nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 september 2004
Hierbij bied ik u aan het onderzoeksrapport «Working Fathers, Caring
Men. Reconciliation of Working Life and Family Life»1. Het onderzoek is de uitkomst van het ESF-EQUAL project «Werkende
Vaders, Zorgende Mannen», dat onderdeel uitmaakt van de projecten«Mannen
in de Hoofdrol».
Belangrijke conclusies uit het onderzoek
Een grotere arbeidsparticipatie van vrouwen – een belangrijke doelstelling
van de Europese Unie – is alleen reëel als het aandeel van mannen
in huishoudelijke en kindzorgtaken groter wordt (naast uiteraard voldoende
betaalbare mogelijkheden om huishoudelijke taken en zorg voor de kinderen
gedeeltelijk uit te besteden).
Opvattingen en preferenties van mannen ten aanzien van de taakverdeling
tussen mannen en vrouwen blijken veranderbaar indien taken als meer sekseneutraal
worden ervaren.
Opvattingen veranderen door veranderde omstandigheden (andere werktijden,
werkpatronen of een alternatieve huishoudvorm). Zo blijkt een belangrijke
stimulans voor mannen om taken binnenshuis te verrichten, het feit dat de
taak onderdeel uitmaakt van een «keten van taken» waarvan enkele schakels al door mannen worden uitgevoerd.
Een voorbeeld hiervan: mannen die thuis eten koken (al dan niet in het weekend)
zijn ook meer geneigd de daarvoor benodigde boodschappen te doen. Een ander
punt is de «zichtbaarheid». Wie boodschappen
doet of met een kind naar het consultatiebureau gaat, beweegt zich in de openbare
ruimte. Juist die zichtbaarheid maakt dat andere mannen dezelfde taak eerder
uitvoeren.
In de meeste Europese landen blijkt de kwestie van een meer gelijke verdeling
van arbeid en zorg tussen mannen en vrouwen relevant te zijn. In dit onderzoek
worden Zweden, Frankrijk en Spanje uitgelicht. Meer in het bijzonder
de wijze waarop de overheid daar aandacht besteedt aan de rol van vaders.
Zo hebben in Zweden gezondheidscentra een cursus voor jonge vaders opgezet
met het doel hen praktische vaardigheden voor de kinderzorg te leren en bij
hen een groter gevoel van verantwoordelijkheid te ontwikkelen.
De uitkomsten van dit onderzoek laten inspirerende initiatieven zien,
zoals het activeren van professionals in consultatiebureau's, kinderdagverblijven
en in de gezondheidszorg om ook vaders aan te spreken en te betrekken.
Beleidsaanbevelingen
De onderzoekers doen de volgende aanbevelingen aan Europese overheden:
• Start een maatschappelijke discussie over de taak- en rolverdeling
thuis en in de samenleving.
• Stimuleer professionals in consultatiebureau's, kinderdagverblijven
en in de gezondheidszorg, om ook vaders aan te spreken en te betrekken.
• Maak jongeren bewust van de bestaande ongelijke verdeling tussen
mannen en vrouwen waar het gaat om (on)betaalde arbeid en de consequenties
van die verdeling.
• Houd het onderwerp «mannen, arbeid en zorg» op de politieke
agenda.
• Verwerf aanvullende kennis over «mannen, arbeid en zorg»,
bijvoorbeeld over de rol van mannen en vaders onder specifieke doelgroepen.
• Introduceer een geïndividualiseerd betaald ouderschapsen kraamverlof.
Reactie
De Nederlandse regering ziet het als verantwoordelijkheid van mannen en
vrouwen zelf om een keuze te maken voor een bepaalde taakverdeling. In aansluiting
op de aanbevelingen aangaande de maatschappelijke discussie, de agendering
van de rol van mannen en de aanpak richting jongeren, wijs ik graag op de
campagne «Wie Doet Wat.nl», eveneens onderdeel van de projecten
«Mannen in de Hoofdrol». De campagne richt zich in de eerste plaats
op mannen en beoogt discussie over en bewustwording van de verdeling van huishoudelijke
taken en zorgtaken tussen partners om uiteindelijk een hogere participatie
van vrouwen op de arbeidsmarkt te bewerkstelligen.
Binnen de campagne is inmiddels een groot en divers bereik gerealiseerd –
ook onder jongeren – door samenwerking met onder meer bedrijven, scholen,
sportorganisaties, universiteiten, gemeenten, belangenorganisaties, business
schools en media. Daarnaast hebben ook massamediale uitingen zoals televisieprogramma's,
radio- en televisie-commercials, webfilmpjes voor en door jongeren, een bijdrage
geleverd aan het stimuleren van de maatschappelijke discussie en bewustwording.
De campagne heeft ook geleid tot de ontwikkeling van een geheel nieuw
instrument, eveneens gericht op bewustwording. Aangezien uit onderzoek in
het kader van de campagne naar voren kwam dat er misvattingen bestaan over
de financiële consequenties van het uitruilen van arbeidsuren tussen
partners is het zogenaamde «Werktijdverdelingtool» ontwikkeld.
Hiermee kan voor verschillende huishoudtypen worden bekeken wat het effect
op het huishoudinkomen is van herverdeling van arbeid.
Uit de analyse van het voorbeeld waarbij één werkdag bij
tweeverdieners wordt overgedragen, blijkt dat 71% van de gelijkverdienende
partners baat heeft bij overdracht. Bij de 720 000 huishoudens
waarin de partner tegen een lager uurloon werkt dan de hoofdverdiener heeft
nog steeds 33% baat bij urenuitruil. Het instrument is per 24 september
2004 te vinden op www.wiedoetwat.nl.
Met het in de Wet arbeid en zorg neergelegde verlofstelsel erken ik het
belang van (betaald) verlof voor mannen en vrouwen. Met de te introduceren
levensloopregeling zal ik het sparen voor onder meer het ouderschapsverlof
fiscaal faciliteren. Om de verlofregelingen breder bekend te maken zijn de
afgelopen jaren verschillende voorlichtingsprojecten uitgevoerd. Met deze
voorlichtingsactiviteiten werden zowel vrouwen als mannen aangesproken.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus