Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2013
Bij brief van 5 juli 2012 ontving u mijn inhoudelijke reactie op het onderzoeksrapport
van het College van Toezicht Auteurs- en Naburige rechten (hierna: het College van
Toezicht) naar het functioneren van Buma-Stemra.1 In dat onderzoeksrapport heeft het College van Toezicht aangekondigd nog nader onderzoek
uit te voeren naar de geldstromen en de incassopraktijk bij Buma. Het rapport met
de uitkomsten van dit onderzoek treft u hierbij aan2.
Het College van Toezicht concludeert dat de achtereenvolgende jaarlijkse accountantscontroles
geen aanleiding geven om te vermoeden dat er sprake is geweest van financieel wanbeleid.
Uit de Financiële rapporten die het College van Toezicht sinds 2010 uitbrengt, blijkt
dat Buma kan verantwoorden tegen welke kosten gelden worden geïnd en verdeeld aan
rechthebbenden. Ook is volgens het College van Toezicht gebleken dat de snelheid waarmee
dit gebeurt grotendeels resulteert in uitbetaling aan rechthebbenden binnen de termijn
van drie jaar na ontvangst.
Het College van Toezicht stelt vast dat Buma vorderingen heeft gemaakt met de nieuwe
bestuursstructuur, de aangescherpte gedragscode en de implementatie van het zogenaamde
INK-model met externe audits. Tegelijkertijd geven de uitkomsten van het onderzoek
het College van Toezicht aanleiding om Buma te adviseren om een aantal maatregelen
te treffen die de kwaliteit van de besluitvorming, de integriteit van de processen
en de transparantie moeten verbeteren.
Het gaat om een herijking van de besluitvorming die ten grondslag ligt aan de incasso
en de repartitie, de instelling van een auditcommissie en verbetering van de communicatie
aan betalingsplichtigen en rechthebbenden over de besluiten die invloed hebben op
de incasso en de verdeling. Ten aanzien van de informatievoorziening wijst het College
van Toezicht met name op de noodzaak om beter te communiceren hoe een tarief tot stand
is gekomen en wat de overwegingen zijn die ten grondslag liggen aan het incassobeleid.
Buma dient uiterlijk 31 mei a.s. aan het College van Toezicht te rapporteren op welke
wijze invulling zal worden gegeven aan de adviezen in het onderzoeksrapport. Met de
geplande inwerkingtreding van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve
beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (Stb. 2013, 97) zal het College van Toezicht per 1 juli 2013 volledig geëquipeerd zijn om toe te
zien op de uitvoering van de noodzakelijke verbeteringen in de bedrijfsvoering van
Buma.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven