nr. 13
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 11 komt te luiden:
Artikel 11
Indien het voorstel van wet tot wijziging van de Warenwet teneinde een
mogelijkheid op te nemen tot het stellen van hygiënevoorschriften bij
het tatoeëren en het piercen en tot het houden van toezicht daarop, de
werking van die wet uit te breiden tot eet- en drinkwaren die worden verhandeld
op het continentaal plat, alsmede tot strafbaarstelling van artikel 27, derde
lid, van die wet op grond van de Wet op de economische delicten (Kamerstukken
II 2004/05, 30 173, nr. 2) nog niet tot wet is verheven en in werking
is getreden op het moment dat deze wet in werking treedt:
a. wordt artikel 25, eerste lid, van de Warenwet als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a vervalt «, onder hem ressorterende».
2. In onderdeel b vervalt «onder hen ressorterende».
b. komt artikel I, onderdeel D van dat voorstel op het moment dat
genoemd voorstel tot wet wordt verheven, te luiden:
D
Aan artikel 25 wordt, onder vernummering van het vierde en vijfde lid
tot onderscheidenlijk vijfde en zesde lid, een lid toegevoegd, luidende:
4. Bij de taakverdeling, bedoeld in het derde lid, kan tevens worden
bepaald op welke wijze het toezicht wordt uitgeoefend. De wijze waarop het
toezicht wordt uitgeoefend kan inhouden dat de toezichthouder op door Onze
Minister vast te stellen tijdstippen en in door hem vast te stellen gevallen,
onderzoek doet naar de naleving van de bij of krachtens deze wet gestelde
regels en in daarbij aan te geven gevallen rapporteert aan door Onze Minister
aan te wijzen personen of instanties.
Toelichting
Bij de indiening van het voorstel van wet tot wijziging van de Warenwet
teneinde een mogelijkheid op te nemen tot het stellen van hygiënevoorschriften
bij het tatoeëren en het piercen en tot het houden van toezicht daarop,
de werking van die wet uit te breiden tot eet- en drinkwaren die worden verhandeld
op het continentaal plat, alsmede tot strafbaarstelling van artikel 27, derde
lid, van die wet op grond van de Wet op de economische delicten (Kamerstukken
II 2004/05, 30 173, nr. 2), werd ervan uitgegaan dat dit wetsvoorstel
na de inwerkingtreding van de onderhavige wet in werking zal treden. Inmiddels
kan daar niet langer zonder meer van worden uitgegaan.
Om samenloopproblemen te voorkomen, is voor het voorstel tot wijziging
van de Warenwet een nota van wijziging ingediend. Beide voorstellen voorzien
inmiddels in wijziging van artikel 25, eerste lid, van de Warenwet. Om ieder
verder samenloopprobleem ten aanzien van artikel 25, eerste lid, van de Warenwet
uit te sluiten, is het noodzakelijk dat ook het onderhavige voorstel wordt
gewijzigd voor het geval dit onverhoopt toch eerder tot wet wordt verheven
en in werking treedt dan het voorstel tot wijziging van de Warenwet. Deze
nota van wijziging voorziet daarin.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C. P. Veerman