29 844
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met verlaging van de wettelijke alcohollimiet voor beginnende bestuurders

nr. 6
VERSLAG

Vastgesteld 30 november 2004

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1, belast met het voorbereidend onderzoek, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen omtrent dit voorstel van wet. Onder het voorbehoud dat de regering de in dit verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende beantwoordt, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inleiding

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Zij vragen de regering om een verklaring waarom het indienen van een wetswijziging 2 jaar op zich heeft laten wachten terwijl de discussie met betrekking tot het beginnerrijbewijs, waarvan dit voorstel een onderdeel is, al in 2002 plaats vond. De publiciteit die destijds gegenereerd is met de bespreking van de voornemens, is daardoor nauwelijks bruikbaar meer en het lijkt voor de hand te liggen een geheel nieuwe publiekscampagne te voeren.

De leden van de fractie van de Partij van de Arbeid hebben met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige wijziging van de Wegenverkeerswet. Deze leden kunnen instemmen met het doel van de wijziging, namelijk het hoge aantal ongelukken onder jonge automobilisten terug te dringen. Een verlaging van het alcoholpromillage van 0,5 naar 0,2 voor beginnende bestuurders als hoofdmaatregel van deze wetswijziging vinden de leden van de PvdA-fractie een eerste, belangrijke stap.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel. Wel hebben deze leden nog enkele vragen.

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij constateren dat er breed draagvlak bestaat voor een verlaging van de wettelijke alcohollimiet voor beginnende bestuurders. Deze leden willen het kabinet enkele vragen voorleggen over achtergrond en inhoud van het wetsvoorstel.

Het voorstel maakt onderdeel uit van een pakket maatregelen gericht op de groep jonge bestuurders. In de toelichting worden die op pagina 2 op een rijtje gezet. De leden van de fractie van de ChristenUnie informeren of het kabinet overweegt om ook nog op andere onderdelen maatregelen te treffen. Uit recent onderzoek van het SWOV komt naar voren dat jongeren vaak betrokken zijn bij ernstige ongelukken, maar dat lang niet altijd alcohol in het spel is. Het SWOV stelt onder meer vast dat jongeren steeds vaker onder invloed van drugs rijden (zie Elsevier, 20 november 2004). Wil het kabinet hierop reageren?

Deze leden informeren hoeveel beginnende bestuurders in 2004 betrokken zijn geweest bij een ongeval, waarbij doden of (zwaar)gewonden zijn gevallen. Zij vragen in dit verband ook waarom geen onderzoek is verricht naar het effect van een verlaging van de wettelijke limiet op de verkeersveiligheid van beginnende of jonge bromfietsers.

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij zijn tevreden met de aandacht die terecht wordt gegeven aan de groep beginnende bestuurders, die relatief vaak zijn betrokken bij verkeersongevallen.

De leden van de SGP-fractie merken op, dat ongevallen in het verkeer door alcoholgebruik vaak gepaard gaan met drugs- of XTC-gebruik. Waarom is in dit wetsvoorstel hieraan voorbijgegaan?

Inhoud

De leden van de PvdA-fractie vinden ook, zoals in de Memorie van Toelichting staat (blz. 2), dat deze promillageverlaging een deel van een pakket maatregelen is. Maar deze leden stellen zich liever een nog breder pakket maatregelen voor ogen, waarbij het puntenrijbewijs als uitgangspunt had moeten gelden voor alle verkeersdeelnemers, en dan niet alleen voor jonge automobilisten en niet alleen toegespitst op alcohol in het verkeer. In dit verband vragen deze leden zich ook af waarom de verlaging van het alcoholpromillage niet voor alle bestuurders geldt, ongeacht (on)ervarenheid? Volgens deze leden zou een generieke verlaging voor alle verkeersdeelnemers veel meer duidelijkheid bieden en ook helpen bij de verkeerscontroles. In dit opzicht zou ook meer duidelijkheid geboden kunnen worden door niet alleen te spreken over alcoholpromillages, maar «aantal glazen» of «geen alcohol drinken als je rijdt» of iets vergelijkbaars. De leden van de PvdA-fractie betreuren daarom het gebrek aan voortvarendheid bij het invoeren van het genoemde puntenrijbewijs voor alle, relevante, verkeersdeelnemers.

Voor wat betreft de inhoud van de voorgestelde maatregel merken de leden van de fractie van de ChristenUnie op dat de keuze voor een aparte aanpak voor beginnende bestuurders redelijk is te verdedigen. Zij hebben er kennis van genomen dat de Raad van Hoofdcommissarissen zijn voorkeur heeft uitgesproken voor een generieke verlaging naar 0,2 promille. Delen de indieners de opvatting dat de nu voorgestelde oplossing, te weten een apart regime voor beginnende bestuurders, eigenlijk een verlegenheidsoplossing is? Is de te kleine capaciteit van politie en justitie, en daarmee samenhangend de relatief kleine pakkans, de enige échte reden voor het afzien van een generieke verlaging van het toegestane promillage?

De leden van de fractie van de ChristenUnie verzoeken het kabinet nader te onderbouwen waarom niet is gekozen voor een maximaal toegestaan promillage voor beginnende bestuurders van 0,1 promille, zoals in Oostenrijk.

De leden van de SGP-fractie gaan uit van het principe dat deelname aan het verkeer en alcoholgebruik niet samen kunnen gaan. In die zin vinden de leden van de SGP-fractie het in de rede liggen om voor álle bestuurders uit te gaan van een verbod op autorijden bij een alcoholpromillage van 0,2 promille of hoger. Deze leden hebben kennisgenomen van de gesignaleerde nadelen hiervan, maar heeft de regering voldoende overwogen of het genoemde principe niet meer benadrukt wordt door het aangescherpte verbod van toepassing te doen zijn op alle bestuurders? Is er toch niet sprake van een zekere rechtsongelijkheid in het wetsvoorstel indien een bestuurder met een alcoholpromillage van 0,3 promille, die 4 jaar zijn rijbewijs heeft, wordt verbaliseerd en een bestuurder met hetzelfde alcoholpromillage, die zes jaar zijn rijbewijs heeft, ongestraft kan doorrijden?

Bromfiets

De leden van de CDA-fractie vragen of het beslist nodig is om tot invoering van het bromfietsrijbewijs te wachten om ook 16 tot 24-jarigen die een bromfiets besturen onder deze bepaling te doen vallen? Kan in Artikel 8 (ARTIKEL I onder A) bij lid 3 niet een extra punt worden toegevoegd? Immers het criterium «jeugdige overmoed» is op deze leeftijdsgroep van toepassing en bij beginnende bestuurders vormt dat nu juist de kwetsbaarheid waardoor de verlaging van het promillage gerechtvaardigd wordt.

Gezien de steun van de leden van de PvdA-fractie voor het puntensysteem, spreekt het voor zich dat deze leden zich wel goed kunnen vinden in het voorstel van een bromfietserrijbewijs (MvT, blz.3). Deze leden betreuren het echter dat, tegen het advies van de Raad van State in, een verlaging van de alcohollimiet voor jonge bromfietsers niet wordt overwogen of ingevoerd.

Het kabinet neemt het advies van de Raad van State om ook voor bromfietsers in de leeftijd tot 24 jaar een verlaging van de alcohollimiet naar 0,2 promille in te voeren niet over. Het belangrijkste argument is dat op korte termijn een rijbewijs voor het besturen van een bromfiets wordt verplicht gesteld. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen wanneer die wettelijke verplichting op zijn vroegst gerealiseerd zal kunnen zijn. Aansluitend vragen zij wat zich ertegen zou verzetten het advies van de Raad van State op dit punt over te nemen, totdat het bromfietsrijbewijs is ingevoerd.

Handhaving

De passages m.b.t. de effecten bij een generieke maatregel en de handhavingscapaciteit roepen bij de leden van de CDA-fractie vragen op. Moet uit het gestelde op bladzijde 6, dat de verlaging alleen voor beginnende bestuurders wordt ingezet omdat de door de politie te controleren doelgroep dan niet in grote mate toeneemt, verstaan worden dat de politie gericht op deze doelgroep gaat controleren? Is het niet juist zo, dat nu het regime van 0.5 promille nog geldt, iedere beginnende rijder valt onder de te controleren doelgroep? Kan de regering nader aangeven hoe de handhaving van de beide categorieën alcohollimieten in de praktijk gestalte gaat krijgen?

De leden van de PvdA vinden de redenering over generieke handhaving onlogisch (MvT, blz. 5). Zo wordt gesteld dat een generieke verlaging naar 0,2 promille met gelijkblijvende handhavingcapaciteit juist tot meer doden zou leiden, en daarom niet wordt gekozen om tot een generieke verlaging te komen. De pakkans van zware overtreders zou verminderen met het aanhouden van meer kleinere overtreders. Statistisch zou dit wellicht kunnen kloppen. Maar de leden van de PvdA-fractie zouden het nog logischer vinden om juist meer te doen aan handhaving, en wijzen graag naar het voorstel van de PvdA: «twee keer dronken achter het stuur je rijbewijs kwijt». Volgens deze leden worden dan de zware overtreders van de weg gehaald, zonder de pakkans te verminderen. Met andere woorden, zij menen dat andere manieren van handhaven (lik-op-stuk) de pakkans aanzienlijk zou moeten verhogen. Graag zien deze leden een reactie op deze stelling. Ook menen zij dat een strenger beleid (verlaging alcoholpromille) toch ook een preventieve uitwerking zou moeten kunnen hebben, zeker met lik-op-stuk handhaving. Bovendien zal handhaving toch plaatsvinden, omdat niet voorafgaand aan alcoholcontrole duidelijk kan zijn of een bestuurder wel of niet «beginnend» is. Met andere woorden: meer of minder dan vijf jaar rijervaring is niet vooraf te bepalen bij verkeerscontroles (zie bijvoorbeeld blz. 7 MvT). Kan de regering op deze constatering reageren?

