Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2012
In het overleg van 9 februari jongstleden over NedCar heb ik toegezegd u te informeren
over de gevolgen van het aflopen van het Sociaal Plan en wat dit betekent voor de
verplichtingen van de werkgever (Mitsubishi Motors Corporation – MMC) richting de
werknemers van NedCar.
Een sociaal plan is niet wettelijk geregeld. Het is een regeling die tot stand komt
al dan niet in overeenstemming tussen de werkgever en één of meer werknemersverenigingen
en/of het medezeggenschapsorgaan. In een sociaal plan zijn voorwaarden opgenomen voor
werknemers over herplaatsing, overplaatsing en al dan niet gedwongen ontslag en de
daarmee samenhangende collectieve afvloeiingscriteria en -voorwaarden.
Momenteel heeft Nedcar een sociaal plan 2007–2012. Dit sociaal plan heeft de intentie
om voor alle werknemers de gevolgen van herstructurering en personeelsreductie binnen
sociaal verantwoorde kaders op te vangen. Deze voorwaarden zijn onder andere een beëindigingsvergoeding
en begeleiding en bemiddeling naar ander werk.
Dit sociaal plan is niet aangemeld bij mijn ministerie in het kader van de Wet op
de loonvorming en krijgt daardoor niet de werking die de Wet op de cao daaraan verbindt.
Als een sociaal plan is aangemeld, dan maken de bepalingen van het sociaal plan automatisch
onderdeel uit van de arbeidsovereenkomsten van de werknemers die lid zijn van de vakbonden
die het sociaal plan hebben afgesloten. De werkgever is dan ook verplicht de bepalingen
van een cao aan al zijn andere werknemers aan te bieden. Bovendien loopt in dat geval
de cao na afloop door, tenzij de cao is opgezegd of als de cao een expliciete bepaling
bevat die bepaalt dat na de einddatum de cao van rechtswege is geëindigd. Overigens
kunnen partijen het sociaal plan alsnog aanmelden waarbij zij aangeven wanneer de
cao met een terugwerkende kracht in werking treedt.
Het is bekend dat het sociaal plan eindigt op 31 december 2012. Dat betekent niet
dat de werkgever geen verplichtingen meer zou hebben. Van belang in dit verband is
de cao Metalektro waar Nedcar onder valt. Deze cao schrijft voor dat «de werkgever
in overleg met werknemersvakverenigingen en de werkgeversvereniging een sociaal plan
zal opstellen waarin wordt aangegeven met welke belangen van de werknemers in het
bijzonder rekening dient te worden gehouden en welke voorzieningen in verband daarmede
kunnen worden getroffen.» Ik ga er dan ook vanuit dat de werkgever zijn verantwoordelijkheid
in deze neemt en in overleg met de vakbonden tot een (nieuw) sociaal plan komt.
Verder merk ik op dat de werkgever op grond van de Wet melding collectief ontslag
gehouden is een voorgenomen ontslag van 20 of meer werknemers (binnen een tijdsbestek
van drie maanden) te melden aan de belanghebbende vertegenwoordigers van werknemers,
ter tijdige raadpleging van deze vertegenwoordigers. Deze raadpleging dient ten minste
betrekking te hebben op de mogelijkheden om collectieve ontslagen te voorkomen, of
in aantal te verminderen, alsook op de mogelijkheid de gevolgen ervan te verzachten
door het nemen van sociale begeleidingsmaatregelen. Dit kan bijdragen aan de herplaatsing
of omscholing van de werknemers die met ontslag worden bedreigd.
Mocht het onverhoopt zo zijn dat er geen sociaal plan tot stand komt en de werknemers
(na vergunningverlening door UWV) ontslagen worden zonder dat er voor hen compenserende
maatregelen zijn afgesproken, dan kan de werknemer zich tot de rechter wenden wegens
kennelijk onredelijk ontslag. Het is dan aan de rechter om dit te beoordelen. Hij
kan eventueel tot een schadevergoeding overgaan. Als de werkgever besluit om het ontslag
te realiseren via de ontbindingsrechter dan kan deze eveneens een vergoeding toekennen.
Het is aan de ontbindingsrechter om te beoordelen of een vergoeding moet worden verleend
en zo ja, wat de omvang hiervan moet zijn.
Ik vertrouw er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H. G. J. Kamp