nr. 10
AMENDEMENT VAN DE LEDEN SLOB EN EIJSINK
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel VI wordt vervangen door:
ARTIKEL VI
1. Van het bedrag dat met betrekking tot het schooljaar 2005–2006
ten behoeve van bekostiging van schoolbegeleiding voor een bevoegd gezag van
een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de
expertisecentra beschikbaar is, wordt 25% aan het bevoegd gezag van een dergelijke
school ter beschikking gesteld, en wordt 75%, in afwijking van de artikelen
180a van de Wet op het primair onderwijs en 166a de Wet op de expertisecentra,
beschikbaar ter beschikking gesteld aan de schoolbegeleidingsdienst waarbij
het desbetreffende bevoegde gezag voor de inwerkingtreding van deze wet was
aangesloten.
2. Van het bedrag dat met betrekking tot het schooljaar 2006–2007
ten behoeve van bekostiging van schoolbegeleiding voor een bevoegd gezag van
een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de
expertisecentra beschikbaar is, wordt 50% aan het bevoegd gezag van een dergelijke
school ter beschikking gesteld, en wordt 50%, in afwijking van de artikelen
180a van de Wet op het primair onderwijs en 166a de Wet op de expertisecentra,
ter beschikking gesteld aan de schoolbegeleidingsdienst waarbij het desbetreffende
bevoegde gezag voor de inwerkingtreding van deze wet was aangesloten.
3. Van het bedrag dat met betrekking tot de periode 1 augustus 2007
tot 1 januari 2008 ten behoeve van bekostiging van schoolbegeleiding
voor een bevoegd gezag van een school als bedoeld in de Wet op het primair
onderwijs en de Wet op de expertisecentra beschikbaar is, wordt 50% aan het
bevoegd gezag van een dergelijke school ter beschikking gesteld, en wordt
50%, in afwijking van de artikelen 180a van de Wet op het primair onderwijs
en 166a de Wet op de expertisecentra, ter beschikking gesteld aan de schoolbegeleidingsdienst
waarbij het desbetreffende bevoegde gezag voor de inwerkingtreding van deze
wet was aangesloten.
Toelichting
Door een rechtstreekse uitkering van de nog gedurende de overgangsperiode
geoormerkte rijksmiddelen aan de schoolbegeleidingsdiensten worden grote liquiditeitsproblemen
bij schoolbegeleidingsdiensten voorkomen. Rechtstreekse uitkering aan de schoolbegeleidingsdiensten
staat de autonomie van scholen niet in de weg. De schoolbesturenorganisaties
en Edventure hebben zich bereid verklaard hierover goede afspraken te maken.
Met deze rechtstreekse betaling worden onnodige administratieve lasten en
regelgeving voorkomen en kan ook worden voldaan aan de wens van de minister
om de gemeenten niet langer als «doorgeefluik» te beschouwen.
Slob
Eijsink