nr. 19
AMENDEMENT VAN HET LID VAN HAERSMA BUMA
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel CC een onderdeel ingevoegd, luidende:
CCa
Na artikel 576 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 576a
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de staat geldbedragen,
verkregen uit de tenuitvoerlegging van geldboetes, op een daarbij vast te
stellen grondslag en naar daarbij vast te stellen regelen ten goede laat komen
aan een rechtspersoon die krachtens het publiekrecht is ingesteld.
II
Na artikel VI wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL VIA
Na artikel 27 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 27a
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de staat geldbedragen,
verkregen uit de tenuitvoerlegging van administratieve sancties, op een daarbij
vast te stellen grondslag en naar daarbij vast te stellen regelen ten goede
laat komen aan een rechtspersoon die krachtens het publiekrecht is ingesteld.
Toelichting
Bij brieven van 2 november 2004 (28 684, nr. 41) heeft de Minister
van Justitie aan de Kamer medegedeeld dat hij, vooruitlopend op de inwerkingtreding
van de invoering van de bevoegdheid voor decentrale overheden om een bestuurlijke
boete op te leggen voor kleine ergernissen in het publieke domein en fout
parkeren, aan de gemeenten een handreiking wil doen. Deze voorziet in een
tegemoetkoming in de kosten die de decentrale overheid maakt om parkeerbeschikkingen
en processen-verbaal (p.v.'s) ter bekeuring van kleine ergernissen in de publieke
ruimte uit te schrijven. Gemeenten komen in principe in aanmerking voor de
p.v.-vergoeding voor door buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA's) uitgeschreven
p.v.'s ter bekeuring van kleine ergernissen. Ook wanneer een gemeente niet
voornemens is om de bestuurlijke handhaving van kleine ergernissen op zich
te nemen, komt deze in aanmerking voor de p.v.-vergoeding.
De door de BOA's uitgeschreven bekeuringen kunnen op basis van het nieuwe
artikel 257b Sv het karakter krijgen van strafbeschikkingen. Dit amendement
beoogt de vergoeding voor uitgeschreven strafbeschikkingen een wettelijke
basis te geven.
Met dit amendement, dat in samenhang moet worden gezien met het voorgestelde
artikel 257ba Sv, wordt deze mogelijkheid nader ingevuld. De mogelijkheid
wordt gecreëerd om een deel van de opbrengsten van boetes die het resultaat
zijn van deze handhavingsinspanningen door te sluizen naar rechtspersonen
die krachtens publiekrecht zijn ingesteld. Dat is, zo volgt uit artikel 1:1
Algemene wet bestuursrecht, een passende aanduiding voor bestuursorganen met
vermogensrechtelijke zelfstandigheid. Dit is wetstechnisch zuiverder dan het
apart benoemen van gemeenten in deze wetsbepaling. Bij het doorsluizen van
de opbrengst zal rekening gehouden kunnen worden met extra incassoactiviteiten
(CJIB) en extra verzetten en daarmee meer werk voor de rechterlijke macht.
Wanneer het wetsvoorstel bestuurlijke boete kleine ergernissen tot wet
is verheven en in werking is getreden zullen veel gemeenten via die weg de
handhaving onder eigen verantwoordelijkheid vormgeven. Dit amendement zal
die gemeenten die de bestuurlijke boete niet invoeren, de mogelijkheid bieden
om toch de handhaving te versterken.
Van Haersma Buma