29 815
Jeugdzorg 2005–2008

nr. 140
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juni 2008

De commissie voor Jeugd en Gezin heeft mij gevraagd (08-JG-B-009) om een reactie op berichten dat Bureau Jeugdzorg Amsterdam de afgelopen jaren € 2 mln heeft opgepot en overheidssubsidie bedoeld voor preventieve hulp aan probleemjeugd heeft gebruikt voor het financieren van andere projecten. Deze berichten zijn overgenomen uit een persbericht van de Rekenkamer Amsterdam (hierna Rekenkamer) over een onderzoek dat de Rekenkamer heeft uitgevoerd.

De Stadsregio Amsterdam krijgt een doeluitkering voor bureau jeugdzorg en een doeluitkering voor het zorgaanbod (pleegzorg, residentiële zorg, geïndiceerde ambulante hulp en dagverpleging). Het onderzoek van de Rekenkamer is uitgevoerd bij bureau jeugdzorg (geldstroom in 2006 € 17 mln) en betreft dus niet het zorgaanbod (geldstroom in 2006 € 80 mln). In het kader van het aanvalsplan «terugdringen wachtlijsten 2006» heeft de Stadsregio Amsterdam, als een van de weinige provincies en grootstedelijke regio’s, een bedrag ontvangen voor licht pedagogische hulpverlening door bureau jeugdzorg met als doel de instroom in het geïndiceerde zorgaanbod te verkleinen. Dit bedrag maakt onderdeel uit van de eerder genoemde € 17 mln.

De Rekenkamer constateert dat de extra middelen (ruim € 1 miljoen) niet waarneembaar zijn ingezet waarvoor ze zijn bedoeld: een toename van het aantal trajecten of extra zorg. Bovendien constateert de Rekenkamer dat bureau jeugdzorg in 2006 een positief resultaat van € 1,3 mln realiseerde, dat aan de reserve is toegevoegd.

Ik wil benadrukken dat het de verantwoordelijkheid van de Stadsregio is om de hen van rijkswege beschikbaar gestelde middelen doelmatig te besteden.

In het kader van de aanpak wachtlijsten ben ik met de provincies en grootstedelijke regio’s onlangs overeengekomen dat ze prestatieafspraken maken richting hun instellingen.

Over onder andere het al dan niet besteden van geld bedoeld voor het terugdringen van de wachtlijsten in 2006 ben ik met de Stadsregio Amsterdam in gesprek.

De uitkomsten van dit gesprek zijn relevant voor de beantwoording van de vragen van het Kamerlid Agema (PVV) over het bericht dat jeugdzorg Amsterdam de afgelopen jaren 2 miljoen heeft opgepot (2070820690). De antwoorden op deze vragen zal ik u na dit gesprek, voor het zomerreces, toesturen.

De minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet

Naar boven