29 875
Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de vraagfinanciering voor schoolbegeleiding en de bekostiging van het onderwijs aan zieke leerlingen

30 300 VIII
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2006

nr. 24
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 oktober 2005

In uw brief van 1 september vraagt u om opheldering over het feit dat de middelen voor flankerend beleid bij de invoering van de vraagfinanciering schoolbegeleiding in mindering zijn gebracht op de rijksmiddelen schoolbegeleiding. U stelt dat deze uitwerking niet overeenkomt met de strekking van het amendement Hamer en Slob (Kamerstukken II, 29 800 VIII, nr. 147).

Ik heb hierover al eerder met u van gedachten gewisseld. In mijn brief van 22 december 2004 (29 800 VIII, nr. 159) heb ik u laten weten dat de dekking voor amendement 147 (en dat geldt ook voor amendement 148) ondeugdelijk is; de vrijvallende SLOA-gelden waren immers al ingezet voor een ombuiging. Om toch uitvoering te geven aan uw amendement heb ik gekozen voor een herprioritering binnen de rijksmiddelen schoolbegeleiding. In het Algemeen Overleg op 17 maart 2005 over de moties en amendementen bij de OCW-begroting (Kamerstukken II, 29 800 VIII, nr. 185) heb ik dit nogmaals toegelicht.

Voor het zomerreces heb ik u schriftelijk geïnformeerd over de vertraging die de invoering van de vraagfinanciering schoolbegeleiding heeft opgelopen (29 875, nr. 23). De invoeringsdatum is nu voorzien op 1 augustus 2006. Voor de verdere behandeling van het wetsvoorstel zijn we afhankelijk van de snelheid waarmee de Europese Commissie een uitspraak doet over de aanmelding van een mogelijke steunmaatregel (artikel 88, derde lid, van het EG-verdrag). Aan deze aanmelding is een zorgvuldig voorbereidingstraject voorafgegaan, dat hopelijk de afhandeling bespoedigt. Ik ga ervan uit dat wij niet eerder dan begin 2006 een uitspraak tegemoet kunnen zien.

Ik hoop u zo voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven