlichtingendiensten. In dit licht is relevant dat onlangs een aanwijzingsregeling op grond van artikel 39 Wiv 2002 in werking is getreden, waarin de burgemeesters voor hun openbare orde taak zijn aangewezen om informatie te ontvangen van de AIVD indien er sprake is van een dringende en gewichtige reden, voor zover deze gegevens van belang zijn voor de behartiging van de aan hen opgedragen taak. Het kabinet is van mening dat bij de aanpak van radicalisering ook gekeken moet worden naar het beter benutten van bestaande bestuurlijke en bestuursrechtelijke mogelijkheden, ook van het decentrale bestuur. Ook in dat verband is informatieverstrekking door de AIVD van belang. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal op korte termijn hierover verder in gesprek gaan met vertegenwoordigers van het lokaal bestuur. De AIVD zal de uitkomsten van dit overleg gebruiken bij het ontwikkelen van specifiek op het lokaal bestuur toegesneden informatieproducten en het beter benutten van de mogelijkheden die de artikelen 36 tot en met 40 Wiv 2002 hiervoor bieden. Voorts zal de AIVD met ingang van 2005 deelnemen aan het Strategisch Beraad Veiligheid, waarin de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (voorzitter) en de minister van Justitie (lid) met (vertegenwoordigers van) het lokaal bestuur overleg voeren over veiligheidsaangelegenheden.

Exploitatie als kernfunctie

De commissie stelt terecht dat exploitatie – het gericht delen van kennis en informatie zodat ketenpartners en belangendragers op hun eigen terrein geschikte maatregelen kunnen nemen – een kernfunctie vormt van de AIVD. Het kabinet neemt de aanbeveling, dat de AIVD zich meer dan nu steeds dient te bezinnen op de mogelijkheid en de geschikte momenten om zijn kennis en informatie te exploiteren, over. Aangetekend zij dat het daarbij zal moeten gaan om bewerkte informatie waaruit de bron of de wijze waarop de informatie is verkregen niet kan worden afgeleid. Teneinde de gewenste verbetering te bereiken zal de exploitatiefunctie van de AIVD op korte termijn zodanig worden gereorganiseerd dat deze een centrale plaats inneemt in de werkprocessen en informatiehuishouding van de dienst. Ook het opleidingsprogramma voor nieuwe en zittende medewerkers zal hierop worden afgestemd.

Interne organisatie

De AIVD in verandering: kwaliteitsverbetering en groei

Het kabinet onderschrijft de mening van de commissie dat haar aanbevelingen op deelonderwerpen in onderlinge samenhang moeten worden beschouwd. Het is evident dat de aanbevelingen ten aanzien van bijvoorbeeld externe communicatie niet los kunnen worden gezien van die op het gebied van verwachtingsmanagement, exploitatie, interne cohesie en samenwerking met ketenpartners. Effectieve opvolging van de aanbevelingen op het gebied van de interne organisatie kan de cultuur, structuur en werkprocessen van de AIVD dan ook niet onberoerd laten. Daar komt bij dat de AIVD de komende jaren een forse groei zal doormaken. Deze dubbele uitdaging kan alleen op gestructureerde wijze worden aangegaan, waarbij de binnenkant van de dienst (organisatiecultuur en -structuur, kwalitatieve en kwantitatieve groei, informatiehuishouding) beter in balans zal worden gebracht met de buitenkant (relatie-management, communicatie en exploitatie). De AIVD zal een integrale visie op kwaliteit en groei ontwikkelen die alle relevante, reeds opgestarte projecten op het gebied van bijvoorbeeld de samenwerking tussen de AIVD en het politieveld en interne kwaliteitszorg verbindt en aanvult met nieuwe initiatieven om de gewenste verbeteringen te bereiken. Een aantal van die initiatieven is in deze brief reeds genoemd. De visie en het bijbehorende plan van aanpak zullen in het eerste kwartaal van 2005 gereed zijn. De eerste resultaten zullen worden opgenomen in het Jaarplan 2006.

Capaciteit

De commissie stelt vast dat de AIVD op meerdere punten met de beschikbare middelen niet te allen tijde adequaat kan voldoen aan de eisen die aan een moderne inlichtingen- en veiligheidsdienst gesteld worden. Zo moet naar het oordeel van de commissie worden gewaakt voor te eenzijdige focus op radicaal-islamitisch terrorisme. De commissie wijst terzake op onaanvaardbare risico's verbonden aan toenemend verlies van informatieposities op andere aandachtsgebieden dan eerdergenoemd fenomeen. Ook constateert de commissie een onbalans tussen de personele en de materiële capaciteit van de dienst.

Het kabinet is zich terdege bewust van de invloed van de thans benodigde inzet voor contraterrorisme op de andere taken die de dienst moet uitvoeren en onderschrijft de noodzaak het budget van de dienst te verruimen. Daarbij gaat het zowel om het uitvoeren van achterstallig onderhoud (herstel van posterioriteiten) als het vergroten van de totale operationele capaciteit. De indicaties die de commissie hiervoor aangeeft vormen een goed uitgangspunt voor aanpassing van het budgettaire meerjarenkader. Het kabinet is dan ook voornemens het AIVD-budget substantieel te verhogen. Een uitwerking hiervan is opgenomen aan het einde van deze brief. Inmiddels geven recente ontwikkelingen eens temeer aanleiding het huidige niveau van de inzet voor terrorisme en radicaliseringstendensen nader te bezien. In de brief aan uw Kamer d.d. 10 november jl. is uiteengezet dat de AIVD aanmerkelijk moet worden versterkt. De Tweede Kamer gaf hieraan brede steun.

Politiek-bestuurlijke omgeving

Aansturing en prioritering

De commissie meent dat sprake is van een te grote bestuurlijke drukte rond de AIVD. Die situatie is er mede debet aan dat onhelderheid is ontstaan over de (wijze van) prioritering van de taakuitvoering van de dienst. De commissie geeft in overweging een vaste procedure voor het vaststellen van de prioriteiten en posterioriteiten van alle taken te volgen. Het kabinet acht een dergelijke procedure inderdaad wenselijk. Deze zal in 2005 worden geïmplementeerd.

Met de commissie is het kabinet van mening dat één bewindspersoon, i.c. de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, verantwoordelijk moet zijn voor de aansturing van en de prioritering en posterioritering binnen alle taken van de AIVD. Dit houdt in dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de sturing en planning van de werkzaamheden zo moet verzorgen dat de belangen van veel onderdelen van het openbaar bestuur zo goed mogelijk worden gediend. Dit vereist enerzijds heldere prioriteitstelling in één bestuurlijke hand en anderzijds het afstemmen van deze prioriteiten met de onderscheiden ministers door de opstelling van een AIVD-jaarplan. Met betrekking tot het contraterrorismebeleid zal uiteraard nauw overleg met in het bijzonder de minister van Justitie plaatsvinden. De AIVD, die een goed inzicht heeft in bedreigingen van de democratische rechtsorde, de staatsveiligheid en andere gewichtige belangen van de staat, zal bij het formuleren hiervan intensief samenwerken met de diverse belangendragers, die hun inlichtingenbehoefte concreet zullen moeten formuleren.

Het AIVD-jaarplan wordt voorgelegd aan de Raad voor de Nationale Veiligheid onder voorzitterschap van de Minister-president, zulks ter vaststelling in de Ministerraad. De ambtelijke voorbereiding en coördinatie van het jaarplan zal in het Comité Verenigde Inlichtingendiensten Nederland (CVIN) plaatsvinden. De minister van Defensie zal voor de MIVD, daar waar de activiteiten van de MIVD die van de AIVD raken, eenzelfde werkwijze volgen. Bij de totstandkoming van het AIVD-jaarplan zal rekening worden gehouden met het begrotingsproces en met de vereisen van de gebruikelijke begrotingssystematiek (Van Beleidsbegroting tot Beleidsverantwoording).

De commissie doet het voorstel het CVIN beurtelings te laten voorzitten door de secretarissen-generaal van het ministerie van Defensie en van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) onder afschaffing van het thans in de Wiv 2002 opgenomen coördinatorschap. Het kabinet acht het thans niet in de rede liggen uitvoering te geven aan de aanbeveling van de commissie om de navolgende redenen.

Het kabinet vindt het van belang de sturing van de AIVD te verhelderen. Daarvoor is de introductie van de hierboven genoemde jaarplannen van de AIVD en de MIVD een essentiële voorwaarde. De secretarissen-generaal van Defensie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zullen voor de behandeling van het jaarplan de vergaderingen van het CVIN bijwonen. Hiervoor is ook al gesteld dat de ministers van Defensie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voornemens zijn om zelf meer de sturing van hun diensten, ook in interdepartementaal verband, ter hand te nemen en de samenwerking tussen de diensten in een convenant vast te leggen. De (wettelijke) taak van de coördinator van de inlichtingen en veiligheidsdiensten betreft de voorbereiding van het overleg tussen de betrokken ministers over hun beleid betreffende de diensten en over de coördinatie van dit beleid, de coördinatie van de uitvoering van de taken van de diensten alsmede de coördinatie met andere ministeries. Het CVIN is hiervoor het belangrijkste gremium.

In de brief van de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 september 2004 is een toekomstverkenning naar een effectievere en efficiëntere organisatie- en verantwoordelijkheidsverdeling binnen het terrein van de (nationale) veiligheid aangekondigd waarin ook de uitkomsten van de rijksbrede taakanalyse Andere Overheid worden meegenomen. In die verkenning, die in 2005 zijn beslag krijgt, zal ook de rol en positie van de coördinator worden betrokken.

De Minister-president en het ministerie van Algemene Zaken zijn betrokken bij de voorbereiding van het jaarplan; uiteraard zal de Minister-president adequaat worden geïnformeerd omtrent de uit de uitvoering van het jaarplan voortvloeiende bevindingen van de AIVD en de MIVD.

Aanwijzing van onderwerpen betreffende andere landen

De commissie stelt voor om de aanwijzing van onderwerpen van onderzoek betreffende andere landen, zoals thans geregeld in artikel 6, tweede lid, onder d, en in artikel 7, tweede lid, onder e, van de Wiv 2002, te wijzigen.

Het kabinet kiest ervoor de prioritaire keuzen voor de «inlichtingen buitenland-taak» in de nieuwe werkwijze onderdeel uit te laten maken van de jaarplannen van de AIVD en de MIVD. Vooroverleg hierover vindt plaats met de meest betrokken ministers, in het bijzonder met de minister-president, de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Justitie. De Jaarplannen worden, zoals eerder vermeld, vastgesteld in de Raad voor de Nationale Veiligheid en vervolgens in de Ministerraad, na voorbereiding in het CVIN. Desgewenst kan nadere uitwerking van de «buitenland-opdracht» plaatsvinden in de aanwijzing van onderwerpen als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder d, en in artikel 7, tweede lid, onder e, van de Wiv 2002.

Organisatie van het contraterrorismebeleid

In de brief van het kabinet van 10 september jl. en het debat daarover in de Tweede Kamer op 23 september is het kabinet reeds ingegaan op de organisatie van het contraterrorismebeleid. De focus is gericht op het structureel op een hoger plan brengen van de samenwerkingsgraad over het gehele terrein van terrorismebestrijding. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) wordt verantwoordelijk voor de voorbereiding van het algemene beleid op het gebied van terrorismebestrijding onder de verantwoordelijkheid van de coördinerend minister voor terrorismebestrijding – de minister van Justitie – en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Als onderdeel van de NCTb wordt een Directie Kennis en Analyse gevormd waaraan diverse partners, waaronder de AIVD, informatie leveren. Aldus wordt de beschikbare informatie samengevoegd en van een beleidsmatige vertaling voorzien. Op operationeel niveau is er de onder de AIVD ressorterende CT-Infobox die de komende tijd verder zal worden uitgebouwd.

De door de commissie gepercipieerde onduidelijkheden zijn naar het oordeel van het kabinet inmiddels afdoende verhelderd. Uiteraard zullen in de praktijk de onderlinge verhoudingen zich verder moeten zetten. De ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voeren een dermate frequent overleg dat op onvolkomenheden tijdig kan worden gereageerd. Er wordt een informatieprotocol tussen de NCTb en de AIVD gesloten. Voorts biedt de in de brief van het kabinet van 10 september jl. aangekondigde (middel-)lange termijn verkenning een goed kader om de organisatie van het totale rijksveiligheidsbeleid, waaronder het contraterrorismebeleid, verder te optimaliseren.

Controle

Ten aanzien van de aanbeveling van de commissie met betrekking tot het overleg met het parlement over prioriteiten en posterioriteiten stelt het kabinet zich op het volgende standpunt.

Prioriteiten en posterioriteiten binnen de aandachtsgebieden van de AIVD lenen zich om evidente redenen niet voor openbare bespreking vooraf. In de memorie van toelichting bij de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt uiteengezet op welke aandachtsgebieden de dienst in het komende jaar accent zal leggen. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verantwoordt de aandachtsgebieden en de daarbinnen eventueel gemaakte nadere keuzes in het jaarverslag van de AIVD dat besproken wordt met de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer. In het jaarverslag geeft de AIVD, zoals de Wiv 2002 ook voorschrijft, bovendien aan wat de onderwerpen van onderzoek (kunnen) zijn voor het lopende jaar. Uiteraard zal de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de beslotenheid van het overleg met de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van de Tweede Kamer (CIVD) gedetailleerd opening van zaken geven over de gemaakte keuzes, ook waar het de prioriteiten voor het komende jaar betreft. De CIVD blijft voor de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het belangrijkste gremium om voor- en achteraf verantwoording af te leggen over vertrouwelijke informatie met betrekking tot de AIVD. Het overleg met de CIVD is diepgaand en vruchtbaar. De voorziene substantiële groei van de AIVD is aanleiding om de CIVD op reguliere basis nog systematischer dan thans te informeren.

Sedert de in 2002 in werking getreden nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is er een Commissie van Toezicht. Bij de voorbereiding van de wet en in het parlementair overleg is de reikwijdte van het toezicht door deze commissie bewust beperkt tot de rechtmatigheid van het handelen van de diensten. Overige aspecten worden geacht bestreken te worden door reguliere controle-instanties en de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) van de Tweede Kamer. De Commissie bestuurlijke evaluatie AIVD beveelt aan binnen drie jaar de Commissie van Toezicht ook onderzoeksbevoegdheid naar de organisatie en het functioneren van de AIVD te verlenen.

Het kabinet zal ten aanzien van deze aanbeveling uiteraard pas een definitief standpunt formuleren nadat het oordeel van de Tweede Kamer over intensivering van het toezicht op de AIVD en MIVD is vernomen. Hierbij kan de opinie van de Commissie van Toezicht worden betrokken.

Tot slot

Concluderend kan worden gesteld dat het rapport van de commissie een buitengewoon grote bijdrage heeft geleverd aan het inzicht in het bestuurlijke functioneren van de AIVD. De aanbevelingen van de commissie geven een stevig houvast voor de versterking van dit functioneren.

De AIVD staat evenwel voor de taak om op meerdere terreinen tijdige, hoogwaardige en op maat gesneden producten te leveren. De bedreigingen voor de nationale veiligheid en de politiek-bestuurlijke omgeving waarin de dienst functioneert worden steeds complexer. De AIVD zal hiermee geconfronteerd blijven. Daarbij zijn de verwachtingen ten aanzien van de dienst – soms onrealistisch – groot.

Het kabinet is met de commissie van mening dat een inlichtingen- en veiligheidsdienst als de AIVD te allen tijde – en de huidige dreigingsituatie maakt dit des te urgenter – kwalitatief en kwantitatief toegerust moet zijn om aan zijn taken, ook in snel veranderende omstandigheden, adequaat uitvoering te kunnen geven. Daarbij zal de dienst aan reële verwachtingen moeten voldoen. Dat stelt hoge eisen aan het management en de leiding van de dienst.

Het kabinet heeft daarom inmiddels besloten tot een verhoging van het AIVD-budget met ca. € 36 mln. Dit structurele bedrag zal binnen een termijn van drie tot vijf jaren langs de volgende lijnen in het budgettaire meerjarenkader worden verwerkt (afgerond):

In € x mln.20052006200720082009
– extra capaciteit voor operationele controle/analyse/onderzoek radicalisering2,14,16,28,29,3
– extra capaciteit voor aan terrorisme gerelateerde dossiers2,23,95,35,75,7
– extra capaciteit voor i-taak2,13,24,45,68,0
– extra capaciteit voor overige dossiers2,13,85,87,07,0
– investeringen technische infrastructuur3,96,67,09,410,8
– investeringen werving en opleiding1,41,61,91,91,9
– correctiepost/afdracht MIVD– 0,9– 4,4– 4,5– 4,5– 6,5
Totaal12,818,826,033,336,2

Aan de bovengenoemde verhoging wordt nog eens een extra verhoging van ca. € 10,3 mln toegevoegd in het kader van de maatregelen naar aanleiding van de moordaanslag op de heer van Gogh (de brief van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 november 2004 inzake de moord op Theo van Gogh, Tweede Kamer, 2004–2005, 29 854, nr. 3). Deze uitbreiding heeft voor ca. € 5,6 mln betrekking op de rol van de AIVD in het stelsel van Bewaken en Beveiligen en voor ca. € 4,7 mln op verdere verruiming van de capaciteit voor operationele controle.

Met de totale intensivering is een bedrag gemoeid van € 46,5 mln. Op termijn leidt dit tot een uitbreiding van de directe personele capaciteit met ca. 325 fte. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan, indien daartoe noodzaak blijkt, in de onderscheiden posten prioriteiten stellen.

Het kabinet acht hiermee de AIVD voldoende geëquipeerd te hebben om de aanbevelingen van de commissie bestuurlijke evaluatie AIVD adequaat uit te voeren, terwijl gelijktijdig inhoud gegeven wordt aan de gewenste intensivering op de terreinen operationele controle en bewaken en beveiligen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

Kabinetsreactie per aanbeveling van de Commissie bestuurlijke evaluatie AIVD (bijlage bij brief 21 januari 2005)

Nr. Korte samenvatting aanbevelingBladzijde rapportReactieVervolg
0.Prioriteiten in uitvoering aanbevelingen.233Voorgestelde prioriteiten onverkort overnemen wat betreft de aanbevelingen die het kabinet overneemt. Komt terug in de reactie op de algemene en specifieke aanbevelingen.
     
ALGEMENE AANBEVELINGEN
A1. De AIVD dient alle taken die hij nu verricht in de toekomst te blijven verrichten. 2. Bezien of onderdelen van taken door andere organisaties uitgevoerd kunnen worden (bijvoorbeeld veiligheids-onderzoeken en integriteitsonderzoek).202 2021. Aanbeveling overnemen. Zie argumentatie in brief. 2. Het merendeel van de veiligheidsonderzoeken wordt reeds door derden, onder auspiciën van de AIVD, uitgevoerd. Integriteitaantastingen die een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid zijn een reguliere AIVD-taak1. – 2. In 2005 mogelijkheden verdere WVO-uitbesteding bezien. BZK/DGMOS formuleert een voorstel voor vervanging van het huidige AIVD meldpunt integriteitaantastingen (MEPIA)
     
BAIVD moet kwantitatief en kwalitatief groeien om taken volwaardig te kunnen uitvoeren en te kunnen voldoen aan gerechtvaardigde verwachtingen.202Aanbeveling overnemen. Zie brief voor argumentatie.Kwantitatieve groei wordt bewerkstelligd bij beschikbaarstelling additionele middelen kwalitatieve groei wordt bewerkstelligd door de te ontwikkelen integrale visie op kwaliteit en groei (gereed begin 2005) en een bijbehorend plan van aanpak, waarin een aantal reeds lopende en nog in gang te zetten projecten zullen worden geïnte- greerd. Lopende projecten zijn bijvoor- beeld: Meerjarig Kwaliteitsprogramma, Project Externe Oriëntatie, Project Informatie-huishouding/ICT
     
CAdditionele bijzondere bevoegdheden niet noodzakelijk.202Aanbeveling overnemen. Zie aanvullende opmerkingen in brief. 
     
D1. AIVD dient t.a.v. al zijn taken gestuurd te worden door één minister, de minister van BZK. 2. De minister van BZK doet voorstellen voor prioriteiten en posterioriteiten van alle taken van de AIVD, legt die neer in een jaarplan dat wordt bespro- ken in de RNV en wordt vastgesteld door het kabinet. 3. De ministers van Defensie en BZK coördineren de werkzaamheden van de MIVD en AIVD. 4. Ambtelijke voorbereiding jaarplan geschiedt in het CVIN.5. Minister van BZK en SG BZK dienen hiervoor meer ambtelijke ondersteuning te krijgen. 202–2031. Aanbevelingen overnemen. Zie argumentatie in brief. Zie ook algemene aanbeveling G 2. Aanbeveling overnemen. Zie brief. 3. Gedeeltelijk overnemen. Zie brief. 4. overnemen, zie brief. 5. overnemen, zie specifieke aanbevelingen 12 en 13.2. In 2005 wordt voor de eerste maal begonnen met het opstellen van een Jaarplan 2006 als bedoeld door de commissie. 3 en 4. Het jaarplan wordt ambtelijk voorbesproken in het CVIN dat wordt voorgezeten door de coördinator. E.e.a. in afstemming met Defensie i.v.m. het Jaarplan MIVD. M.b.t. punt 5: zie specifieke aanbevelingen 12 en 13.
     
EControle versterken. Onderzoeksbevoegdheid commissie van toezicht uitbreiden met organisatie en functioneren, inclusief sturing en prioritering.203Eerst oordeel Tweede Kamer, i.c. de commissie voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zie voorts brief.Nader overleg met commissie voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, waarin ook de opinie van de commissie van toezicht wordt betrokken.
     
F1. Vraagpunten m.b.t. nieuwe organi- satie terrorismebeleid en -bestrijding (verhoudingen NCTb, CT-Infobox, GCT en COTb; verhouding minister van Justitie en BZK; doorzettingsmacht minister Justitie). 2. Verhouding tussen AIVD en CIE-en t.a.v. onderzoek naar terrorisme moet worden geregeld.204–2051. De door de commissie geconstateerde onduidelijkheden zijn naar het oordeel van het kabinet afdoende verhelderd in de brief van 10 september jl. en het debat daarover op 23 september en 11 november jl.. 2. Wordt meegenomen in lopend kwaliteitstraject RID-en en in verdere ontwikkeling CT-Infobox.Eventueel resterende vraagpunten worden meegenomen in de uitwerking van de NCTb-organisatie die per 1 januari 2005 moet gaan functioneren en in de toekomstverkenning als genoemd in de brief van 10 september 2004.
     
GZie ook aanbeveling D. De Kamer spreekt in het openbaar en de Commissie IVD in het geheim over de politieke verwachtingen m.b.t. de AIVD. 205Zie bij algemene aanbeveling D. Echter, prioritering en posterioritering van de onderwerpen van onderzoek van de AIVD lenen zich slechts op hoofdlijnen voor openbare bespreking vooraf. Zie argumentatie in brief. Zie bij aanbeveling D.
     
HDe interne samenwerking binnen de AIVD moet verbeterd worden. Dit moet gepaard gaan met meer centrale sturing en integraal overzicht binnen de AIVD. Bezien moet worden of onderscheid tussen directie DRO en directie SV nog langer zinvol is. 205Aanbeveling overnemen. Genoemde punten worden meegenomen in het Meerjarig Kwaliteitsprogramma, dat integraal onderdeel zal gaan uitmaken van de integrale visie op kwaliteit en groei (gereed: eerste kwartaal 2005). Synergie en complementariteit tussen taken en directies staan daarin centraal. De taakverdeling tussen de directies DRO en SV is recentelijk herijkt.
     
I1. Samenwerking en informatie-uitwisseling tussen AIVD en andere partijen in de veiligheidsketen dient sterk te worden verbeterd. 2. Rijksbrede inzet t.a.v. terrorismebestrijding en participatie in de analytische eenheid NCTb 3. CT-Infobox voortzetten en uitbouwen en verankeren in een convenant. 4. Afspraken maken omtrent vertrouwelijkheid en openbaarheid van ingebrachte gegevens in CT-Infobox en analytische eenheid. 5. Realiseren heldere verhoudingen tussen CT-Infobox en analytische eenheid. 6. Genoemde vormen van samenwerking ook overwegen t.a.v. andere taken van de AIVD. 205–206Aanbevelingen overnemen. Zowel de NCTb-organisatie als de CT-Infobox bevinden zich thans nog in een ontwikkelfase. Genoemde punten zullen daarbij worden meegenomen.Aanbevelingen zo mogelijk op de korte termijn meenemen bij verdere ontwik- keling van de CT-Infobox en de NCTb- organisatie en op de langere termijn bij de toekomstverkenning als genoemd in de brief van 10 september 2004. Het convenant tussen de deelnemers aan de CT-Infobox is recentelijk getekend. Verhouding CT-Infobox en NCTb-organisatie is inmiddels helder.
     
J1. Internationale samenwerking met collega-diensten en anderen verder uitbouwen. 2. Meer AIVD-liaisons in het buitenland. 207Aanbevelingen overnemen.1. AIVD participeert (pro)actief in alle relevante internationale en EU-gremia en zal dit voortzetten. 2. In het kader van de gewenste capaciteitsuitbreiding wordt dit punt meegenomen.
KDe AIVD dient zijn informatie meer te delen met anderen.207Aanbeveling overnemen. Gezien de bijzondere taken van de AIVD en de wettelijke waarborgen daaromtrent dient informatie-uitwisseling binnen de wettelijke kaders te passen en met de grootst mogelijke zorgvuldigheid te geschieden. Deze aanbevelingen worden meegenomen in de integrale visie op kwaliteit en groei (o.a. het bestaande Project Externe Oriëntatie).
     
LExploitatie als kernfunctie i.h.b.: 1. Exploitatiefunctionarissen binnen elke directie en binnen elk team. 2. Politie en OM-functionarissen dienen kennis te hebben van AIVD-informatie. 3. Rol ministerie van BZK bij bestuurlijke en beleidsopvolging.207Zie ook bij aanbeveling K. Aanbeveling overnemen. Exploitatie is reeds een kerntaak, maar verbetering is mogelijk.1. AIVD bezint zich momenteel op organisatorische vormgeving exploitatiefunctie. 2. Zie bij aanbeveling K. 3. Wordt waar het terrorisme betreft meegenomen in op- en uitbouw NCTb-organisatie.
     
MBekendheid, steun en vertrouwen AIVD versterken door: 1. Nauwkeurige communicatiestrategie2. Steun minister BZK207Aanbevelingen overnemen. Communicatie is thans een van de strategische speerpunten van de AIVD. Communicatie wordt ook meegenomen in de op- en uitbouw van de NCTb-organisatie.
     
NDe leiding van de AIVD zal de aanbevelingen in een omvattende visie moeten vertalen en daarbij aandacht besteden aan zowel inhoudelijke als organisatorische consequenties. 208Aanbeveling overnemen. In het eerste kwartaal van 2005 is een integrale visie op kwaliteit en groei en een bijbehorend plan van aanpak gereed. Deze werkt door in het Jaarplan.
     
SPECIFIEKE AANBEVELINGEN
1Vormgeven volwaardig relatiebeheer ter verbetering beeldvorming t.a.v. de AIVD. 209Aanbeveling overnemenVoortzetting en intensivering «verwachtingenmanagement» door: • uitnodigingenbeleid strategische partners; • communicatiestrategie; • project Externe Oriëntatie.
     
2Bezien hoe AIVD informatie over dreigingen en beveiliging direct aan de burgers kan verstrekken. 209Aanbeveling overnemen.Voortzetten en intensiveren van: • openbare rapportages; • beveiligingsadvisering (bestaande taak) aan bedrijven en instellingen; • bijdragen aan alerteringssysteem (in ontwikkeling). Waar nodig afstemming met NCTb.
     
3Realiseren van een totaaloverzicht van alle relevante informatie op een centraal punt in de organisatie.212–213Aanbeveling overnemen. Zie bij aanbeveling L. De nadruk zal daarbij (in eerste instantie) liggen op te exploiteren informatie.Er wordt gewerkt aan een meer centrale organisatorische vorm voor exploitatie.
     
4Informatie-uitwisseling binnen de dienst moet worden bevorderd. 213Aanbeveling overnemen. Lopende verbeteringen op het vlak van werkprocessen zullen worden voortgezet en geïntensiveerd. Bezien zal worden hoe de aanbevolen cultuurverandering bij medewerkers bewerkstelligd kan worden. E.e.a. als onderdeel van een meerjarenkwaliteitsprogramma en de integrale visie op kwaliteit en groei.
     
5De minister van BZK en de SG BZK moeten voldoende kennis hebben van operationele informatie van de AIVD. 213Aanbeveling overnemen met de kanttekening dat de Minister en de SG nu reeds, in uitvoerige kwartaalrapportages, in de maandelijkse beleidsbesprekingen en zo vaak als nodig geïnformeerd worden over geheime operationele zaken. Dit is echter voornamelijk van belang bij zaken die politiek gevoelig liggen of een hoog (politiek) afbreukrisico in zich hebben. Er zal een nieuwe vaste vorm voor operationele informatie worden ontwikkeld. Gedacht wordt aan een tweewekelijkse frequentie.
     
6De informatiehuishouding en de informatie-architectuur van de AIVD behoeven verbetering. Daarbij rekening houden met aansluiting op externe databestanden. Hiertoe met voorrang een commissie belasten. 213Aanbeveling overnemen.Reeds ingezette verbetertrajecten (project Administratieve Organisatie, vervanging documentatie- en work- flowsystemen) voortzetten.
     
7Het kwaliteitsbeleid van de AIVD verdient versterking. Het stelsel van kwaliteitszorg dient op orde gebracht te worden. 213Aanbeveling overnemen. Het meerjaren kwaliteitsprogramma (als onderdeel van de integrale visie op kwaliteit en groei) voortzetten en intensiveren. Programma 1e kwartaal 2005 gereed.
     
8Vormgeven volwaardige evaluatie. Tevens harmoniseren vorm directiejaarplannen met eenduidige, meetbare doelstellingen. 213Aanbevelingen overnemen. Volwaardige evaluatieopzet in kwaliteitsprogramma (als onderdeel van de integrale visie op kwaliteit en groei). Directiejaarplannen 2006 worden meer eenvormig.
     
91. Uitbreiding operationele capaciteit. 2. Personele uitbreiding en materiële uitgaven dienen gelijke tred te houden. 3. Formuleren specifieke oplossing t.a.v. tijdelijke piek in huisvestingslast. 213–214Aanbevelingen overnemen (zie ook aanbeveling B en brief) met dien verstande dat uitbreiding operationele capaciteit leidt tot uitbreiding niet-operationele taken. Meenemen in begrotingen 2005 en volgend. Krachtige personele werving en professionele opleiding/introductie.
     
10Nieuwe functiestructuur met voorrang invoeren waarbij ruimte voor opleiding en vorming nieuwe medewerkers. 214Aanbeveling overnemen.Huidige instroomprogramma voortzetten en intensiveren en extra aandacht (coaching en controle) voor medewerkers die net op hun werkplek beginnen.
     
11Voorlichting dient meer pro-actief plaats te vinden met een belangrijke rol voor minister BZK.214Aanbeveling overnemen. Communicatie-afdelingen AIVD en ministerie BZK zullen dit punt oppakken, mede in het licht van de plannen van de communicatiestrategie van de NCTb.
     
121. Minister van BZK en SG BZK hebben eigen staf nodig om de sturing van de AIVD daadwerkelijk te kunne vormgeven. 2. Samenwerking en informatie-uitwisseling met DGV realiseren.216Strekking aanbevelingen overnemen (bescheiden staf voor minister en SG, versterken bestaande samenwerking met DGV). 
     
13Minister van BZK en SG BZK dienen over meer operationele informatie (op hoofdlijnen) te beschikken om sturing vorm te kunnen geven. 217Zie bij algemene aanbeveling D en specifieke aanbeveling 5. Zie bij algemene aanbeveling D en specifieke aanbeveling 5.
     
14Opdracht en eigen verantwoordelijkheid.217Aanbeveling overnemen. Jaarplan maakt keuzes zichtbaar. Attenderingsfunctie AIVD staat buiten kijf.  
     
15Nationale coördinatie. Afschaffen van de nationale coördinator inlichtingen- en veiligheidsdiensten. 217Aanbeveling niet overnemen. Zie brief en algemene aanbeveling D, punten 3 en 4. Meenemen in de toekomstverkenning als genoemd in de brief van 10 september 2004.
     
16a. Fundamentele herbezinning organisatie en functioneren RID-en b. Integratie inlichtingenfunctie in regiokorpsc. Kwaliteit en kwantiteit regionale inlichtingenfunctie versterken220a. Geen aanleiding voor fundamentele herbezinning. Zie brief. b. Nader bezien in kwaliteitstraject RID-en. c. Aanbeveling overnemen. a. Kwaliteitsproject RID-en voortzetten b. - c. Budgetgroei RID-en afhankelijk van beschikbaarstelling additionele middelen
     
17Gezamenlijke onderzoeken AIVD en MIVD. Vaker en beter samenwerken, informatie uitwisselen. 220Aanbeveling overnemen.Reeds aangevangen samenwerking doorzetten. De ministers van BZK en DEF hebben afspraken gemaakt m.b.t. nieuwe samenwerkingsovereenkomst begin 2005.
     
18Samenwerking KLPD en AIVD. Bezien of criminele inlichtingenfunctie en functie veiligheidsinlichtingen kunnen worden geïntegreerd. 220Zie algemene aanbeveling F, punt 2 en specifieke aanbeveling 16b. Nader bezien in kwaliteitstraject RID-en en in de verdere ontwikkeling van de CT-Infobox.
     
19Samenwerking AIVD-OM intensiveren. Officieren van Justitie beter inzicht geven in informatie AIVD. 221Strekking aanbeveling overnemen. AIVD onderzoekt in overleg met Landelijk parket juridische mogelijkheden en beperkingen.
     
20Exploitatie. Beter, sneller en breder exploiteren.221Aanbeveling overnemen onder voorbehoud bescherming bronnen en actueel kennisniveau. AIVD bezint zich op meer centrale organisatie exploitatiefunctie als onderdeel van integrale visie op kwaliteit en groei (beschikbaar begin 2005).
     
21Samenwerking inlichtingendiensten Koninkrijk. Bij de voorgenomen wijziging van het Statuut van het Koninkrijk dient dit punt te worden meegenomen. 221Aanbeveling overnemen. 
     
22Prioritering. Herstel prioriteiten t.a.v. klassiek terrorisme, contra-inmenging en contra-proliferatie.225Aanbeveling overnemen. Opvolging afhankelijk van beschikbaarheid nieuwe middelen.
     
23Verstoringen. Eventuele verstoringen met zo min mogelijk nevenschade voor derden uitvoeren.225Aanbeveling overnemen. AIVD formuleert voor de zomer van 2005 een interne richtlijn/procedure voor verstoringsacties.
     
24Operateurs en vertalers. Zorgen voor voldoende operateurs en vertalers. 225Aanbeveling overnemen. Termijn opvolging afhankelijk van beschikbaarheid nieuwe middelen.
     
25Successen. AIVD-successen vaker melden.225Aanbeveling overnemen onder voorbehoud bescherming bronnen en actueel kennnisniveau. Oppakken als onderdeel reorganisatie exploitatiefunctie. Relatie met overkoepelende communicatiestrategie.
     
26Realisme rond lijst van 150 creëren.225Aanbeveling overnemen. Bij voorkomende gelegenheid wordt helderheid omtrent de lijst van 150 (en de CT Infobox) gegeven. Ook op de AIVD-website.
     
27Vreemdelingenketen. Informatie beschikbaar stellen aan partners vreemdelingenketen.225Aanbeveling overnemen. Zie ook advies ACVZ. Meenemen in interdepartementaal traject. Gereed medio 2005.
     
28Integriteitsaantastingen. Verduidelijking aanpak hiervan.226Aanbeveling overnemen. Zie ook algemene aanbeveling A. DGMOS formuleert een voorstel hieromtrent.
     
29Human Intelligence. AmvB ex art. 21, lid 7 Wiv 2002. 226Aanbeveling overnemen. In samenwerking met Justitie zal in 2005 gekomen worden tot de AmvB.
     
30Uitbreiding capaciteit inlichtingenmiddelen op korte termijn. 226Aanbeveling overnemen. Termijn opvolging afhankelijk van beschikbaarheid nieuwe middelen.
     
311. Veiligheidsfuncties waarvoor een A-onderzoek nodig is verminderen 2. Andere vormen van veiligheidsonderzoek aan andere organisaties overdragen227Aanbevelingen overnemen1. Voor A-onderzoeken worden opnieuw criteria vastgesteld; aan de hand daarvan worden vertrouwensfuncties geherwaardeerd. 2. In het werkproces is dit continu het streven. Politie, KMAR en DKDB zijn hier de partners. Wordt jaarlijks bezien.
     
321. Formele bevoegdheid vorm geven op basis waarvan, na opdracht daartoe, een onderzoek naar te benoemen ministers en nieuwe leden van het Koninklijk Huis mogelijk wordt. 2. CdK's en Burgemeesters voorafgaand aan benoeming een veiligheidsonderzoek laten ondergaan. 3. Nader bezien of ook andere benoemde functionarissen een veiligheidsonderzoek moeten ondergaan. 2281. Aanbeveling nader bestuderen. T.a.v. leden Koninklijk Huis is reeds eerder een toezegging gedaan. Onderzoek naar te benoemen ministers (en staats-secretarissen) moet nader afgewogen worden in relatie tot de doorlooptijd van het onderzoek, de benoemingstermijn en het capaciteitsbeslag van de dienst. Daarbij is het formatieproces van een nieuw kabinet aan de orde. Dit vereist nadere bestudering en overleg, ook met politieke partijen. 2. Aanbeveling overnemen. 3. Aanbeveling overnemen. 1. Komen tot precieze Kabinetsafspraken, op basis waarvan de AIVD een afgebakend onderzoek kan instellen. 2. Ten aanzien van burgemeesters en CdK's: opname overwegen in categorie vertrouwensfuncties. 3. In eerste halfjaar 2005 afronden. Bij 1, 2 en 3 rekening houden met langere duur van benoemingsprocedures en compenseren capaciteitseffecten voor de AIVD.
     
331. Ten aanzien van voor samenleving vitale delen van overheid en bedrijfsleven moet de AIVD zich in het kader van de C-taak primair richten op informatieverstrekking. 2. Bezien of delen van de advisering ook aan anderen kunnen worden overgelaten.230Aanbevelingen overnemen. 1 en 2: versterkte doorzetting van de reeds ingezette implementatie van de visie beveiligingsbevordering.
     
34Verbeteren samenwerking verschillende directies op het terrein van de C-taak.230Aanbeveling overnemen. Zie ook algemene aanbeveling H. Zie algemene aanbeveling H. Wordt meegenomen in de te ontwikkelen integrale visie op kwaliteit en groei.
     
351. Snellere opbouw Inlichtingen buitenland-taak. 2. Vooral investeren in operationele kant Inlichtingen buitenland-taak231Aanbevelingen overnemen. Termijn opvolging afhankelijk van beschikbaarheid nieuwe middelen.
     
36M.b.t. de Inlichtingen buitenland-taak realistische verwachtingen neerzetten, doelstellingen niet te hoog stellen.231Aanbeveling overnemen. Zie brief. Voor 2005 ligt er een aanwijzing Inlichtingen buitenland-taak met een hoog realiteitsgehalte in overeenstemming met de potentie (realistisch – beperkt – aantal landen en thema's dat de volle aandacht krijgt). In het interdepartementale overleg over het AIVD-Jaarplan zal voortdurend helderheid worden gegeven over de mogelijkheden.
     
371. Teneinde duidelijkheid omtrent verwachtingen aan het adres van de AIVD te krijgen concretiseren van de begrippen en producten rond bewaken en beveiligen 2. Nadere invulling procedure afbakening van het rijksdomein. 233Aanbevelingen overnemen1. Er is inmiddels een circulaire bewaken/beveiligen waarin producten zijn geconcretiseerd. Voor AIVD-bevoegdheden in het kader van risico-analyses loopt een wetgevingstraject. 2. Rijksdomein is beschreven. Procedures danwel richtlijnen om af te wijken moeten worden verhelderd door NCBB.
     
38In verband met de te nauwe samenhang NCBB-AIVD duidelijkheid creëren over de verhouding NCBB en AIVD teneinde uitvoeringsproblemen op te lossen.233Aanbeveling overnemen (niet zozeer vanuit «structuur» maar vanuit «werkproces» aanvatten). Duidelijkheid over wederzijdse verwachtingen creëren en deze vastleggen. Centraal staat dat de AIVD informatie moet duiden en context moet verstrekken, maar geen verantwoordelijkheid draagt voor te nemen beveiligingsmaatregelen.
Naar boven