29 770
Fiscale vergroeningsmaatregelen

nr. 2
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2004

De vaste commissie voor VROM heeft mij verzocht mijn brief van 20 september (Kamerstukken II 2003/2004, 29 770, nr. 1) over fiscale vergroening te actualiseren. Met deze brief zal ik hier, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, graag aan voldoen.

Tijdens de algemene politieke beschouwingen is de motie Verhagen c.s. (Kamerstukken II 2004/05, 29 800, nr. 4) door de Tweede Kamer aangenomen. In de motie wordt de regering verzocht een aantal wijzigingen in de begroting voor 2005 en volgende jaren aan te brengen. Bij brief van 4 oktober jl. van de Minister-president (kenmerk 04M469224) aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake de uitvoering van de motie Verhagen c.s. heeft het kabinet aangegeven deze motie langs de lijnen opgenomen in die brief uit te voeren middels nota's van wijziging op het desbetreffende wetsvoorstel. Het vorenstaande heeft gevolgen voor de kabinetsvoorstellen op het terrein van fiscale vergroening. Hieronder volgen de wijzigingen op het gebied van fiscale vergroening en wordt een actualisatie van het totale vergroeningspakket gegeven.

Wijzigingen naar aanleiding van motie Verhagen c.s.

Grijze kentekens

Het kabinetsvoorstel om de fiscale voordelen van grijze kentekens af te schaffen wordt aangepast. De voordelen van het grijze kenteken blijven bestaan voor ondernemers, maar het oneigenlijke gebruik door particulieren wordt teruggedrongen (opbrengst op jaarbasis € 300 mln).

Daarnaast wordt conform de motie voorgesteld het huidige MRB-voordeel voor grijze kentekens met € 50 mln te verminderen. Beide maatregelen leiden tot ongeveer 75% lagere milieubaten dan in de oorspronkelijke kabinetsvoorstellen (milieueffect neemt voor NOx af van – 0,9 naar – 0,2 Kton in 2010).

Energiebelasting

De energiebelasting wordt met € 100 mln minder verhoogd. De resterende verhoging van de energiebelasting van € 505 mln in 2005 oplopend naar € 660 mln in 2007 is nog altijd aanzienlijk hoger dan de aangekondigde verhoging van € 450 mln uit het Hoofdlijnenakkoord. De milieueffecten vallen iets lager uit dan in het oorspronkelijke kabinetsvoorstel. Evenals in het kabinetsvoorstel dragen huishoudens voor € 135 mln bij aan de verhoging.

Energie Investeringsaftrek (EIA)

De EIA wordt versoberd. In 2003 is op de EIA een onderuitputting opgetreden van € 60 mln. Aangenomen wordt dat deze onderuitputting zich ook in 2005 zal voordoen. Als vervolgens twee maatregelen worden genomen kan een totale besparing van € 100 mln vanaf 2005 worden gerealiseerd. De eerste maatregel betreft het uitsluiten van onbedoeld gebruik van de EIA en het aanpassen van de Energielijst. Dit dient € 20 mln op te leveren. De tweede maatregel betreft een verlaging van het aftrekpercentage van 55% naar 44%. Dit levert eveneens € 20 mln op. Als later blijkt dat de onderuitputting zich niet volledig voortzet na 2003 dan zal het kabinet nadere (algemene) dekkingsmaatregelen nemen. Op deze wijze blijven de negatieve milieueffecten beperkt.

Heffing op milieuonvriendelijke smeermiddelen

Per 1 januari 2006 (invoering in 2005 is vanwege technische redenen niet mogelijk) zal een heffing op milieuonvriendelijke smeermiddelen worden geïntroduceerd. Voor milieuvriendelijkere smeermiddelen, die minder toxisch en beter biologisch afbreekbaar zijn, geldt een vrijstelling. De verwachting is dat door de maatregel het aandeel milieuvriendelijkere smeermiddelen zal toenemen. Dit is van belang voor toepassingen waar smeermiddelen leiden tot bodem- en watervervuiling. Vervuiling vindt zowel plaats door lekkages van hydraulische olie als door verliessmeermiddelen zoals kettingzaagolie en doorsmeervetten.

Accijns kerosine binnenlandse vluchten

Per 1 januari 2005 zal kerosine voor binnenlandse vluchten worden belast. Internationale verdragen staan dit vooralsnog niet toe voor internationale vluchten. Doordat de accijns beperkt is tot binnenlandse vluchten zullen de milieueffecten niet groot zijn. Het aandeel binnenlandse vluchten in het totale luchtverkeer van en naar Nederland is gering. Bovendien betreft het veelal zakelijke vluchten, die weinig prijsgevoelig zijn. Toch gaat er een signaalwerking van deze accijns uit en levert hij een bijdrage aan het internaliseren van de externe kosten van vliegverkeer in de prijzen.

Bijgevoegd is een geactualiseerd totaaloverzicht van de maatregelen die aangrijpen bij de fiscale vergroening1.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven