29 800 V
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2005

29 439
Ondernemen in conflictgebieden

nr. 127
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 september 2005

Op 8 juni jl. (kamerstuknummer 30 100 V, nr. 8) zegde ik u nadere informatie toe omtrent voorstellen en door onze ambassades in partnerlanden ondernomen activiteiten ter verbetering van het lokale ondernemingsklimaat.

Voor de volledigheid meld ik dat deze activiteiten voortvloeien uit een inventarisatie van knelpunten die in 2004 door ambassades in partnerlanden is uitgevoerd in samenspraak met het (lokale) bedrijfsleven, NGO's, relevante overheidsinstanties en andere donoren.

Alvorens dit overzicht beknopt de revue te laten passeren, past nog een enkele opmerking vooraf. De analyse dat duurzame armoedevermindering niet mogelijk is zonder een bloeiend lokaal bedrijfsleven wordt inmiddels breed gedragen, zowel door overheden van ontwikkelingslanden als door de donorgemeenschap. Het bedrijfsleven kan zich pas verder ontwikkelen als belemmeringen hiervoor worden opgeruimd. Deze obstakels in het ondernemingsklimaat kunnen van velerlei aard zijn en wisselen sterk per land.

Veel voorkomende knelpunten zijn het niet goed functioneren van de markten, slecht (economisch) bestuur, onvoldoende toegang tot financiële diensten, een gebrekkig functionerend lokaal bankwezen, de kwaliteit van het beroepsonderwijs en een slechte infrastructuur.

Binnen het Nederlandse OS-beleid is verbetering van het ondernemingsklimaat een dwarsdoorsnijdend thema. Dit houdt in dat ambassades op verschillende niveaus interventies kunnen plegen: een project om een specifiek knelpunt aan te pakken, de integratie van het thema ondernemingsklimaat binnen de bestaande sectorprogramma's, of als onderdeel van de reguliere beleidsdialoog met de lokale overheid. Bijgaande opsomming weerspiegelt deze diversiteit, zowel voor wat betreft de problematiek als de aanpak.

Behalve via het bilaterale kanaal wordt ook via het multilaterale en particuliere kanaal aandacht besteed aan de versterking van het ondernemingsklimaat. Een voorbeeld is het partnerschap-programma dat Nederland heeft met de International Finance Corporation. In het kader van dit programma wordt bijvoorbeeld FIAS (Foreign Investment Advisory Services) ondersteund, een faciliteit van Wereldbank en International Finance Corporation (IFC) die in meer dan 125 landen overheden heeft geassisteerd bij het nemen van maatregelen ter verbetering van het vestigingsklimaat voor buitenlandse investeerders. Het gaat hierbij dan met name om het vereenvoudigen en moderniseren van relevante regelgeving.

In Nederland werk ik nauw samen met het ministerie van Economische Zaken en VNO-NCW om optimaal gebruik te kunnen maken van in Nederland beschikbare kennis op het gebied van het versterken van het ondernemingsklimaat. Op 22 maart 2005 is hiertoe een gezamenlijke conferentie georganiseerd met als thema «Mobilising your services for development». Deze conferentie bracht vertegenwoordigers uit ontwikkelingslanden en Nederlandse experts samen rond thema's als financiële sector ontwikkeling, eigendomsrechten, logistiek en ketenmanagement, en het grensmoment bij internationale handel vanuit ontwikkelingslanden.

Momenteel zijn er nog niet in alle landen activiteiten ontplooid ter stimulering van het ondernemingsklimaat. Mijn streven is om in de toekomst dit wel te realiseren. Dit is vanzelfsprekend afhankelijk van een aantal factoren, zoals de vraag vanuit het betreffende land, en de meerwaarde die Nederland kan bieden ten opzichte van andere donoren.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A. M. A. van Ardenne-van der Hoeven

BIJLAGE

In Kenia is de ambassade – in nauwe samenwerking met het Ministerie van LNV – actief betrokken bij de opzet van een Worldsummit on sustainable Development (WSSD) publiek privaat partnerschap met Keniaanse counterparts om de markttoegangsmogelijkheden voor hortiproducten te verbeteren. Daarnaast gaat de ambassade de komende maanden een strategisch programma formuleren, gericht op de aanpak van specifieke knelpunten in het lokale ondernemingsklimaat.

In Senegal is de modernisering ondersteund van een laboratorium voor de kwaliteitscontrole van onder andere groenten voor de export. Het laboratorium krijgt een belangrijke rol bij de uitvoering van EurepGap (het protocol waarin de kwaliteitseisen zijn vastgelegd waaraan groente en fruit die naar Europa geëxporteerd worden, moeten voldoen).

In Mali wordt gewerkt aan de versterking van de productie- en distributieketen van mango's. Hierbij gaat het onder meer om de bouw van een koelcentrum, en om training om aan de EurepGap-normen te voldoen. Doel is uiteindelijk om meer Malinese boeren en handelaren in staat te stellen mango's naar Europa te exporteren.

In Zambia wordt mede met Nederlands geld het «Zambia Business Forum (ZBF)» ondersteund, een koepelorganisatie van diverse branche- en beroepsorganisaties. ZBF heeft onder meer bijgedragen aan de totstandkoming van modernere fiscale wetgeving en aan de formulering van een nationaal ICT-beleid.

In Colombia wordt deelgenomen aan een publiek privaat partnerschap in de Narino-regio (zuiden van Colombia). Het doel is om koffieboeren in deze streek te assisteren om tot een betere kwaliteit koffie (ook in termen van milieudruk) te komen, die dan tegen een meerprijs verkocht kan worden. Zo wordt bijgedragen aan de economische positie van de koffieboeren in Narino. Partners zijn onder meer Starbucks en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM).

In Oeganda is Nederland een belangrijke donor op het gebied van versterking van de juridische sector. Het betreft hier onder andere de introductie en versterking van speciale rechtbanken voor commerciële geschillen, de hervorming van bedrijfsregisters en het kadaster, en de versterking van de Ugandese belastingdienst zodat procedures en belastingheffing voor het bedrijfsleven meer voorspelbaar en eenvoudiger worden. Hiernaast ondersteunt de ambassade een multi-donor programma dat zich richt op verbetering van (geprivatiseerde) landbouwvoorlichting en is ze actief in een aantal districten om de publiek-private samenwerking gericht op economische ontwikkeling te stimuleren.

In Tanzania draagt Nederland bij aan twee multi-donor initiatieven ter versterking van het lokale ondernemingsklimaat. Het gaat hierbij om het «Business Environment Strengthening in Tanzania»-programma. Dit richt zich op vermindering van de administratieve lastendruk, op een beter functionerend ondernemingsrechten op het aantrekken van buitenlandse investeerders. Ten tweede ondersteunt Nederland de «Financial Sector Deepening Trust». Hier gaat het er met name om om het middenen kleinbedrijf in de rurale gebieden een betere toegang te verschaffen tot financiële producten. Op het gebied van private sector ontwikkeling speelt de Nederlandse ambassade bovendien een prominente rol in de vorm van het lidmaatschap van onze ambassadeur van de «International Business Round Table» die onder voorzitterschap staat van de President van Tanzania.

In Rwanda wordt ten aanzien van beter economisch bestuur gewerkt aan het versterken van decentralisatieprocessen, publiek-private dialoog en ondernemingsrechtsspraak. Betere marktwerking en markttoegang worden bewerkstelligd door ondersteuning van boeren- en andere private sector-organisaties in een aantal productketens. Aan verbeterde financiële dienstverlening wordt gewerkt via ondersteuning van CAPMER (Centre d'Appui aux Petites et Moyennes Entreprises au Rwanda). Dit is een instelling die training geeft aan het midden- en kleinbedrijf op het gebied van investeringsplannen en het met andere donoren opzetten van een garantiefonds voor rurale kredieten bij de Centrale Bank. Aan een betere infrastructuur wordt gewerkt via investeringen in rurale wegen, energievoorziening en de bouw van een koelhuis op het internationale vliegveld. Middels het NPT-programma (Netherlands Programme for Institutional Strengtening of Post-secondary Education and Training Capacity) worden beter vakonderwijs en klantgericht landbouwonderzoek ondersteund.

In Ethiopië concentreert de ambassade zich met name op het verbeteren van de marktwerking en markttoegang binnen een aantal strategisch subsectoren. Zo wordt samen met het CBI (Centrum voor Bevordering van Import uit Ontwikkelingslanden) en UNCTAD ingezet op versterking van de «Ethiopian Export Promotion Agency» en van de «Ethiopian Investment Commission». Tevens wordt op centraal en decentraal niveau gewerkt aan het versterken van producentenorganisaties en het op de markt brengen van producten in onder meer de tuinbouw en de bijenproductieketen.

In Benin financiert Nederland samen met de Wereldbank de formulering van de «Investment Climate Assessment». De uitkomsten van deze diepgravende analyse van het investeringsklimaat moeten leiden tot aanpassingen in de wet- en regelgeving en vinden hun weg naar Wereldbankprogramma's.

In Albanië voert de ambassade een goed bestuurprogramma uit, gericht op decentralisatie, democratisering en verbetering van de beleidsvorming. Verbetering van het centrale en lokale bestuur in Albanië zal zeker ten goede komen aan het ondernemingsklimaat in het land. Voorts wordt er met Nederlandse steun gewerkt aan het opzetten van een certificeringorgaan. Dit zal bijdragen aan de professionalisering van de agrarische sector in Albanië. Daarnaast stelt de ambassade in de dialoog met de lokale autoriteiten het thema ondernemingsklimaat geregeld aan de orde. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld het belastingstelsel en het monitoren van de implementatie van beleidsvoornemens die van belang zijn voor de ontwikkeling van het (lokale) bedrijfsleven.

In Macedonië werkt de ambassade in samenwerking met de Wereldbank aan een pilotproject voor de modernisering van het kadaster in Kumanovo. Dit is van groot belang bij het vergroten van de rechtszekerheid voor het bedrijfsleven over land en onroerend goed. Doorgaans is dat een cruciale voorwaarde voor het in aanmerking komen voor bankkredieten. Tevens bestaat een samenwerking tussen de Macedonische en de Nederlandse douane, gericht op het vereenvoudigen en verbeteren van de bestaande douaneprocedures in lijn met EU-standaarden. Voorts is Nederland in Macedonië een speler van formaat op het gebied van (micro-)kredieten, via ondersteuning aan de ProCredit Bank en de Macedonian Enterprises Development Foundation (MEDF), een organisatie die zich naast kredietverstrekking ook bezig houdt met trainingen ter versterking van de ondernemersvaardigheden.

In Bosnië-Herzegovina wordt in het kader van de versterking van het economische bestuur in samenwerking met andere donoren gewerkt aan een faciliteit voor technische assistentie. Hieruit kunnen activiteiten gefinancierd worden die de Bosnische autoriteiten in staat moeten stellen om bijvoorbeeld privatiseringen in goede banen te leiden, de faillissementswetgeving te moderniseren, of om de pensioenwetgeving te hervormen. Daarnaast wordt vanuit het bilaterale programma ondersteuning gegeven aan regionale economische ontwikkeling, in het kader van het EU-RED programma (EU Regionale Economic Development Project) en aan stimulering van het private ondernemerschap op lokaal niveau.

In Bolivia ondersteunt Nederland een landregistratie programma. Sinds de introductie van dit programma zijn in totaal 6000 landeigendomsbewijzen aan arme boeren uitgereikt, waarvan er 3800 tot stand zijn gekomen dankzij Nederlandse steun. Hiermee is een substantiële bijdrage geleverd aan de verhoging van de juridische zekerheid voor boeren.

In Nicaragua ondersteunt Nederland het Ministerie van Economische Zaken bij hervorming van wetgeving en regulering ten behoeve van het Midden en Kleinbedrijf en de versterking van dienstverlenende instituties gericht op onder meer investeringen, exportpromotie en managementtraining. In dat kader werden bijvoorbeeld ruim 700 ondernemers getraind op het gebied van bedrijfsvoering en bedrijfskennis. Voorts worden vertegenwoordigende organisaties zoals werkgeversorganisaties en brancheverenigingen ondersteund, die op gemeentelijk niveau samenwerken met de overheid aan verbeteringen in het locale ondernemingsklimaat.

In Suriname zet de ambassade zich in om private sector ontwikkeling en ondernemingsklimaat te koppelen aan het «Public Sector Reform» programma. Daarnaast zijn de instrumenten ORET en PSOM inmiddels ook voor Suriname zijn opengesteld.

In Jemen faciliteert Nederland de implementatie van een multi-donor programma dat tot doel heeft de handelscapaciteit van Jemen te versterken en zo een bijdrage te leveren aan de verbetering van de import en export van het land.

In Sri Lanka ondersteunt Nederland de oprichting van twee nieuwe regionale Kamers van Koophandel. Voor de Kamers ligt een belangrijke rol op het gebied van training aan het bedrijfsleven en lobbyactiviteiten ten behoeve van maatregelen die het ondernemingsklimaat helpen verbeteren. Tevens kregen de Kamers er in 2005 belangrijke taken bij in het kader van de wederopbouw na de tsunami van december 2004.

In Indonesië wordt gewerkt aan corruptiebestrijding (via het Partnership for Governance Reform) en wordt het justitiële apparaat versterkt door het opzetten van ondernemingskamers. Sinds eind 2004 financiert de ambassade binnen de Indonesisch-Nederlandse Kamer van Koophandel (INA) een centrum van waaruit voorlichting wordt gegeven over maatschappelijk verantwoord ondernemen, met name in de voedingsmiddelenindustrie, houtverwerking en textielindustrie. Met Cordaid, Agriterra en lokale bedrijven wordt samengewerkt om de kwaliteit van lokaal verbouwde groente en fruit te verbeteren, om zo voor kleine boeren een betere markttoegang te creëren. Via deelname in het door IFC geïnitieerde PENSA project (Programme for Eastern Indonesia Small and medium Enterprise Assistance) draagt Nederland bij aan de verbetering van het ondernemingsklimaat en ondersteunende diensten voor het MKB in Oost-Indonesie.

Daarnaast heeft de ambassade voor de komende jaren als strategische prioriteiten Veiligheid en Stabiliteit en Investeringsklimaat gekozen en dit is van directe invloed op de manier waarop ontwikkelingsactiviteiten zullen worden beoordeeld.

Naar boven