nr. 100
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 april 2005
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Defensie, de reactie
aan op uw verzoek van 7 april 2005 (zie bijlage). Het betreft nadere
informatie over de Amerikaanse Quadrennial Defense Review (QDR) naar aanleiding
van een briefing over dit onderwerp aan de Permanente Vertegenwoordigers bij
de NAVO op 13 april 2005.
De briefing werd verzorgd door de Amerikaanse onderminister van Defensie
belast met beleidszaken, Douglas Feith. Eerder, op 30 maart jl., werden
de defensieattachés van de ambassades van de Bondgenoten in Washington
gebrieft door een assistent-minister van Defensie, Jim Thomas. Beide briefings
verliepen langs dezelfde lijnen.
De strategische basis voor de nieuwe vierjaarlijkse QDR wordt gevormd
door de op 1 maart jl. gepubliceerde Nationale Defensie Strategie (NDS)
en de Nationale Militaire Strategie, die voor een deel bestaat uit geheime
bijlagen. Onderminister Feith gaf aan dat de belangrijkste doelstelling van
deze QDR, die in februari 2006 aan het Congres zal worden aangeboden, het
vaststellen is van de capaciteit die nodig is om de NDS uit te voeren en de
prioriteiten die daarbij moeten worden gesteld.
Er zijn door de Verenigde Staten vier hoofdgebieden geïdentificeerd
die relevant zijn voor de toekomstige omvang, samenstelling en capaciteit
van de Amerikaanse strijdkrachten:
– het opbouwen van coalities om terroristische netwerken te verslaan;
– het verdedigen van het eigen Amerikaanse grondgebied;
– de politiek-militaire afstemming met landen die belangrijk zijn
voor de veiligheid in de wereld;
– het voorkomen van het verkrijgen en gebruiken van massavernietigingswapens
door staten of niet-statelijke actoren.
Onderminister Feith meldde voorts dat een aantal teams is geformeerd dat
de komende maanden de hoofdonderwerpen van de QDR nader zal uitwerken.
Feith gaf aan bijdragen van de bondgenoten en partners van de Verenigde
Staten op prijs te stellen. De VS had van eerdere QDR's geleerd dat het verstandig
was andere landen erbij te betrekken. Deze consultaties dienden volgens de
VS plaats te vinden binnen de bestaande NAVO-structuren. Ook stelde Feith
dat de VS voornemens was bilateraal overleg te voeren. Er werden geen specifieke
landen genoemd. Evenmin werd aangegeven op welke wijze dit bilaterale consultatieproces
vorm zal krijgen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
B. R. Bot
BIJLAGE
Aan de minister van Buitenlandse Zaken
Den Haag, 7 april 2005
Met het oog op het voor woensdag 27 april van 18.30 tot circa 20.30
uur geagendeerd staande algemene overleg over de NAVO, verzoek ik u namens
de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken de Kamer per brief te informeren
over de briefing van de Noord-Atlantische Raad (NAR) d.d. 13 april 2005
over de Quadrennial Defense Review (QDR) respectievelijk de Kamer uw verslag
te doen toekomen van de d.d. 20 en 21 april 2005 te Vilnius plaatsvindende
informele NAR van ministers van Buitenlandse Zaken.
De commissie ziet uw brief en verslag graag uiterlijk dinsdag 26 april
om 12.00 uur tegemoet.
De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken,
Van Oort