nr. 4
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN
TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOORZOVER NADIEN GEWIJZIGD
Voorstel van rijkswet
Artikel II, onderdeel G, onder 1, luidde:
1. In artikel 17, tweede lid, eerste volzin, en in artikel 84, derde lid,
wordt «Bij algemene maatregel van rijksbestuur» vervangen door:
Bij ministeriële rijksregeling.
Artikel II, onderdeel H, luidde:
In de artikelen 19, vierde lid, 23, derde lid, 24, vijfde lid, 32, derde
lid, 37, derde lid, 38, tweede lid, 52, eerste lid, derde volzin, en zevende
lid, 56, tweede lid, 58, vijfde lid, 61, eerste en derde lid, en 64, tweede
lid, wordt «bij algemene maatregel van rijksbestuur» telkens vervangen
door: bij ministeriële rijksregeling.
Artikel II, onderdeel J, onder 3, laatste volzin, luidde:
Bij de indiening wordt een bij ministeriële rijksregeling te bepalen
bedrag betaald.
Artikel II, onderdeel AJ, luidde:
In de artikelen 92 en 95, eerste volzin, wordt «bij algemene maatregel
van bestuur» vervangen door: bij ministeriële regeling.
Memorie van toelichting
Algemeen
In paragraaf 2, eerste alinea, ontbrak de laatste volzin.
Paragraaf 4.2, laatste volzin, luidde:
Het Vertalingenprotocol biedt de mogelijkheid dat in geval van een geschil
de vermeende inbreukpleger aan de octrooihouder kan verzoeken een vertaling
van de octrooischriften te overleggen in de taal van het land waar de vermeende
inbreuk plaatsvindt. Ook de bevoegde gerechtelijke instantie kan de octrooihouder
verzoeken een vertaling van de octrooischriften te overleggen in de taal van
het betrokken land. Voorgesteld wordt van deze mogelijkheid gebruik te maken,
aangezien dit juist voor het midden- en kleinbedrijf van groot belang is.
Paragraaf 5.1, de vierde volzin, luidde:
Bij het EOV zijn alle lidstaten van de EU aangesloten, alsmede Bulgarije,
Cyprus, Estland, Hongarije, Liechtenstein, Monaco, Roemenië, Slovenië,
Slowakije, Tsjechië, Turkije en Zwitserland.
Paragraaf 6.1 Vaststellen tarieven luidde:
6.1 Vaststellen tarieven
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de Rijksoctrooiwet 1995 aan te
passen op het punt van de wijziging van de tarieven.
Om de procedure voor de aanpassing van de tarieven te vereenvoudigen en
te verkorten, wordt in artikel II, onderdelen G, H en AJ voorgesteld
om op die plaatsen waar de mogelijkheid bestaat tarieven vast te stellen,
op te nemen dat deze tarieven bij ministeriële (rijks)regeling kunnen
worden vastgesteld De achtergrond van deze aanpassing is de volgende. Voor
verschillende activiteiten van het Bureau voor de industriële eigendom
(hierna het bureau) zijn tarieven vastgesteld, zoals voor het in behandeling
nemen van een verzoek om verlening van een octrooi, voor de instandhouding
van een (Europees) octrooi, het verstrekken van gewaarmerkte uittreksels uit
het octrooiregister, het inschrijven van licenties in het octrooiregister
en adviezen over de toepasselijkheid van nietigheidsgronden op een octrooi.
Het is wenselijk deze tarieven regelmatig aan de algemene prijsontwikkeling
aan te passen. Dat betekent dat regelmatig onder andere het Uitvoeringsbesluit,
een algemene maatregel van rijksbestuur, moet worden aangepast. De huidige
wetsbepalingen nopen daartoe. De thans voorgestelde omschrijving houdt in
dat bij ministeriële (rijks)regeling geregeld kan worden onder welke
voorwaarden tarieven kunnen worden vastgesteld.
In paragraaf 8, zevende alinea, vierde volzin, ontbrak «eventuele».
Artikelen
Artikel II, onderdeel J, laatste volzin, luidde:
Voor een toelichting op onderdeel J, derde lid, wordt kortheidshalve verwezen
naar paragraaf 8 van het algemeen deel van deze toelichting.
Artikel II, onderdeel N, derde alinea, derde volzin, luidde:
Deze procedure lijkt sterk op de in artikel 318 van de Algemene wet bestuursrecht
opgenomen procedure, maar is meer in detail uitgewerkt.
Artikel II, onderdelen T en AB, derde alinea, eerste volzin, luidde:
Schrappen van de verplichte waarmerking is derhalve in lijn met de strekking
van zowel het Talenprotocol als het Verdrag inzake octrooirecht om tot kostenbeperking
en tegengaan van onnodige rompslomp te komen.