Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 oktober 2012
Hierbij bied ik u, naar aanleiding van het verzoek van het lid Karabulut, mijn schriftelijke
reactie aan ten aanzien van de ontwikkelingen bij het Sw-bedrijf BaanStede. Bij de
regeling van werkzaamheden d.d. 11 oktober 2012 (Handelingen II, 2012–2013, nr. 12, Regeling van Werkzaamheden) geeft mevrouw Karabulut aan dat het Sw-bedrijf BaanStede
wil stoppen als werkgever voor mensen met een arbeidsbeperking. Mevrouw Karabulut
vraagt wat ik daarvan vind en wat ik daaraan ga doen. De heer Kerstens verzoekt mij
in te gaan op mijn toezegging om de Kamer een overzicht te verstrekken van de aanvragen
die zijn ingediend in het kader van de herstructureringsfaciliteit.
BaanStede is het Sw-bedrijf voor de gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer,
Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang. Op grond van de informatie
die ik heb ontvangen, kan ik u het volgende mededelen. Het bestuur van BaanStede heeft
besloten dat in beginsel alle mensen met een sw-indicatie gedetacheerd worden bij
reguliere werkgevers. Dit besluit is genomen vanuit de visie van het bestuur dat mensen
met een sw-indicatie het beste bij een reguliere werkgever, buiten de muren van BaanStede,
kunnen werken. Hierbij staat de sw-medewerker met zijn of haar vaardigheden en mogelijkheden
centraal. De uitvoering van deze koerswijziging gebeurt binnen de mogelijkheden die
de Wsw en de cao bieden. Er is vier jaar uitgetrokken om de nu aangekondigde transitie
door te voeren. Voor mensen die echt niet op grond van een detachering bij een reguliere
werkgever aan het werk kunnen, blijft de mogelijkheid van beschut werk bestaan. De
gemeenten geven aan dat betrokkenen op zorgvuldige wijze zijn geïnformeerd. Er is
een nazorgteam samengesteld om de vragen van zowel de medewerkers als de opdrachtgevers
te beantwoorden. Uit deze informatie blijkt dat de constatering van mevrouw Karabulut,
dat BaanStede wil stoppen als werkgever voor mensen met een arbeidsbeperking, niet
juist is.
Ik ben van mening dat het werken in een zo regulier mogelijke omgeving moet worden
bevorderd, rekening houdend met de capaciteiten en mogelijkheden van de Wsw-geindiceerden.
Gemeenten hebben zelf de vrijheid en verantwoordelijkheid dit te organiseren.
De Wet sociale werkvoorziening (Wsw) is een gedecentraliseerde regeling, waarbij het
Rijk stuurt op hoofdlijnen. Mijn verantwoordelijkheid inzake de Wsw strekt tot het
verdelen van de landelijk bepaalde taakstelling met bijbehorend budget. Het is aan
de gemeente deze toegekende plekken te realiseren en zij verantwoorden zich daarover
bij het Rijk. Op welke wijze gemeenten de taakstelling realiseren behoort tot de beleidsvrijheid
van de gemeenten.
In aansluiting op het verzoek van het lid Kerstens meld ik u, zoals eerder toegezegd
aan het lid Azmani, dat het mijn streven is de analyse van de herstructureringsplannen
vóór de begrotingsbehandeling aan uw Kamer aan te bieden.
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
P. de Krom