29 800 XVI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2005

nr. 97
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2004

Bij het aanbieden van de rijksbegroting voor 2005 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft de regering de voorgenomen beleidsmaatregelen voor 2005 gepresenteerd. Tot de ombuigingsmaatregelen waartoe bij de begroting 2005 is besloten behoren een aantal pakketbeperkingen op het terrein van de curatieve zorg die per 1 januari 2005 in het ziekenfondspakket en het vergoedingenpakket op grond van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 (Wtz 1998) worden doorgevoerd. De Regeling medisch-specialistische zorg Ziekenfondswet1 wordt daartoe gewijzigd.

Nieuw is dat met die regeling tevens de besnijdenis van jongens en mannen (circumcisie) uit het pakket van de ziekenfondsverzekering en van de Wtz 1998 wordt verwijderd. Aanleiding hiervoor was een artikel van de voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Urologie waaruit bleek dat het ziekenhuis waar hij werkzaam is alle jongensbesnijdenissen bij de zorgverzekeraars declareren, ongeacht of deze op medische indicatie of vanwege religieuze dan wel culturele gronden worden uitgevoerd. Dit was volgens die voorzitter ook elders in het land de gangbare praktijk. Besnijdenissen mogen echter uitsluitend worden vergoed indien voor die ingreep een medische noodzaak aanwezig is.

Medisch niet-noodzakelijke behandelingen dienen geen deel uit te maken van het ziekenfondspakket of het vergoedingenpakket van de Wtz 1998. Besnijdenissen vanwege religieuze of culturele gronden mogen daarom niet uit deze verzekeringen worden vergoed.

Voor medisch geïndiceerde besnijdenissen bestaat een goed alternatief, een zogenaamde verwijdingsplastiek. Daarbij wordt de voorhuid niet verwijderd maar verwijd. Het is net als de besnijdenis een eenvoudige ingreep.

Door alle besnijdenissen van vergoeding uit te sluiten en alleen nog een verwijdingsplastiek te vergoeden, wordt de onterechte declaratie van besnijdenissen vanwege religieuze of culturele gronden onmogelijk gemaakt. Daarmee is oneigenlijk gebruik voortaan uitgesloten. De maatregel past in mijn beleid ter voorkoming van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik in de zorg. Voor de echt medisch geïndiceerden blijft met de behandeling door middel van een verwijdingsplastiek adequate medische zorg in het pakket.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Stcrt. 1999, 235; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 2 april 2004, Z/VU-2471382 (Stcrt. 73).

Naar boven