nr. 13
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID SAMSOM TER VERVANGING VAN
DAT GEDRUKT ONDER NR. 11
Ontvangen 13 oktober 2005
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel W, wordt als volgt gewijzigd:
I
Artikel 7.11b komt te luiden:
Artikel 7.11b
Alvorens het milieu-effectrapport op te stellen, stelt het bevoegd gezag
de bestuursorganen die ingevolge het wettelijk voorschrift waarop het plan
berust bij de voorbereiding van het plan moeten worden betrokken, alsmede
de commissie in de gelegenheid advies uit te brengen over de reikwijdte en
het detailniveau van de informatie die op grond van artikel 7.10 in het milieu-effectrapport
moeten worden opgenomen.
II
Artikel 7.11c, tweede lid, komt te luiden:
2. In de kennisgeving wordt vermeld:
a. of stukken betreffende het voornemen ter inzage zullen worden gelegd,
en, indien dat het geval is, welke stukken, waar en wanneer,
b. dat gelegenheid wordt geboden zienswijzen over het voornemen naar voren
te brengen, aan wie, op welke wijze en binnen welke termijn,
c. of een onafhankelijke instantie in de gelegenheid wordt gesteld advies
uit te brengen over het voornemen of het ontwerp van het plan, en
d. of met betrekking tot het ontwerp van het plan toepassing moet worden
gegeven aan artikel 7.26a.
Toelichting
De wijziging van artikel 7.11b houdt in dat de Commissie voor de milieu-effectrapportage
een bijdrage kan leveren aan het vaststellen van de noodzakelijke milieu-informatie
voor het plan. Hierdoor wordt voorkomen dat een te groot aantal
zaken, waaronder voor de besluitvorming niet relevante informatie, wordt onderzocht
of dat belangrijke zaken juist niet worden meegenomen in de besluitvorming.
Als de Commissie voor de milieu-effectrapportage tot de conclusie komt dat
een advies niet nodig is, bijvoorbeeld omdat de reikwijdte van de rapportage
al goed is vastgesteld, kan zij een inhoudelijk advies achterwege laten.
Door de wijziging van artikel 7.11, tweede lid, wordt vastgelegd dat het
bevoegd gezag moet aangeven of en welke stukken ter visie worden gelegd. Tevens
kan bepaald worden wie zienswijzen over het voornemen kan indienen. Dit kan
het brede publiek zijn, maar ook geselecteerde organisaties. Het is de bedoeling
hiermee vast te leggen dat inspraak altijd geregeld wordt en dat de conclusie
nooit kan luiden dat er geen inspraak nodig is. Deze bepaling maakt maatwerk
mogelijk, doordat aangegeven moet worden voor wie er inspraak mogelijk is.
Samsom