nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 21 februari 2005
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I wordt na het opschrift een aanhef ingevoegd, die luidt: De
Wegenverkeerswet 1994 wordt als volgt gewijzigd:.
B
Na artikel I worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IA
Indien het bij koninklijke boodschap van 22 juli 2002 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet
1994, in verband met de herijking van een aantal wettelijke strafmaxima (28 484)
tot wet is verheven en in werking is getreden op het tijdstip waarop deze
wet in werking treedt, komt artikel I, onderdeel D, van deze wet te luiden:
D
In artikel 175, derde lid, wordt «artikel 8, eerste of tweede lid,»
vervangen door: artikel 8, eerste, tweede of derde lid,.
ARTIKEL IB
Indien het bij koninklijke boodschap van 22 juli 2002 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet
1994, in verband met de herijking van een aantal wettelijke strafmaxima (28 484)
tot wet wordt verheven en in werking treedt na het tijdstip waarop deze wet
in werking is getreden, wordt inartikel II, onderdeel A, van die
wet in artikel 175, derde lid,«artikel 8, eerste of tweede lid,»
vervangen door: artikel 8, eerste, tweede of derde lid,.
Toelichting
In artikel II, onderdeel A, van het voorstel van wet tot wijziging van
het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994, in verband met de
herijking van een aantal wettelijke strafmaxima (Kamerstukken II 2001/02,
28 484, nrs. 1–2) wordt voorgesteld artikel 175 van de Wegenverkeerswet
1994 te wijzigen. Materieel komt het voorgestelde artikel 175, derde lid,
overeen met het huidige artikel 175, tweede lid. In het laatstgenoemde artikellid
wordt bij artikel I, onderdeel D, van het onderhavige wetsvoorstel een wijziging
aangebracht. Indien het wetsvoorstel 28 484 tot wet wordt verheven en
eerder in werking treedt dan het onderhavige wetsvoorstel, dient deze wijziging
in artikel 175, derde lid, te worden aangebracht . Het voorgestelde artikel
IA strekt daartoe. Artikel IB biedt een voorziening voor de situatie waarin
de volgorde van inwerkingtreding van beide wetsvoorstellen omgekeerd is.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner