29 767
Wijziging van enkele belastingwetten (Belastingplan 2005)

nr. 35
AMENDEMENT VAN HET LID VENDRIK

Ontvangen 15 november 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I, wordt als volgt gewijzigd:

A. In onderdeel A wordt in de tarieftabel in kolom III «€ 10 552» vervangen door: «€ 10 562». Voorts wordt in kolom IV «42%» vervangen door: «42,05%».

B. Na onderdeel Ka, worden vier onderdelen ingevoegd, luidende:

Kb. In artikel 6.18, tweede lid, wordt na onderdeel c, onder verlettering van onderdeel d tot onderdeel e, een onderdeel ingevoegd, luidende:

d. premies en bijdragen voor een ziektekostenregeling verminderd met de over het voorafgaande jaar in aanmerking genomen no-claimhef- fingskorting als bedoeld in artikel 8.21;.

Kc. Aan artikel 8.2 wordt, onder vervanging van «en» aan het slot van onderdeel l door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel m door: «en» , een onderdeel toegevoegd, luidende:

n. de no-claimheffingskorting (artikel 8.21).

Kd. Na artikel 8.2 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 8.2a Volgorde in aanmerking nemen heffingskortingen

1. De heffingskortingen worden in aanmerking genomen in de volgorde waarin zij zijn vermeld in artikel 8.2.

2. Ingeval de verschuldigde belasting over een kalenderjaar nihil bedraagt en in dat jaar de no-claimheffingskorting niet volledig in aanmerking is genomen, stelt de inspecteur op verzoek van de belastingplichtige het bedrag aan no-claimheffingskorting dat in aanmerking is genomen vast bij voor bezwaar vatbare beschikking.

Ke. In artikel 8.9, eerste lid, wordt «en aanvullende combinatiekorting» vervangen door « , aanvullende combinatiekorting en no-claimheffingskorting». Voorts wordt «en de aanvullende combinatiekorting» vervangen door: , de aanvullende combinatiekorting en de no-claimheffingskorting.

C. Na onderdeel O wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

Oa. Na artikel 8.20 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8.21 No-claimheffingskorting

1. De no-claimheffingskorting geldt voor de belastingplichtige indien in het kalenderjaar ten behoeve van hem door hem of zijn partner voor meer dan het in artikel 6.20a, eerste lid, genoemde bedrag aan in dat lid bedoelde uitgaven zijn gedaan en bij de berekening van het inkomen uit werk en woning van de belastingplichtige of dat van zijn partner buitengewone uitgaven in aanmerking zijn genomen.

2. De no-claimheffingskorting bedraagt € 72.

D. Na onderdeel P wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

Q. In artikel 10.1 wordt «8.18, 9.4» vervangen door: «8.18, 8.21, 9.4».

II

Artikel IV, onderdeel D, wordt in de tarieftabel in kolom III «€ 10 552» vervangen door: «€ 10 562». Voorts wordt in kolom IV «42%» vervangen door: «42,05%».

III

In artikel XXXIII, eerste lid, wordt «O en P» vervangen door: O, Oa en P.

Toelichting

Het amendement regelt dat chronisch zieken, gehandicapten en ouderen met veel zorgkosten een no-claimheffingskorting ontvangen, aangezien zij per definitie niet in aanmerking komen voor de no-claimteruggaaf. Om deze reden wordt in dit amendement geregeld dat chronisch zieken en gehandicapten de stijging van de gemiddelde nominale premie als gevolg van de invoering van de invoering van de no-claimteruggaaf via de belasting terugkrijgen.

Voor de regeling komen de volgende groepen (met meer dan € 307 aan specifieke uitgaven) in aanmerking:

400 000 personen onder de 65 jaar, hiervan zijn er 200 000 die het chronisch ziekenforfait hebben en 200 000 met het arbeidsongeschikt- heidsforfait 450 000 personen boven de 65 jaar

Complementair aan dit amendement zijn de twee ingediende amendementen bij de begroting VWS van Tonkens c.s. nr. 17 H en nr. 18 Herdruk. Het eerste amendement dient ter dekking en zorgt voor een verlaging van de rijksbijdragen aan de ziekenfondsen, waardoor de nominale premie tussen de 3 en 4 euro zal stijgen. Het tweede amendement betekent een verhoging van de verzilveringsregeling (TBU) zodat ook mensen die weinig belasting betalen deze nieuwe no-claimheffingskorting ontvangen.

