nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gezien de grote ongevalsbetrokkenheid
van beginnende bestuurders wenselijk is voor deze groep van bestuurders een
lagere alcohollimiet in te voeren;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
A
1. Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, wordt een lid
ingevoegd, luidende:
3. In afwijking van het tweede lid is het de bestuurder van een motorrijtuig
voor het besturen waarvan een rijbewijs is vereist, indien sedert de datum
waarop aan hem voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven nog geen vijf
jaren zijn verstreken en de eerste afgifte van het rijbewijs op of na 30 maart
2002 heeft plaatsgevonden, verboden dat motorrijtuig te besturen of als bestuurder
te doen besturen na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat:
a. het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek hoger blijkt te
zijn dan 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht, dan wel
b. het alcoholgehalte van zijn bloed bij een onderzoek hoger blijkt te
zijn dan 0,2 milligram per milliliter bloed.
2. In het vierde lid wordt «het eerste of het tweede lid»
vervangen door: het eerste, tweede of derde lid.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Voor de toepassing van het derde lid wordt onder een rijbewijs mede
verstaan een rijbewijs, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland.
B
Artikel 163 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «artikel 8, tweede lid, onderdeel a»
vervangen door: artikel 8, tweede lid, onderdeel a, of artikel 8, derde lid,
onderdeel a.
2. In het vierde en het achtste lid wordt «artikel 8, tweede lid,
onderdeel b» telkens vervangen door: artikel 8, tweede lid, onderdeel
b, of artikel 8, derde lid, onderdeel b.
C
Artikel 164 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a vervalt: onderdeel a,
b. Onder verlettering van de onderdelen b en c tot c en d wordt een onderdeel
ingevoegd, luidende:
b. artikel 8, indien bij een onderzoek als bedoeld in het derde lid van
die bepaling blijkt of, bij het ontbreken van een dergelijk onderzoek, een
ernstig vermoeden bestaat dat het alcoholgehalte van de adem van de bestuurder
hoger is dan 350 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht, onderscheidenlijk
het alcoholgehalte van het bloed van de bestuurder hoger blijkt te zijn dan
0,8 milligram alcohol per milliliter bloed;
2. Het vierde lid komt te luiden:
4. De ingevorderde bewijzen worden tegelijk met het proces-verbaal onverwijld
opgezonden aan de officier van justitie. De officier van justitie is bevoegd
de ingevorderde bewijzen onder zich te houden totdat de rechterlijke uitspraak
in kracht van gewijsde is gegaan of, indien bij de uitspraak de bestuurder
de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuig onvoorwaardelijk is ontzegd,
tot het tijdstip waarop de ontzegging is verstreken, indien:
a. bij het in het tweede lid, onderdeel a, bedoelde onderzoek is gebleken
of, bij ontbreken van een dergelijk onderzoek, een ernstig vermoeden bestaat
dat het alcoholgehalte van de adem van de bestuurder hoger was dan 785 microgram
alcohol per liter uitgeademde lucht, onderscheidenlijk het alcoholgehalte
van het bloed van de bestuurder hoger blijkt te zijn dan 1,8 milligram alcohol
per milliliter bloed;
b. bij het tweede lid, onderdeel b, bedoelde onderzoek is gebleken of,
bij ontbreken van een dergelijk onderzoek, een ernstig vermoeden bestaat dat
het alcoholgehalte van de adem van de bestuurder hoger was dan 570 microgram
alcohol per liter uitgeademde lucht, onderscheidenlijk het alcoholgehalte
van het bloed van de bestuurder hoger blijkt te zijn dan 1,3 milligram alcohol
per milliliter bloed;
c. de maximumsnelheid met 70 kilometer of meer is overschreden, dan wel
d. op grond van andere feiten of omstandigheden ernstig rekening moet
worden gehouden met de mogelijkheid dat de bestuurder opnieuw een feit als
bedoeld in het tweede of derde lid zal begaan.
D
In artikel 175, tweede lid, wordt «artikel 8, eerste of tweede lid,»
vervangen door: artikel 8, eerste, tweede of derde lid,
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
De Minister van Justitie,