29 800 VI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2005

nr. 71
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2004

1. Inleiding

In deze rapportage wordt, conform mijn toezegging aan uw Kamer, verslag gedaan van de voortgang van de stelselwijziging van de gesubsidieerde rechtsbijstand. De rapportage ziet voornamelijk op de periode van 1 mei 2004 tot 1 november 2004.

Zoals ik heb aangekondigd in mijn eerste voortgangsrapportage over de stelselwijziging, zijn in deze periode de eerste twee juridische loketten geopend in Breda en Rotterdam.1 Deze opening is op 1 oktober gevolgd door de opening van het juridische loket in Den Bosch. Mede op basis van de ervaringen met de eerste loketten is nagegaan of er een noodzaak bestaat het concept van de stelselwijziging en de inrichting van de juridische loketten aan te passen. Dit blijkt niet het geval te zijn. Hoewel op onderdelen, van vooral praktische of technische aard, verbeteringen nodig zijn en een aantal aandachtspunten is geformuleerd, kan worden geconstateerd dat de aannames en uitgangspunten vooralsnog houdbaar zijn. Ook blijkt dat de klanten van het juridische loket en de advocatuur over het algemeen (zeer) tevreden zijn. Gelet op de uitkomsten van de zogeheten tussenbalans volgt dan ook de conclusie dat de werkwijze binnen de juridische loketten voldoet en voldoende garanties biedt voor een verantwoorde verdere uitrol. Overeenkomstig de planning is het derde juridische loket daarom geopend op basis van het «Raamwerk vorming Juridisch Loket». Dit raamwerk heb ik u bij brief van 6 oktober jl. doen toekomen.2

Onderhavige rapportage bestaat uit vijf paragrafen. In paragraaf 2 wordt u geïnformeerd over de ervaringen met de eerste juridische loketten. Mede aan de hand van de opgemaakte tussenbalans worden de belangrijkste resultaten en aandachtspunten genoemd. Bovendien wordt het definitieve tijdpad van de fasegewijze uitrol van de juridisch loketten geschetst. Paragraaf 3 handelt over de versterking van het aanbod van de gesubsidieerde rechtsbijstand; hij wordt gevolgd door een toelichting op de besteding van de middelen in paragraaf 4. In de laatste paragraaf is een korte vooruitblik opgenomen op de volgende rapportageperiode, die loopt van 1 november 2004 tot 1 mei 2005.

2. Juridisch Loket

2.1 Stand van Zaken

Zoals ik heb aangegeven in de eerste voortgangsrapportage, is voorzien dat de eerste juridische loketten mede functioneren als proefloketten. Op basis van de eerste ervaringen zou de verdere uitrol gestalte krijgen. Vandaar dat in augustus een tussenbalans is opgemaakt door de Centrale Projectorganisatie van de Raden (CPO). Hiertoe zijn de juridische loketten in Breda en Rotterdam bezocht en zijn feitelijke gegevens opgevraagd over onder meer de inrichting en de werkwijze. Daarnaast is gesproken met loketmedewerkers en advocaten en is een enquête uitgezet onder cliënten en advocaten. Door de korte termijn van het functioneren van de juridische loketten, de omstandigheden waaronder de tussenbalans is opgemaakt (gedurende de zomervakantie) en de werkwijze (quick scan) is de reikwijdte van de tussenbalans relatief beperkt. Toch geeft de tussenbalans een goede indruk van de stand van zaken kort na de invoering van de juridische loketten (de startfase). Deze opvatting wordt onderschreven door een extern bureau dat de totstandkoming en de resultaten van de tussenbalans heeft getoetst op verzoek van de CPO.

