nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel I wordt na onderdeel G een nieuw onderdeel ingevoegd, dat luidt:
Ga
Aan artikel 38 wordt een derde lid toegevoegd, luidende:
3. In afwijking van het eerste lid stelt Onze Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap regels met betrekking tot het materieelbeheer van museale
voorwerpen die aan het Rijk toebehoren dan wel zijn toevertrouwd, en met betrekking
tot de administraties die ten behoeve van dat materieelbeheer worden bijgehouden.
Toelichting
Op 28 april jl. heeft de Staatssecretaris van Cultuur met de Vaste
Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Vaste Commissie voor
Justitie een algemeen overleg gevoerd over de bekrachtiging van het Unidroit-verdrag.
In dat overleg heeft zij een brief aan de Kamer aangekondigd inzake de maatregelen
die zullen worden getroffen om verdwijningen van kunstvoorwerpen uit de collectie
van Instituut Collectie Nederland tegen te gaan. Onderdeel van dat plan van
aanpak zal zijn de vervanging van het koninklijke besluit van 10 december
1984, houdende regeling van de zorg voor objecten van culturele waarde van
het Rijk (Stcrt. 1985, 34) door een nieuwe ministeriële regeling inzake
het beheer van rijksmuseale voorwerpen. Het gaat hierbij zowel om de regeling
van het beheer van rijksmuseale collecties die aan de (verzelfstandigde) rijksmusea
of aan andere zelfstandige instellingen in beheer zijn gegeven als om museale
voorwerpen die ter verfraaiing van de werkomgeving in allerlei rijksgebouwen
zijn opgesteld.
De bestaande wetgeving op het gebied van het cultuurbeleid leent zich
niet goed voor een delegatiebevoegdheid tot lagere regelgeving, omdat die
wetgeving zich niet richt op (het beheer van) de museale voorwerpen die in
het bezit van het Rijk zijn. De wettelijke basis voor die regeling kan wel worden gevonden in artikel 38, eerste lid, van de Comptabiliteitswet
2001 (CW 2001), op basis waarvan het materieelbeheer van het Rijk nader kan
worden geregeld.
Artikel 38, eerste lid, CW 2001 luidt: «Onze Minister van Financiën
stelt regels met betrekking tot het financieel beheer, het materieelbeheer
en de administraties die ten behoeve van dat beheer worden bijgehouden».
Ten einde de primaire verantwoordelijkheid voor de regeling van het beheer
van rijksmuseale voorwerpen bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
neer te leggen, is het noodzakelijk aan artikel 38 CW 2001 een nieuw lid toe
te voegen waarin, in afwijking van het eerste lid, de verantwoordelijkheid
voor het regelen van het materieelbeheer, inclusief de daartoe bij te houden
administraties, bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt
gelegd en niet bij de Minister van Financiën.
Met deze verantwoordelijkheidstoewijzing in de CW 2001 voor het materieelbeheer
van deze voorwerpen aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt
aangegeven dat dit specifieke materieelbeheer in eerste instantie wordt beschouwd
als een vorm van cultuurbeheer en pas in tweede instantie als een vorm van
bedrijfsvoering. De te stellen regels ter zake van het cultuurbeheer gaan
daarbij vóór die ter zake van het materieelbeheer als onderdeel
van de bedrijfsvoering.
De in voorbereiding zijnde Regeling beheer rijksmuseale voorwerpen zal
binnenkort aan de Algemene Rekenkamer voor advies worden voorgelegd.
De Minister van Financiën,
G. Zalm