nr. 21
AMENDEMENT VAN HET LID GRIFFITH
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Na artikel V wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL VA
Artikel 2, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving
verkeersvoorschriften wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt «worden» vervangen door «kunnen»
en wordt voor «opgelegd» ingevoegd: worden.
2. De tweede zin komt te luiden: Ingeval een administratiefrechtelijke
sanctie wordt opgelegd zijn voorzieningen van strafrechtelijke of strafvorderlijke
aard uitgesloten.
II
Na artikel VA wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL VB
In artikel 154 van de Gemeentewet vervalt het derde lid, onder vernummering
van het vierde lid tot derde lid.
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe de strafbare feiten die thans exclusief door
de wet Mulder bestreken worden ook toegankelijk te maken voor het «gewone»
strafrecht. Daardoor zouden – met de strafbeschikking in de hand –
in de toekomst notoire recidivisten die worden aangehouden door de politie
beter aangepakt kunnen worden.
De Wet Mulder, of ook: Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
(verder WAHV) kent in zijn huidige vorm een vrij strikte afgrenzing van strafrechtelijke
en administratiefrechtelijke handhaving. Ter zake van de in de bijlage bij
deze wet omschreven gedragingen worden administratieve sancties opgelegd;
voorzieningen van strafrechtelijke en strafvorderlijke aard zijn uitgesloten,
zo volgt uit het eerste lid van artikel 2 WAHV. Uit het tweede lid volgt evenwel
dat strafrechtelijke handhaving wel aangewezen is bij gedragingen waarbij
letsel aan personen is ontstaan of schade aan goederen is toegebracht.
Het komt wenselijk voor dat de mogelijkheden zullen worden onderzocht
om de WAHV in de OM-afdoening te integreren. Dit amendement wil dit streven
ondersteunen en deels reeds realiseren door in het algemeen mogelijk te maken
dat de opsporingsambtenaar – binnen richtlijnen van het OM – kan
kiezen tussen een WAHV-afdoening en strafrechtelijke afdoening. De rol van
het strafrecht is dan derhalve niet langer beperkt tot de situatie van schade
of letsel. Aangetekend zij daarbij overigens dat artikel 5 WVW nu ook in veel
gevallen een handvat biedt voor strafvervolging bij verkeersovertredingen.
Strafrechtelijke afdoening, die door de OM-afdoening efficiënter wordt,
kan vooral in de rede liggen als er een bekende verdachte is. De overtreding
kan in dat geval worden geregistreerd in de justitiële documentatie,
en daarmee tot een hogere bestraffing bij – veelvuldige – recidive
leiden. Aan de efficiëntie van de afdoening wordt door dit voorstel niet
afgedaan, nu WAHV-afdoening in dezelfde gevallen mogelijk blijft.
Bij de voorgestelde aanpassing van de verhouding tussen strafrechtelijke
en administratiefrechtelijke afdoening van verkeersovertredingen kan ook de
daarop geënte bepaling in de Gemeentewet vervallen.
Griffith