De tussenbalans schetst een beeld van een steeds beter functionerend juridisch loket, dat aan de verwachtingen voldoet. Dit beeld wordt bevestigd door de maandelijkse voortgangsrapportages van de CPO, laatstelijk over de maand oktober, en contacten met het veld. Hoewel er nog geen definitieve conclusies kunnen worden getrokken, als gevolg van bovengenoemde beperkingen, blijkt ook uit de voortgangsrapportages van de CPO dat de juridische loketten steeds beter zijn gaan functioneren. Om een dieper inzicht te verkrijgen in het functioneren van de juridische loketten vindt eind 2004 overigens een vervolg plaats op het onderzoek dat ten grondslag ligt aan de tussenbalans.

Met de oprichting van de «Stichting het Juridisch Loket» op 12 juli en de benoeming van de directeur per 1 november, is de centrale organisatie van het juridische loket een feit. Deze organisatie ontwikkelt en verzorgt een landelijke, uniforme (kennis-) infrastructuur, bevordert en bewaakt de kwaliteit van de dienstverlening, geeft bekendheid aan het juridisch loket en verricht beheers- en servicetaken. Naar verwachting zal de stichting vanaf 1 januari 2005 gehuisvest zijn in Utrecht.

2.2 Functioneren Juridisch Loket

Het juridische loket richt zich op de rechtzoekende die naar inkomen en vermogen in aanmerking komt voor gesubsidieerde rechtsbijstand. Het loket is bereikbaar via een landelijke website en een landelijk telefoonnummer. Daarnaast kan de rechtzoekende zich wenden tot de balie waar hem, desgevraagd, informatie wordt verstrekt en vraagverheldering plaatsvindt. Daaropvolgend kan een advies worden gegeven in een kosteloos spreekuur. Mocht het probleem van de rechtzoekende van zodanige aard of omvang zijn, dat de oplossing niet binnen het juridische loket kan worden gevonden, dan wordt hij doorverwezen. Deze doorverwijzing richt zich bijvoorbeeld op de advocatuur, sociaal raadslieden en mediators.

Bekendheid Juridisch Loket

De bekendheid van het Juridisch Loket bij de rechtzoekenden komt vooralsnog vooral via relaties en (externe) ketenpartners. De Bureaus Rechtshulp spelen hierbij een belangrijke (doorverwijzende) rol. Uit de tussenbalans blijkt dat de herkenbaarheid van het juridische loket diende te worden verbeterd. Dit is inmiddels gebeurd via het aanbrengen van een belettering op de ramen en het verhogen van de transparantie van het gebouw. Verwacht wordt dat de bekendheid nog zal toenemen naarmate meer juridische loketten zijn geopend, meer rechtzoekenden gebruik hebben gemaakt van het juridische loket en meer periodieke en actuele berichten in de plaatselijke media zijn verschenen.

Publiekscontacten via internet, telefoon en balie

Uit de tussenbalans en maandelijkse CPO-voortgangsrapportages blijkt dat de publiekscontacten met de drie juridische loketten via internet (inclusief e-mail), telefoon en balie een stijgende lijn vertonen. In totaal zijn er 499 publiekscontacten via internet geweest, zijn er 16 371 telefoongesprekken gevoerd en zijn er 7055 baliecontacten geweest. Bij deze contacten was er sprake van een gemiddelde tijdsbesteding van 5,8 minuten (internet), 6,3 minuten (telefoon) en 8,6 minuten (balie). Een vergelijking met de aannames uit het «Raamwerk vorming Juridisch Loket» laat zien dat de gemiddelde tijdsbesteding voor de publiekscontacten blijft binnen de verwachtingen. Voor de publiekscontacten per telefoon en balie was de tijdsbesteding begroot op maximaal 11 minuten.

Spreekuur

Het spreekuur van het juridische loket vervangt het bestaande spreekuur van een half uur. Het belang van het spreekuur is erin gelegen dat de rechtzoekende relatief snel kan worden geholpen met een doelgericht advies, zonder dat hij hiervoor een eigen bijdrage moet betalen.

Ook voor de spreekuren geldt dat er maandelijks een stijgende lijn te zien is.

Hierbij is wel van belang dat het totale aantal spreekuurzaken beïnvloed is doordat de loketmedewerkers in Rotterdam tot 1 oktober bezig waren met scholing- en inwerkactiviteiten. Rechtzoekenden die in aanmerking kwamen voor een spreekuur zijn geholpen via de spreekuurvoorziening van het juridische loket en van het Bureau Rechtshulp. Daarnaast heb ik van de CPO vernomen dat wellicht een aantal zaken is afgedaan op basis van een lichte adviestoevoeging en wellicht eerder zijn verwezen naar de advocatuur. Nu de scholing- en inwerkactiviteiten in Rotterdam zijn afgerond, is het aantal spreekuurzaken aldaar dan ook duidelijk gestegen. Naar verwachting van de CPO zal deze stijging zich ook in de komende maanden voortzetten. De hoogte van het aantal spreekuurzaken kan overigens evenzeer beïnvloed zijn door de dienstverlening via de publiekscontacten. Een goede dienstverlening leidt tot een verminderde noodzaak van een spreekuur, omdat de rechtzoekende voldoende is geholpen of is doorverwezen naar een andere instantie. De stijging van het aantal publiekscontacten biedt ondersteuning aan deze aanname.

Zoals ik heb aangegeven in mijn brief aan uw Kamer van 10 september 2003, zal het spreekuur maximaal ongeveer één uur duren.1 Uit de gegevens van de CPO blijkt dat de gemiddelde tijdsduur van spreekuurzaken thans circa 15 minuten bedraagt. Naar ik van de CPO heb begrepen, is de berekening van de gemiddelde tijdsduur deels beïnvloed door de wijze waarop de tijdsduur is geregistreerd. Niet alle loketmedewerkers blijken dezelfde discipline te hebben betracht bij de registratie, waardoor de tijdregistratie in een aantal gevallen te laat is gestart. De loketmedewerkers zijn intussen gewezen op het belang van een zorgvuldige handelwijze ter zake. Ook aan de ontwikkelingen ten aanzien van het spreekuur wordt in de komende periode nadrukkelijk aandacht besteed.

Lichte Adviestoevoeging

De lichte adviestoevoeging is één van de nieuwe producten van het juridische loket en is gericht op het verlenen van rechtsbijstand in eenvoudige zaken. Zij dient ter vervanging van het verlengde spreekuur van drie uur. Voorzien is dat de rechtzoekende voor een lichte adviestoevoeging een inkomensafhankelijke eigen bijdrage van € 35 of € 65 betaalt. Zoals ik heb aangegeven in de eerste voortgangsrapportage is de eigen bijdrage voor deze toevoeging vooralsnog bepaald op € 13,50. Zodra de juridische basis voor de toevoeging en de beoogde eigen bijdrage is gerealiseerd in de Wet op de rechtsbijstand, wordt de eigen bijdrage verhoogd van € 13,50 naar € 35 of € 65.

In overeenstemming met de verwachting is er een voldoende – en nog steeds groeiende belangstelling – van de advocatuur voor het sluiten van toevoegingarrangementen. Voor Breda, Rotterdam en Den Bosch participeren al 328 advocaten, die tevens belangstelling hebben getoond om een substantieel aantal lichte adviestoevoegingen te verzorgen. In de overige hofressorts lijkt eveneens voldoende animo bij de advocatuur te bestaan om lichte adviestoevoegingen te verzorgen. Tot 1 november zijn er dan ook 541 lichte adviestoevoegingen afgegeven. De vrees dat er een aanbodprobleem zou kunnen optreden voor de lichte adviestoevoeging wordt dus niet bewaarheid. Dit geldt overigens ook voor de vrees dat een lichte adviestoevoeging wordt gevolgd door een reguliere toevoeging. Tot op heden is dit nog niet gebeurd. Zou dit wel zo zijn, dan zou dit er op kunnen duiden dat de loketmedewerker of de advocaat een onjuiste inschatting heeft gemaakt van de aard en omvang van het rechtsprobleem. En mocht een advocaat een reguliere toevoeging aanvragen voor een eenvoudige zaak, dat wordt dit ondervangen door de normale toetsing van de Raden voor Rechtsbijstand.

Uit de tussenbalans volgt dat een aantal rechtzoekenden niet verschijnt op een afspraak die het juridische loket heeft gemaakt met een advocaat. Dit betreft de doorverwijzing voor zowel de lichte adviestoevoegingen als de reguliere toevoegingen. Op basis van een inschatting van de geënquêteerde advocaten zou deze uitval ongeveer 25% bedragen. Hoewel een dergelijke uitval ook voorkomt in de praktijk van de Bureaus Rechtshulp, verdient de uitval bijzondere aandacht. Vandaar dat de CPO een onderzoek heeft ingesteld naar de oorzaken van de uitval. De resultaten van dit onderzoek zijn in januari beschikbaar.

Tevredenheid rechtzoekende en advocatuur

Afgaande op de eerste resultaten van de enquête die is uitgevoerd in het kader van de tussenbalans, kan worden geconstateerd dat de klanten van het juridische loket over het algemeen zeer tevreden zijn. De rechtzoekenden hebben een duidelijk beeld van de diensten die het juridische loket aanbiedt en zij zijn voor het overgrote deel geholpen met de informatie die zij hebben gekregen. Ook over de bejegening, de doorverwijzing en het spreekuur bestaat tevredenheid. Het overgrote deel van de rechtzoekenden zou bij een nieuw juridisch probleem dan ook weer contact opnemen met het juridische loket. Wel is aandacht gevraagd voor de privacy aan de balies van het juridische loket. Momenteel wordt daarom nagegaan of de privacy kan worden verbeterd door bijvoorbeeld een herinrichting van het informatieplein en een betere geluidsdemping boven en tussen de balies.

Ook de advocaten, die zijn geïnterviewd en geënquêteerd, zijn over het algemeen tevreden over het verloop in de startfase van de juridische loketten. De uitvoering van de toevoegingarrangementen wordt positief beoordeeld, hoewel veel advocaten aangegeven dat zij meer doorverwijzingen hadden verwacht en een zekere regelmaat in de doorverwijzingen. De mogelijkheid hiertoe wordt echter beperkt door het grote aantal advocaten waarmee een arrangement is gesloten. De doorverwijzingen zelf worden eveneens over het algemeen goed beoordeeld. Als verbeterpunt heeft een deel van de advocaten onder meer aangevoerd dat de naam van de wederpartij en het telefoonnummer van de rechtzoekende vermeld zouden moeten worden. Dit punt is opgepakt door de CPO.

2.3 Tijdpad uitrol Juridisch Loket

Uit de ervaringen met de eerste juridische loketten blijkt dat een verdere uitrol van het juridische loket verantwoord is. De CPO is dan ook voortgegaan met de implementatie van de stelselwijziging overeenkomstig de planning. Het daadwerkelijke tijdstip van de opening van de resterende juridische loketten wordt echter grotendeels bepaald door de beschikbaarheid van panden waarin de loketten kunnen worden gehuisvest. Een beschikbaarheid die niet alleen afhankelijk is van de aanwezigheid en verwerving van geschikte panden, maar ook van de mate waarin de panden moeten worden aangepast. Gemiddeld vergen deze aanpassingen een periode van drie maanden.

In de eerste voortgangsrapportage heb ik als uitgangspunt aangegeven, dat de fasegewijze uitrol van het juridische loket in het eerste kwartaal van 2005 zal worden gerealiseerd. Daarbij is het voorbehoud gemaakt dat de definitieve planning zou plaatsvinden nadat de eerste juridische loketten zijn geopend. Naar het zich nu laat aanzien, dient er een kleine verschuiving van dit tijdpad plaats te vinden als gevolg van lokaal bepaalde omstandigheden. In een aantal vestigingsplaatsen is namelijk sprake van een zeer beperkt aanbod van geschikte panden, zowel uit oogpunt van locatie als gebruiksmogelijkheden. De volledige uitrol van het juridische loket kan daardoor niet worden gerealiseerd in het eerste kwartaal van 2005, maar uiterlijk op 1 juli 2005. Hierbij wordt ernaar gestreefd dat er geen al te grote concentratie in tijd plaatsvindt en dat er zoveel mogelijk sprake is van een regionale spreiding.

Volgens de huidige planning zijn er aan het einde van dit jaar in totaal 5 juridische loketten operationeel. Het juridische loket in Eindhoven is op 3 december geopend en zal worden gevolgd door het juridische loket in Leiden. Naar verwachting zijn in het eerste kwartaal van 2005 de juridische loketten in Alkmaar, Amersfoort, Dordrecht, Groningen, Heerlen, Leeuwarden, Maastricht en Zaandam aan de beurt. Voorzien is dat de juridische loketten in Arnhem, Emmen, Den Haag, Middelburg, Nijmegen, Tilburg en Zutphen in het tweede kwartaal van 2005 worden geopend. Het juridische loket in Amsterdam start als laatste in juni 2005. Voor de resterende loketten in Almelo, Almere, Assen, Enschede, Haarlem, Lelystad, Roermond, Utrecht en Zwolle kan op dit moment nog geen definitieve planning worden gegeven.

Overigens moet bij bovenstaande planning als kanttekening worden geplaatst, dat er zich omstandigheden kunnen voordoen die leiden tot temporisering van de opening van een aantal juridische loketten. Zo kan de uitkomst van de plaatsingsprocedure van de loketmedewerkers bijvoorbeeld aanleiding geven eerst het juridische loket in Enschede in te richten om van daaruit later het juridische loket in Almelo op te starten. Dit ter garantie van een verantwoorde en adequate personeelsopbouw van laatstgenoemd juridisch loket.

3. Versterking aanbod advocatuur

Om verzekerd te zijn van voldoende bereidheid bij de advocatuur om gesubsidieerde rechtsbijstand te verlenen, is voorzien in een aantal maatregelen. Deze maatregelen streven enerzijds naar een vergroting van de aantrekkelijkheid van deelname aan het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand en anderzijds naar een uitbreiding van het aantal advocaten dat zich bezighoudt met gesubsidieerde rechtsbijstand.

Een belangrijke maatregel om de aantrekkelijkheid van het stelsel te vergroten, betreft de verhoging van het basisuurtarief van de gesubsidieerde advocatuur. Per 1 januari jl. is dit uurtarief verhoogd met € 3,61. Een tweede verhoging met hetzelfde bedrag (prijspeil 2003) zal op 1 januari 2005 worden doorgevoerd. Evenzo belangrijk is het streven om de administratieve lasten voor de advocatuur te verminderen. Een wetsvoorstel hiertoe (VIValt) ligt momenteel ter behandeling in uw Kamer. Door een overstap naar het fiscale inkomensbegrip zal de draagkrachttoets van de rechtzoekende op een eenvoudige en snelle wijze kunnen worden uitgevoerd. Dit vergemakkelijkt en versnelt de toevoegingprocedure en maakt daardoor het verlenen van gesubsidieerde rechtsbijstand aantrekkelijker voor de advocatuur. In dit verband is het veelzeggend dat uit de Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand 2004 blijkt, dat bijna 65% van de ondervraagde advocaten aangeeft de huidige toevoegingprocedure als belastend te ervaren. Bijna eenderde van de ondervraagde advocaten geeft bovendien aan meer toevoegingzaken aan te zullen gaan nemen na de invoering van VIValt.1 Hiermee is overigens ook de rechtzoekende gebaat. Nog afgezien van het feit dat hij – en zijn advocaat – dankzij VIValt minder gegevens hoeft aan te leveren en hij sneller een beslissing op de toevoegingaanvraag krijgt. In genoemde monitor geeft een substantieel deel (36%) van de ondervraagde rechtzoekenden aan de huidige aanvraagprocedure lastig te vinden.

De vergroting van het aantal advocaten dat zich bezighoudt met de gesubsidieerde rechtsbijstand zal op relatief korte termijn gerealiseerd kunnen worden, via een doorstroming van Bureaujuristen naar de advocatuur. Om deze doorstroming te vergemakkelijken, worden overeenkomsten gesloten met Bureaus Rechtshulp die zich omvormen tot commerciële advocatenkantoren. Via deze overeenkomsten wordt een set van faciliteiten aangeboden, die de overgang vergemakkelijken. Tot op heden zijn (voor-)overeenkomsten gesloten met de Bureaus Rechtshulp in Amsterdam, Alkmaar, Dordrecht, Zuid Oost Nederland, Rotterdam en Utrecht. Met de Bureaus in Arnhem en Leeuwarden is in principe overeenstemming bereikt, maar moet de definitieve afronding nog plaatsvinden. En ook in Den Haag vindt waarschijnlijk een commerciële doorstart plaats. In totaal gaat het om ongeveer 168 juridische fte's. Het definitieve aantal Bureaujuristen dat doorstroomt naar de advocatuur wordt bekend nadat alle overeenkomsten zijn gesloten en de plaatsingsprocedure is afgerond.

Aanvullend op bovengenoemde initiatieven vindt er een nauwe samenwerking plaats met de Nederlandse Orde van Advocaten. Deze samenwerking leidt over het algemeen tot goede resultaten, hoewel er op lokaal niveau hier en daar nog wel een aantal discussiepunten leven. Er is een specifiek overgangsbeleid geformuleerd voor de inschrijving op het tableau en Bureaujuristen die deel willen nemen aan de beroepscursus worden hiertoe in de gelegenheid gesteld. Daarnaast zijn de eerste 5 studenten begonnen aan de masteropleiding van de Universiteit van Tilburg, die in samenwerking met de NOvA, de lokale dekens en de Raden voor rechtsbijstand is ontwikkeld. Deze tweejarige opleiding richt zich specifiek op de gesubsidieerde advocatuur. Ook verloopt het «Project Aanwas» in Amsterdam naar tevredenheid.

4. Besteding middelen

In mijn brief van 27 oktober 20031 en in de eerste voortgangsrapportage heb ik aangegeven, dat de stelselwijziging een budgettair neutrale operatie zal zijn ten aanzien van de structurele kosten. Ook voor de kosten die rechtstreeks voortvloeien uit de stelselwijziging, de zogenaamde «incidentele kosten», zijn bestaande budgettaire kaders het uitgangspunt. Bij deze kosten moet onder meer worden gedacht aan opstartkosten, frictiekosten, kosten van het sociaal plan en eventuele wachtgelden. Met de Raden voor Rechtsbijstand zijn afspraken gemaakt over de wijze van verantwoording van deze kosten, waarover zij overigens maandelijks rapporteren of zoveel eerder als noodzakelijk is.

De eerste ervaringen met de drie juridische loketten geven geen aanleiding om de aannames over de structurele kosten bij te stellen. Ik ga er daarom nog steeds vanuit dat deze stelselwijziging ten aanzien van de structurele kosten budgettair neutraal zal zijn.

De (incidentele) kosten die in de rapportageperiode zijn gemaakt, hebben voornamelijk betrekking op de bouw van het virtuele loket en op andere ICT-voorzieningen, die van belang zijn voor een kwalitatief en doelmatig opererend juridisch loket. De bouw van het virtuele loket is gepland in drie fases. In de eerste fase is de basis gelegd voor het virtuele loket. In de volgende fase zal de koppeling worden gelegd met ketenpartners zoals de advocatuur.

De eerste fase is inmiddels afgerond en positief geëvalueerd. De kosten van de eerste fase zijn conform de raming. Zoals ik in eerdere correspondentie heb aangegeven, heeft de Interdepartementale Stuurgroep Elektronische Snelwegen een bedrag van € 2,15 mln. beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van het ICT-component van het juridisch loket, gelet op het rijksbrede innovatieve karakter. De middelen waren specifiek bedoeld voor de kosten van de eerste fase. De beschikbaar gestelde subsidie is inmiddels dan ook verantwoord, vastgesteld en betaald.

De incidentele kosten die betrekking hebben op het personeel van de Bureaus Rechtshulp – vooral kosten die voortvloeien uit het sociaal plan en de faciliteiten voor doorstroming naar de advocatuur – zijn mede afhankelijk van de uiteindelijke keuzes die door individuele medewerkers van de Bureaus worden gemaakt. Hoewel het beeld nog niet volledig is, verwacht de CPO dat de verdeling tussen medewerkers die voor het Juridisch Loket kiezen en medewerkers die voor de advocatuur kiezen evenwichtig is. Naar verwachting zullen deze kosten dan ook binnen de raming blijven.

5. Vooruitblik

In de afgelopen periode is gebleken dat de werkwijze binnen de juridische loketten voldoet en voldoende garanties biedt voor een verantwoorde verdere uitrol. Wel zijn er op enige onderdelen verbeterpunten geformuleerd en ontwikkelingen gesignaleerd, die op dit moment extra aandacht verdienen. Zij worden dan ook nauwlettend gevolgd. Ik noem in dit verband vooral het aantal spreekuren, het aantal lichte adviestoevoegingen en het niet verschijnen van rechtzoekenden op een afspraak met de advocaat. Over deze onderwerpen zal in de komende voortgangsrapportage, specifiek worden gerapporteerd. Dit geldt eveneens voor de resultaten van het vervolg van het onderzoek dat ten grondslag ligt aan de tussenbalans. Door dit vervolg zal een dieper inzicht kunnen worden verkregen in het functioneren van de juridische loketten.

Ook de geplande opening van de juridische loketten, mede in relatie tot de afbouw van Bureaus Rechtshulp, zal de komende periode in de belangstelling staan. Uitgangpunt hierbij is niet alleen de hierboven aangegeven planning voor de opening van de juridische loketten, maar ook de noodzaak om de opening van een juridisch loket en de beëindiging van de publieke taken van een Bureau aldaar zo gelijktijdig mogelijk te laten plaatsvinden.

In mijn eerste voortgangsrapportage heb ik aangegeven, dat wordt nagaan op welke wijze de rechtsbijstand in milieuzaken het beste kan worden gepositioneerd. Deze rechtsbijstand is thans namelijk per Raad belegd bij één Bureau Rechtshulp. Na overleg met het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu – dat een deel van de kosten draagt – is de Raad voor Rechtsbijstand Den Bosch verzocht uiterlijk 1 januari 2005 een visienotitie op te stellen. Over de (her)positionering van de milieurechtsbijstand zal in de komende voortgangsrapportage eveneens worden bericht.

Ook verwacht ik in de volgende rapportage definitief inzicht te kunnen verschaffen in de financiële gevolgen van het sociaal plan, in de doorstroming naar de advocatuur en in de uitstroom uit het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. In de komende rapportageperiode wordt namelijk de plaatsingsprocedure afgerond, op basis waarvan de huidige bureaumedewerkers een nieuwe functie zullen krijgen.

Mocht er aanleiding bestaan om uw Kamer tussentijds te informeren over ontwikkelingen ten aanzien van de implementatie van de stelselwijziging, dan zal dit zo spoedig mogelijk per afzonderlijke brief gebeuren.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 200 VI, nr. 170.

XNoot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 200 VI, nr. 6.

XNoot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2002–2003, 28 600 VI, nr. 142.

XNoot
1

De monitor heb ik u bij brief van 8 november jl. aangeboden (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 800 VI, nr. 39).

XNoot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 200 VI, nr. 167.

Naar boven