Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 29854 nr. 27 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 29854 nr. 27 |
Vastgesteld 13 juni 2008
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 heeft op 23 april 2008 overleg gevoerd met minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over:
– de brief van de minister d.d. 19 maart 2008 met het CTIVD-rapport over de moord op Theo van Gogh (29 854, nr. 22);
– de lijst van vragen en antwoorden met betrekking tot het rapport van de CTIVD inzake afwegingsprocessen van de AIVD met betrekking tot Mohammed B. (29 854, nr. 23).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand samenvattend verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissie
De heer Schinkelshoek (CDA) constateert dat de AIVD in de periode voor de moord op Theo van Gogh steken heeft laten vallen, mede omdat vanwege de nieuwe bedreigingen uitbreiding en versterking van de AIVD hard nodig waren. Hoe beoordeelt de minister het optreden van de AIVD in de periode tot 2 november 2004?
– Probeerde het ministerie met zijn eerste persbericht de AIVD van blaam te zuiveren?
– De vraag of de moord voorkomen had kunnen worden als de AIVD beter had gefunctioneerd, kan waarschijnlijk nooit beantwoord worden.
– Absolute garanties zijn niet te geven, maar kan de minister maximale zekerheid bieden dat alle bij de AIVD gesignaleerde tekortkomingen zijn of worden gerepareerd en dat de AIVD in elk geval binnen een paar jaar een professionele, goed functionerende organisatie is?
– De heer Schinkelshoek dringt aan op verbeteringen op de volgende zes punten:
a. inzet van voldoende en vooral ook gekwalificeerde mensen;
b. interne samenwerking binnen de AIVD;
c. informatiehuishouding;
d. onderzoek via internet;
e. samenwerking met regionale inlichtingendiensten (RID’s);
f. netwerkanalyse.
De heer Van Raak (SP) is van mening dat de AIVD structurele fouten heeft gemaakt en de veiligheid van Nederland en van personen in gevaar heeft gebracht. Het werk van de AIVD moet deels geheim blijven, maar fouten moeten openbaar worden.
– Waarom probeerde de minister het voor de AIVD vernietigende onderzoek in eerste instantie weg te poetsen in een persbericht met als strekking dat de AIVD de moord niet had kunnen voorkomen? Wat is nu haar conclusie over het rapport?
– Is het wettelijk mogelijk dat de Kamercommissie voor BZK zonder tussenkomst van de minister de CTIVD regelmatig inschakelt om inzicht te krijgen in het functioneren van de AIVD, allereerst via een onderzoek naar het functioneren van de AIVD na 2 november 2004? Of moet de wettelijke taak van de CTIVD daarvoor worden verbreed?
– Heeft de AIVD na 2 november 2004 tapes en daarmee eventuele relevante aanwijzingen vernietigd? Kan de CTIVD daar nader onderzoek naar doen?
– Heeft de minister veranderingen aangebracht in het CTIVD-rapport?
– Zijn met de investeringen na 2 november 2004 de geconstateerde structurele problemen bij de AIVD verholpen?
Mevrouw Azough (GroenLinks) erkent dat de AIVD door de toegenomen werklast een moeilijke taak heeft, maar benadrukt dat de AIVD meer aandacht aan Mohammed B. had moeten besteden vanwege zijn actieve rol en een persoonsdossier had moeten aanleggen.
– Waarom concludeerde de minister in eerste instantie dat de AIVD, ook als meer aandacht aan Mohammed B. was besteed, niet had kunnen weten dat hij een aanslag voorbereidde en zich terecht heeft geconcentreerd op personen van wie een concrete dreiging uitging?
– Bedoelt de minister met haar standpunt dat de AIVD voor 2 november 2004 ernstige tekortkomingen vertoonde, dat de AIVD heeft gefaald?
– Waarom was relevante informatie van het AIVD-team dat onderzoek deed naar radicalisering, niet toegankelijk voor het AIVD-team dat de Hofstadgroep onderzocht?
– Onderzocht moet worden hoe de Kamer haar controlerende taak beter kan vervullen door de CTIVD in te schakelen voor onderzoek naar het lopende werk van de AIVD. De CTIVD heeft zelf aangegeven dat zowel doelmatigheid als rechtmatigheid goed onderzocht moet worden.
– In welk opzicht verlopen operaties nu beter dankzij de aangebrachte verbeteringen en op welke punten moet de informatievergaring nog worden verbeterd?
Mevrouw Griffith (VVD) merkt op dat het veel inspanningen heeft gekost om te komen tot een onafhankelijke evaluatie. Het rapport van de CTIVD is snoeihard. Uit de evaluatie blijkt dat de AIVD mede door een onjuiste mix van ervaren en onervaren medewerkers onvoldoende aandacht heeft besteed aan Mohammed B. en dat zijn rol is ondergewaardeerd, maar altijd zal onduidelijk blijven of de moord voorkomen had kunnen worden. Reeds eerder was helder dat de AIVD een verkeerde keuze heeft gemaakt en Mohammed B. onderschat heeft.
– Het kabinetsstandpunt is in de laatste brief van de minister gewijzigd. De minister gaat diep door het stof en schrijft nu dat terugkijkend, met de kennis van nu, Mohammed B. meer aandacht van de AIVD had moeten krijgen vanwege het radicale en geweldverheerlijkende gedachtegoed dat hij verspreidde. Op basis van welke nieuwe inzichten meent de minister, in strijd met het eerdere regeringsstandpunt, dat Mohammed B meer aandacht van de AIVD had moeten krijgen?
– De AIVD werkt met andere criteria voor de CT-Infobox dan voor 2004. Op basis van deze criteria zou Mohammed B. wel voor behandeling in de CT-Infobox in aanmerking komen. Zijn dat dezelfde of andere criteria waarover de CTIVD spreekt?
– Vorige week is gesproken over de relatie tussen de RID’s en de AIVD, de commissie Havermans en de lopende projecten. Er is veel werk verzet bij de AIVD en de RID om de zaken op orde te krijgen, hoewel er nog verbeterpunten zijn. Er is vertrouwen dat daar ook aan gewerkt wordt.
De heer Brinkman (PVV) beschouwt de moord op Theo van Gogh als een dolksteek in het hart van de Nederlandse democratie, terwijl de Nederlandse maatschappij tot dan haar grootste vijand, de gewelddadige en intolerante islam, nog steeds als vriend zag.
– Het CTIVD-rapport toont aan dat de AIVD ernstig heeft geblunderd door Mohammed B. niet in de CT-Infobox op te nemen en geen hulp in te roepen van RID’s) en dat de CT-Infobox niet goed werd gebruikt. Onderschrijft de huidige minister van BZK op grond hiervan dat de toenmalige minister heeft gefaald?
– De minister meent dat de wetenschap dat Mohammed B. de schrijver was van «De ware moslim» en «To catch a wolf», geen aanwijzing zou hebben opgeleverd voor een concrete dreiging jegens Theo van Gogh, maar ook zij kan niet weten welke aanwijzingen zouden zijn ontdekt als de AIVD meer aandacht aan Mohammed B. zou hebben besteed.
– De betekenis van de reis van Mohammed B. naar Denemarken en van het vertrek van Abu Khaled naar Syrië, enkele dagen na de moord, moet nader worden onderzocht.
– Het functioneren van de AIVD is sinds 2004 ondanks de personele uitbreiding niet wezenlijk verbeterd. De samenwerking tussen de AIVD en de RID’s is bijvoorbeeld nog steeds niet optimaal.
– Omdat de minister niet bekend wil maken hoeveel ambtsberichten de AIVD naar de regio’s stuurt, kan de Kamer de kwaliteit van de AIVD niet beoordelen. Gaan de ambtsberichten niet direct naar de regio’s, maar eerst naar de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) en zo ja, worden die ambtsberichten daarna dan wel doorgezonden?
– Wat vindt de minister van het pleidooi van de PVV voor een parlementaire enquête om voor de toekomst lessen te trekken?
De heer Heerts (PvdA) erkent dat de AIVD op veel punten beter had moeten functioneren, maar benadrukt dat uit het CTIVD-rapport niet blijkt dat de AIVD heeft geblunderd en de aanslag op basis van de toenmalige kennis had kunnen of moeten voorkomen.
– Waarom onderschrijft de minister niet het oordeel van de CTIVD dat de AIVD op de hoogte had moeten zijn van de schuilnaam van Mohammed B.?
– Kan de minister op basis van de huidige wetenschap garanderen dat de AIVD alle lessen van het kritische rapport ter harte heeft genomen en dat al het mogelijke wordt gedaan om terroristische aanslagen te voorkomen?
– Was er bij het eerste persbericht van het ministerie over het CTIVD-rapport sprake van ambtelijk gestuntel of werd er geprobeerd om de conclusies van het rapport te verzachten?
– In het kader van de rolverdeling tussen de uitvoerende en wetgevende macht is indirecte controle door de Kamer op de doelmatigheid van de AIVD voldoende, ook omdat de CTIVD de minister kan verzoeken om door haar aan de minister verschafte informatie aan de Kamer te geven. Kan de Kamer via de minister de CTIVD ook informatieverzoeken doen?
– Krijgen de fractievoorzitters in de commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten alle informatie die zij moeten krijgen zonder dat zij daarom moeten vragen?
De heer Pechtold (D66) vindt dat het CTIVD-rapport het nut van onafhankelijke controle en onafhankelijk toezicht op terrorismebestrijding bevestigt. De AIVD kan successen nooit laten zien, een aanslag is nooit uit te sluiten en inlichtingenwerk is mensenwerk. In dit geval waren er echter veel aanwijzingen die, als zij waren opgepakt, de kans op een aanslag hadden kunnen verkleinen.
– Geeft het rapport de minister aanleiding om nieuwe verbeteringen te overwegen?
– Alleen het verzamelen van meer gegevens is niet voldoende; het gaat erom dat die gegevens goed gebruikt worden. Hoe meer gegevens er zijn, hoe moeilijker die taak is.
– Hoe beoordeelt de minister de opmerking van haar voorganger dat er geen aanwijzingen waren dat Mohammed B. risicovol was?
– Als belanghebbende moet het ministerie geen concluderende persberichten uitgeven over een onafhankelijk rapport.
– Was het niet verstandig geweest om het jaarverslag van de AIVD niet op de dag voor dit debat, maar op de dag erna te presenteren?
De minister wijst erop dat de wereld er voor 2 november 2004 anders uit zag dan erna.
– De minister onderschrijft de conclusie van de CTIVD dat er sprake is geweest van ernstige tekortkomingen bij de AIVD. De AIVD heeft de gewelddadigheid van Mohammed B. onderschat en heeft te weinig aandacht aan hem besteed. Als bepaalde feiten bekend zouden zijn geweest, zou echter nog steeds niet het beeld zijn ontstaan van iemand die betrokken was bij de voorbereiding van een concrete aanslag. Over de vraag of de moord voorkomen had kunnen worden, kan dus slechts gespeculeerd worden.
– Er is maar één verschil tussen de twee persberichten van het ministerie. De opmerking in het eerste persbericht dat, «ook als er meer aandacht was besteed aan Mohammed B., niet het beeld zou zijn ontstaan van iemand die betrokken was bij de voorbereiding van een concrete aanslag», is in het tweede persbericht als volgt gespecificeerd: «Als de AIVD een beter persoonsdossier van Mohammed B. had aangelegd of hem in de CT-Infobox had geplaatst, zou niet het beeld zijn ontstaan van iemand die betrokken was bij de voorbereiding van een concrete aanslag.» De kritiek van de CTIVD op het eerste persbericht was terecht, maar het was niet de bedoeling om iets af te doen aan haar conclusies. Er was sprake van een ongelukkige formulering, zoals ook blijkt uit de gelijktijdig naar de Kamer verzonden brief van de minister.
– Voortaan zal het ministerie geen persbericht uitgeven over rapporten van onafhankelijke commissies en zal de minister alleen een brief naar de Kamer sturen. Het desbetreffende persbericht had overigens niet rechtstreeks betrekking op het rapport, maar op de reactie van de minister daarop.
– Het verschil tussen het oordeel van de vorige minister en de huidige minister hangt samen met het rapport van de CTIVD, die in tegenstelling tot de AIVD de tijd en middelen had om alle informatie te verzamelen en met elkaar in verband te brengen. De minister onderschrijft de conclusie van haar voorganger dat in redelijkheid niet kan worden gesteld dat de AIVD op basis van de toenmalige situatie, inzichten en kennis tot een andere afweging over Mohammed B. had moeten komen. Zij voegt daar echter aan toe dat er achteraf bezien redenen waren om meer aandacht te besteden aan de radicalisering van Mohammed B.
– De Kamer zal schriftelijk nader worden geïnformeerd over de voortgang van de verbeteringen bij de AIVD.
– Mede op aanbeveling van de commissie-Havermans is het aantal medewerkers van de AIVD sinds 2004 uitgebreid van circa 900 naar circa 1400. Daarbij is uiteraard ook gelet op kwaliteit. Het komende jaar komen er nog 100 medewerkers bij. Het nieuwe personeel wordt mede op basis van de bevindingen van het CTIVD-rapport opgeleid en begeleid.
– De ontwikkeling van een geheel nieuwe gecompliceerde infrastructuur ten behoeve van de informatiehuishouding is al enkele jaren aan de gang en zal over twee jaar worden afgerond. De Kamer zal schriftelijk nader worden geïnformeerd over het tijdpad van dit traject.
– In 2004 waren de criteria voor opname in de CT-Infobox nog niet uitontwikkeld. De nadruk lag nog op de «hardcore»-terroristen. Sinds 2004 is de CT-Infobox verder ontwikkeld; de ervaringen daarmee zijn zeer positief. Iedereen van wie een van de deelnemende instanties een indicatie heeft dat er mogelijkerwijs iets aan de hand is, komt nu in de CT-Infobox.
– De samenwerking tussen de AIVD en de RID’s is sterk verbeterd door wederzijds duidelijk te maken aan welke informatie behoefte bestaat, onderlinge afstemming van de werkprocessen, de instelling van een gezamenlijke opleiding en de introductie van liaisons en halfjaarlijkse evaluaties.
– De AIVD heeft nu een apart team voor onderzoek op internet en maakt ook meer gebruik van internet. Op dat punt behoort Nederland tot de Europese kopgroep.
– Ten behoeve van de interne communicatie tussen AIVD-teams wordt momenteel een gezamenlijke dreigingsanalyse opgesteld. Er is inmiddels ook een gezamenlijk afwegingskader van de bedreiging.
– Ongeacht deze verbeteringen van structurele tekortkomingen, de lessen die uit de gemaakte fouten zijn getrokken en de inzet van de minister voor een zo goed mogelijk functionerende AIVD kan nooit worden gegarandeerd dat de AIVD geen fouten meer zal maken. De minister heeft vertrouwen in het functioneren van de AIVD, maar op het punt van de personele uitbreiding, de informatiehuishouding en de veiligheidsonderzoeken is de gewenste situatie nog niet bereikt.
– De minister doet de commissie de suggestie om een werkbezoek aan de AIVD te organiseren om de verbeteringen in de praktijk te beoordelen; zij zal er in dat geval voor zorgen dat de commissie dan afdoende geïnformeerd wordt.
– De wettelijke taak van de CTIVD is onderzoek naar rechtmatigheid. In de regelmatig daaruit voortkomende rapporten staat veel informatie over het functioneren van de AIVD, ook over de kwaliteit en juistheid van ambtsberichten. Als de Kamer de CTIVD structureel andersoortig onderzoek wil laten doen, moet die wettelijke taak worden aangepast. De huidige werkwijze past goed bij de controlerende verantwoordelijkheid van de Kamer. Als de Kamer de minister in bijzondere omstandigheden verzoekt om de CTIVD een onderzoek te laten doen dat verder gaat dan rechtmatigheid, is zij bereid om zo’n verzoek te beoordelen.
– Vaak is pas achteraf te beoordelen of de keuze om wel of juist niet een ambtsbericht uit te laten gaan, terecht is geweest. De officier van justitie heeft in het kader van de rechtszaak over de Hofstadgroep geconcludeerd dat alle ambtsberichten van de AIVD later door bewijs zijn ondersteund.
– Ambtsberichten komen terecht waar zij terecht moeten komen. Het is echter mogelijk dat een ambtsbericht niet bedoeld is voor een regio, maar voor de NCTb. De NCTb kan de informatie indien nodig doorsturen naar een betrokken regio. Strafrechtelijke ambtsberichten komen bij de landelijke officier van justitie terecht.
– Bij elk CTIVD-rapport beoordeelt de minister of de daarin opgenomen informatie openbaar kan worden. In dit geval heeft de minister op vijf punten een zin geabstraheerd om te voorkomen dat de bron identificeerbaar zou zijn. Daarnaast heeft de CTIVD, die verantwoordelijk is voor de eindredactie, de tekst op een aantal punten verduidelijkt.
– De minister ziet geen reden voor een parlementaire enquête, omdat deze kwestie zowel intern als door de CTIVD al naar tevredenheid is onderzocht.
– De informatie die het AIVD-team dat onderzoek deed naar radicalisering, niet deelde met het team dat onderzoek deed naar de Hofstadgroep, was zeer geheim omdat zij direct naar een bron leidde. Dat neemt niet weg dat die informatie ten onrechte niet is doorgegeven.
– De AIVD heeft wel degelijk aandacht besteed aan een netwerkanalyse, maar heeft daarbij meer prioriteit gegeven aan mensen van wie volgens de AIVD een concrete dreiging uitging. Daarom is er ook geen aandacht besteed aan de reis van Mohammed B. naar Denemarken.
– Toentertijd werd nog niet gewerkt met persoonsdossiers, maar met persoonskaarten.
– Er zijn na 2 november 2004 geen tapes vernietigd of weggegooid. Alle microfoontapes over de gebeurtenissen in de Antheunisstraat zijn «uitgeluisterd». De niet-relevante delen zijn conform de voorschriften gewist en de relevante delen zijn verstrekt aan het OM. Alle informatie, inclusief de uitgewerkte tapes, is verstrekt aan de CTIVD, die zelf ook meer informatie kon zoeken of opvragen. De CTIVD zag geen aanleiding voor nader onderzoek.
– De publicatie van het jaarverslag van de AIVD was al enige tijd gepland op 22 april. Dat hangt samen met de wettelijke verplichting van publicatie van het jaarverslag voor 1 mei en met het komende reces van de Kamer. Een andere bedoeling zat daar niet achter.
– De Kamercommissie voor Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten wordt actief door de minister geïnformeerd als zij van de AIVD informatie ontvangt waarvan zij vindt dat ook de commissie die informatie moet krijgen.
Samenstelling:
Leden: Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Boelhouwer (PvdA), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (ChristenUnie).
Plv. leden: Teeven (VVD), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Smilde (CDA), Van Gent (GroenLinks), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Vermeij (PvdA), Van Gerven (SP), Heerts (PvdA), Çörüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Timmer (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (ChristenUnie).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29854-27.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.