Uit de paragraaf over «adviezen» (MvT, blz. 3), blijken er veel bezwaren te leven tegen uitvoering van deze maatregel. Deze bezwaren worden niet uitvoerig behandeld, ook niet in paragraaf 4 van de MvT (blz. 8). De leden van de PvdA-fractie wensen daarom een nadere toelichting. Betreft het bij de uitvoering en handhaving inderdaad alleen een aantal technische problemen met de «selectieapparatuur» die geen duidelijke herkenbare indicatie kan geven in de marge tussen 0,2 en 0,5 promille en het vaststellen van identiteit of leeftijd (MvT, blz. 8–9)?

De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van de diverse passages in de Memorie van Toelichting over onderzoek naar de pakkans bij verlaging van het toegestane alcoholpromillage voor onervaren bestuurders. Zij constateren dat de uitkomsten niet eenduidig zijn. Niettemin zijn deze leden bereid het voordeel van de twijfel te geven aan beoogde effect van de voorgestelde wetgeving. Daarbij spreken zij wel de wens uit dat het thans voorgestelde handhavingsinstrumentarium wordt geëvalueerd indien enige praktijk ervaring in Nederland is opgedaan. De leden van de VVD-fractie achten het ongewenst indien de beperkte handhavingcapaciteit zou worden gaan worden ingezet ten behoeve van de controle van tot op heden niet strafbare promillages, indien dit ten koste zou gaan van controle op of een geringere pakkans voor zware alcoholdelicten.

Sancties

De leden van de VVD-fractie vragen welke sanctie zal gaan gelden bij overtreding van de in het wetsvoorstel opgenomen norm van een bloedalcoholgehalte (BAG) van 0,2 promille voor beginnende bestuurders. Zullen de vingerende sancties bij een hoger percentage dan 0,5 promille voor beginnende bestuurders ook van toepassing zijn op promillages tussen 0,2 – 0,5 of wordt hiervoor een nieuwe (lagere) sanctie voorzien? Indien dit laatste niet het geval is acht de regering het dan redelijk dat een percentage van bijvoorbeeld 0,3 met dezelfde sanctie kan worden getroffen als bijvoorbeeld een promillage van 0,7?

Kan de regering aangeven op welke wijze overtreding van het in het wetsvoorstel opgenomen verbod zal worden gesanctioneerd na algehele invoering van een puntenrijbewijs voor alle bestuurders van een motorvoertuig. Blijft het in het wetsvoorstel geschetste systeem van een beginnersrijbewijs apart bestaan, inclusief de vooralsnog beoogde sancties, of zal een geheel nieuw puntensysteem worden ontworpen?

Overigen

De leden van de CDA-fractie vragen wat de positie van een rijbewijshouder is met een in het buitenland verkregen rijbewijs, die zijn rijbewijs voor een Nederlands rijbewijs inwisselt. Wordt daarbij de oorspronkelijke datum van eerste afgifte in het buitenland gehanteerd of gaat de eerste afgifte in Nederland gelden als begindatum? Wanneer eerste afgifte gedaan is in een land behorende tot de EU, wat zijn dan de juridische implicaties in Europees verband?

De leden van de SGP-fractie informeren tevens naar de voortgang omtrent invoering van het alcoholslot. Wanneer zal dit wettelijk verankerd worden?

De voorzitter van de commissie,

Atsma

De griffier van de commissie,

Roovers


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), Ondervoorzitter, Atsma (CDA), Voorzitter, Van Gent (GL), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Oplaat (VVD), Geluk (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Depla (PvdA), Van As (LPF), Mastwijk (CDA), Duyvendak (GL), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Bruls (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Boelhouwer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Hermans (LPF), Dezentjé Hamming (VVD), Van Hijum (CDA).

Plv. leden: Heemskerk (PvdA), Samsom (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Hessels (CDA), Vos (GL), Smeets (PvdA), De Ruiter (SP), Slob (CU), Aptroot (VVD), Szabó (VVD), Van Dijken (PvdA), Waalkens (PvdA), Herben (LPF), Van Winsen (CDA), Halsema (GL), Jager (CDA), Vergeer (SP), Ten Hoopen (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Bakker (D66), De Pater-van der Meer (CDA), Van Dam (PvdA), Van Beek (VVD), Dubbelboer (PvdA), Van den Brink (LPF), Luchtenveld (VVD), Buijs (CDA).

Naar boven