29 827
Wijziging van de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van Strafvordering ter implementatie van richtlijn nr. 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 januari 2003 betreffende handel met voorwetenschap en marktmanipulatie (PbEU L 96), richtlijn nr. 2003/124/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 december 2003 tot uitvoering van richtlijn nr. 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de definitie en openbaarmaking van voorwetenschap en de definitie van marktmanipulatie betreft (PbEU L 339), Richtlijn nr. 2003/125/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 december 2003 tot uitvoering van richtlijn nr. 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de juiste voorstelling van beleggingsaanbevelingen en de bekendmaking van belangenconflicten betreft (PbEU L 339) en richtlijn nr. 2004/72/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 april 2004 tot uitvoering van richtlijn nr. 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad wat gebruikelijke marktpraktijken, de definitie van voorwetenschap met betrekking tot van grondstoffen afgeleide instrumenten, het opstellen van lijsten van personen met voorwetenschap, de melding van transacties van leidinggevende personen en de melding van verdachte transacties betreft (PbEU L 72) (Wet marktmisbruik)

nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2005

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Marktmisbruik heb ik u onder meer toegezegd dat ik het begrip «emittent» zoals opgenomen in de definitie van voorwetenschap in de richtlijn Marktmisbruik, zou opnemen in de definitie van voorwetenschap in het wetsvoorstel. Aangezien in het voorstel van Wet op het financieel toezicht (29 708) het begrip «uitgevende instelling» gedefinieerd zal worden, zal ik bij gelegenheid van de Wft aan uw verzoek tegemoet komen. Dan zal overigens ook het begrip «financieel instrument» gedefinieerd worden. Hierdoor worden terminologische verschillen binnen de Wet toezicht effectenverkeer 1995 voorkomen zonder afbreuk te doen aan de bedoeling van de richtlijn.

Ik zou in deze brief ook kort ingaan op het begrip «significant». Onder significant zoals dat wordt gebruikt in de definitie van voorwetenschap moet betekenisvol worden verstaan. Het gaat derhalve om informatie waarvan een redelijk handelende belegger waarschijnlijk gebruik zal maken om er zijn beleggingsbeslissingen ten dele op te baseren.

Tevens bied ik u hierbij de tweede nota van wijziging bij het wetsvoorstel aan (kamerstuk 29 827, nr. 10).

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven