29 800 X
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2005

nr. 124
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 september 2005

Hierbij bied ik u mijn tweede voortgangsrapportage aan over de realisatie van het Defensie migratieplan. Dit in overeenstemming met de toezegging die ik heb gedaan met mijn brief van 11 februari jl. (kamerstuk 29 800 X, nr. 62).

U treft, evenals dit bij de eerste voortgangsrapportage van 29 april jl. (kamerstuk 29 800 X, nr. 89) het geval was, voor Defensie als geheel en vervolgens per defensieonderdeel een overzicht aan met daarin de geplande stand van de totale formatie («O») en het totale personeelsbestand («P») voor het tweede kwartaal 2005. Het personeelsbestand is verder onderverdeeld in burgerpersoneel en militair personeel bepaalde en onbepaalde tijd. Dit is de stand van eind juni (2e kwartaal) zoals die opgenomen is in de cijferreeksen van voornoemde brief van 11 februari. In deze brief is reeds aangekondigd dat de cijfers voor de CKMAR in de loop van het tweede kwartaal 2005 nog worden geactualiseerd. Deze actualisatie is verderop in deze brief toegelicht bij de detailcijfers van de CKMAR en in onderstaande totaalcijfers uiteraard doorgerekend.

Daarnaast treft u de daadwerkelijke realisatie aan van de genoemde categorieën over het 2e kwartaal, alsmede een overzicht van de procentuele afwijking tussen plan en realisatie. Teneinde een trend in de uitvoering van de plannen zichtbaar te maken is de procentuele afwijking tussen plan en realisatie zoals die in het 1e kwartaal 2005 aan u is gerapporteerd tevens opgenomen. Voor een substantiële afwijking wordt, ook nu weer, per defensieonderdeel een verklaring gegeven en worden de maatregelen genoemd die worden getroffen om weer op het niveau van de oorspronkelijke planlijn te komen.

Door middel van het reguliere begrotingsproces blijf ik u op de hoogte houden over de ontwikkeling van de financiën («F»).

De aspecten O en P totaal defensie:

kst-29800-X-124-1.gif

Organisatie

De plancijfers zijn voor de uitbreidingen van CKMAR aangepast ten opzichte van de brief van 11 februari. De gerealiseerde ontwikkeling van de totale formatie («O»), kent in het tweede kwartaal een marginaal verschil met de geplande ontwikkeling. De voortgang van de reorganisaties ligt dus nagenoeg op schema.

Personeel

Op personeelsgebied is er – ten opzichte van de planning – defensiebreed sprake van een onderschrijding van de BBT-sterkte (5,4%). De sterkte van het burgerpersoneel en de BOT-sterkte is vrijwel conform planning. De procentuele verschillen ten opzichte van de betreffende planlijnen zijn nog kleiner dan in het eerste kwartaal. Binnen de afzonderlijke defensieonderdelen treden in de huidige rapportage soms nog wat grotere afwijkingen op ten opzichte van de planning. Deze afwijkingen hangen, evenals dat bij de eerste kwartaalrapportage het geval was, nog steeds samen met de vele reorganisaties en ontvlechtingen, waarvan de realisatie en de administratieve verwerking soms afwijken van de planning.

In de migratiebrief van 11 februari 2005 is zichtbaar gemaakt hoe de BBT-sterkte toeneemt. Hiermee wordt invulling gegeven aan de ambitie om het aantal militairen in de onderbouw toe te laten nemen en daarmee het operationele deel van Defensie volledig op sterkte te brengen (100% vulling). Om het personeelsbestand te laten groeien moet de instroom over een langere periode groter zijn dan de – vrij constante – uitstroom. Doordat de instroom plaatsvindt op een beperkt aantal momenten kan het zo zijn dat er per saldo op bepaalde momenten sprake is van slechts een beperkte groei of zelfs een tijdelijke afname van de sterkte. Voor het jaar 2005 geldt een aanstellingsopdracht van 7000 nieuwe BBT'ers waarvan het merendeel in de tweede helft van het jaar zal moeten instromen. In het eerste half jaar is enige achterstand ten opzichte van de planning opgelopen, maar momenteel is reeds een groot aantal kandidaten goedgekeurd en deze zullen de komende maanden instromen.

Commando Zeestrijdkrachten

kst-29800-X-124-2.gif

Organisatie

De ontwikkeling van de formatie («O») is vrijwel in lijn met de planning. De voortgang van de reorganisaties ligt dus nagenoeg op schema.

Personeel

Ten aanzien van het burgerpersoneel bij het CZSK geldt dat er na het opnemen van dit personeel in het salarissysteem van Defensie per 1 januari 2005 nog steeds gevallen zijn van onjuiste administratieve doorberekeningen. Voor een deel is dit inmiddels gecorrigeerd en de komende maanden zal dit verder worden gecorrigeerd.

Voor de onderrealisatie van BBT-personeel geldt, zoals eerder gesteld, dat het grootste deel van de instroom in de tweede helft van het jaar zal plaatsvinden.

Commando Landstrijdkrachten

kst-29800-X-124-3.gif

Organisatie

De ontwikkeling van de formatie («O») ligt iets voor op schema.

Personeel

De overrealisatie van het BOT-personeel is in de eerste kwartaalrapportage uitvoerig toegelicht. In het tweede kwartaal vertoont de overschrijding BOT een afnemende trend.

Voor de onderrealisatie van het BBT-personeel geldt, zoals eerder gesteld, dat het grootste deel van de instroom in de tweede helft van het jaar zal plaatsvinden.

Commando Luchtstrijdkrachten

kst-29800-X-124-4.gif

Organisatie

Het CLSK heeft ook in het tweede kwartaal de O-sterkte volgens de planlijn gerealiseerd.

Personeel

De realisatie van de personele sterkte bij het CLSK kent in absolute zin slechts kleine verschillen. De procentuele overschrijding bij het burgerpersoneel is nog relatief groot. Dit is het gevolg van de maatregel om, door middel van het verlengen van tijdelijke contracten van burgerpersoneel, de tekorten binnen de andere personeelscategorieën op te vangen.

Commando Koninklijke marechaussee

kst-29800-X-124-5.gif

Organisatie

De in mijn brief van 11 februari aangekondigde actualisatie van het migratieplan van het Commando Koninklijke marechaussee is medio juni voltooid. Zoals toegezegd in mijn 1e voortgangsrapportage hanteer ik vanaf deze 2e voortgangsrapportage voor CKMAR een geactualiseerd beeld van de plancijfers op basis van het nieuwe migratieplan. Deze actualisatie van plancijfers heeft in het tweede kwartaal van 2005 met name betrekking op

• de eerste uitbreidingen met 73 extra functies in het kader van intensivering terrorismebestrijding van de beoogde groei van in totaal 186 functies (de «Van Gogh enveloppe»)

• de eerste uitbreidingen met 33 extra functies in het kader van de 100% drugscontroles op Schiphol (beoogde groei van in totaal 107 functies) conform de Voorjaarsnota 2005.

Personeel

De onderrealisatie van het personeel, waarbij die van het burgerpersoneel er in relatieve zin uitspringt, wordt verklaard doordat de vulling van de hierboven genoemde, recente, uitbreidingen altijd enige tijd vergt.

Bestuursstaf

kst-29800-X-124-6.gif

Organisatie

De ontwikkeling van de formatie («O») loopt voor op het plan met een snellere realisatie van de voorziene groei van de Defensiestaf.

Personeel

De onderschrijding van de BOT-sterkte is het gevolg van het met enige vertraging vullen van de nieuwe militaire functies bij de bestuursstaf. Organisatorisch is, zoals hierboven aangegeven, de aanpassing van de formatie versneld, maar de versnelling van de vulling is niet altijd mogelijk. Deze vulling zal worden gerealiseerd na de afbouw van de krijgsmachtdeelstaven per begin september a.s.

Commando Dienstencentra

kst-29800-X-124-7.gif

Organisatie

De ontwikkeling van de formatie («O») is vrijwel in lijn met de planning. De voortgang van de reorganisaties ligt dus nagenoeg op schema.

Personeel

Ten aanzien van het eerste kwartaal zien we een verbetering bij de vulling burgerpersoneel door de correctie van de meeste administratief onjuiste doorberekeningen die gemeld waren in de eerste kwartaalrapportage. De vulling van BOT-functies met personeel dat afkomstig is van de operationele commando's, blijft nog achter ten opzichte van de planlijn.

Defensie Materieelorganisatie

kst-29800-X-124-8.gif

Organisatie

De ontwikkeling van de formatie («O») is vrijwel in lijn met de planning. De voortgang van de reorganisaties ligt dus nagenoeg op schema.

Personeel

De overschrijding van de BOT-sterkte en de onderschrijding van de BBT-sterkte zijn grotendeels toe te schrijven aan een andere overdrachtvan personeel vanuit de krijgsmachtdelen dan gepland: bij de plaatsing van BBT personeel, waaraan krijgsmachtbreed een tekort bestaat, krijgen de operationele commando's voorrang. De tekorten die daardoor ontstaan bij de dienstencentra worden voor een deel, tijdelijk, gecompenseerd met BOT personeel.

Tot slot

Dit najaar ontvangt u mijn derde voortgangsrapportage. Dit naar de stand van het einde van het derde kwartaal, te weten eind september.

De Staatssecretaris van Defensie,

C. van der Knaap

Naar boven