De regeling geldt voor iedereen met specifieke uitgaven van meer dan € 307. Om ook voor particulier verzekerden een budgettair neutrale verschuiving tussen mensen met veel zorgkosten en mensen met weinig zorgkosten te bewerkstelligen wordt de 3e schijf met 0,05% opgehoogd. De budgettaire opbrengst hiervan bedraagt 15 mln euro. Het totale amendement inclusief de 2 complementaire VWS-amendementen is budgetneutraal. De kosten van de no-claimheffingskorting bedraagt bij€ 72 ongeveer € 60 mln.

Deze regeling is in de fiscaliteit uitvoerbaar aangezien wordt aangesloten bij een bestaand gegeven (de opgegeven hoogte van de specifieke uitgaven). Deze heffingskorting kan niet meer worden opgenomen in de VT voor 2005, wel in de reguliere aangifte 2005.

Artikel I, onderdeel Kb

De wijziging in artikel 6.18 Wet IB 2001 bewerkstelligt dat de over het voorafgaande kalenderjaar genoten no-claimheffingskorting in mindering gebracht moet worden op de in aanmerking te nemen premies voor een ziektekostenverzekering binnen de buitengewone uitgavenregeling. In zoverre «drukken» deze premies immers niet.

Artikel I, onderdeel Kc

De wijziging in artikel 8.2 Wet IB 2001 hangt samen met de introductie van de no-claimheffingskorting.

Artikel I, onderdeel Kd

Artikel 8.2a, eerste lid, Wet IB 2001 regelt de vaststelling van de volgorde waarin de heffingskortingen in aanmerking worden genomen met het oog op de verzilvering via een aanpassing van het Tijdelijk besluit tegemoetkoming buitengewone uitgaven. Het gedeelte van de no-claimheffingskorting dat niet in de fiscaliteit in aanmerking is genomen, omdat er onvoldoende belastingschuld is ontstaan wordt uitgekeerd ingevolge genoemd besluit. In het tweede lid is bepaald dat de inspecteur het in de fiscaliteit niet te verzilveren bedrag aan no-claimheffingskorting bij voor bezwaar vatbare beschikking kan vaststellen.

Artikel I, onderdeel Ke

De wijziging in artikel 8.9 Wet IB 2001 hangt samen met de introductie van de no-claimheffingskorting.

Artikel I, onderdeel Oa

De no-claimheffingskorting wordt opgenomen in artikel 8.21 Wet IB 2001. De no-claimheffingskorting is een heffingskorting voor alle belastingplichtigen die meer dan € 307 (bedrag 2004) aan specifieke uitgaven hebben en voorts in aanmerking komen voor buitengewone uitgaven als bedoeld in artikel 6.16 Wet IB 2001. Het betreft niet alleen de belastingplichtigen die binnen de fiscale buitengewone uitgavenregeling in aanmerking komen voor het chronisch ziekenforfait, doch ook belastingplichtigen van 65 jaar of ouder (vanwege het ouderdomsforfait in artikel 6.21) en belastingplichtigen die in aanmerking komen voor het arbeidsongeschiktheidsforfait van artikel 6.20. Al deze belastingplichtigen komen in aanmerking voor de no-claimheffingskorting wanneer zij meer dan € 307 aan specifieke uitgaven hebben gedaan. Bij fiscaal partnerschap komen, indien zowel voor de ene partner als voor de andere partner het genoemde bedrag aan specifieke uitgaven wordt gedaan, beide partners in aanmerking voor de no-claimheffingskorting, wanneer ten minste één van de partners aftrek heeft wegens buitengewone uitgaven.

Artikel I, onderdeel Ob

Het bedrag van de no-claimheffingskorting wordt jaarlijks geïndexeerd.

Vendrik

Naar boven