29 814
Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 in verband met een gewijzigde organisatie van de deskundige bijstand bij het arbeidsomstandighedenbeleid en de daarmee samenhangende bepalingen

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 5 november 2004

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In Artikel I, onderdeel H, wordt in artikel 14, tweede lid, onderdeel d «de personen die de bijstand verrichten» vervangen door: de personen die de bijstand verrichten hebben een zodanige uitrusting,.

B

In artikel I, onderdeel K, wordt in artikel 27, zesde lid «of de personeelsvertegenwoordiging» vervangen door: of de personeelsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan, van de belanghebbende werknemers.

C

In artikel I, onderdeel L, wordt in artikel 28, zesde lid «en de arbodienst.» vervangen door: en de arbodienst, en van de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan, van de belanghebbende werknemers.

D

In artikel VI wordt «artikel 13, eerste en tweede lid,» vervangen door: artikel 13, eerste en tweede lid, of als deskundige persoon als bedoeld in artikel 14, eerste lid,.

Toelichting

Onderdeel A

In artikel 14, tweede lid, onderdeel d, was verzuimd te bepalen dat analoog aan artikel 13, vierde lid, met betrekking tot de deskundige werknemers, ook voor een gecertificeerde deskundige persoon dient te gelden dat deze dient te beschikken over een voldoende uitrusting om de taken uit te voeren. Deze omissie is hierbij hersteld.

Onderdelen B en C

In de artikel 27, zesde lid, was verzuimd te bepalen dat bij het ontbreken van een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging een eis tot naleving ter kennis moet worden gebracht aan de belanghebbende werknemers. Deze omissie, alsmede een soortgelijke omissie in artikel 28 zijn hierbij hersteld.

Onderdeel D

In artikel 670a, eerste lid, onderdeel c, BW was verzuimd om ook te bepalen dat de ontslagbescherming als in dat artikel bedoeld ook moet gelden voor de gecertificeerde deskundige persoon die als werknemer binnen het bedrijf werkzaam is. In de toelichting op artikel 14, zevende lid, werd hier wel van uitgegaan. Deze omissie is hierbij hersteld.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. A. L. van Hoof