29 767
Wijziging van enkele belastingwetten (Belastingplan 2005)

nr. 33
AMENDEMENT VAN HET LID VENDRIK

Ontvangen 15 november 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Voor artikel I, onderdeel A, wordt ingevoegd:

A0. In artikel 1.7a, eerste lid, wordt «8.14, 8.14a en 8.16» vervangen door: 8.14 en 8.16.

II

Na artikel I, onderdeel Ka, worden ingevoegd:

Kb. In artikel 8.2 vervalt onderdeel f.

Kc. Artikel 8.8 wordt vervangen door:

Artikel 8.8. Maximum gecombineerde heffingskorting

De gecombineerde heffingskorting met uitzondering van de daarin opgenomen combinatiekorting bedraagt maximaal het bedrag van de gecombineerde inkomensheffing.

Kd. Artikel 8.9, eerste lid, komt te luiden:

1. Indien de gecombineerde heffingskorting met uitzondering van de daarin opgenomen combinatiekorting door artikel 8.8 zou worden beperkt tot een niveau beneden het gezamenlijke bedrag van de algemene heffingskorting en de voor de belastingplichtige geldende arbeidskorting, kinderkorting en aanvullende kinderkorting wordt indien de belastingplichtige in het kalenderjaar gedurende meer dan zes maanden dezelfde partner heeft, de gecombineerde heffingskorting verhoogd tot het gezamenlijke bedrag van de voor hem geldende algemene heffingskorting, de arbeidskorting, de kinderkorting en de aanvullende kinderkorting.

III

Na Artikel I, onderdeel M, en voor onderdeel Ma, worden ingevoegd:

M0a. Artikel 8.14 wordt vervangen door:

Artikel 8.14 Combinatiekorting

1. De combinatiekorting geldt voor de belastingplichtige indien:

a. ingeval hij in het kalenderjaar een partner heeft:

1° hij met tegenwoordige arbeid meer dan € 4366 winst uit een of meer ondernemingen, loon of resultaat uit een of meer werkzaamheden geniet of in aanmerking komt voor de zelfstandigenaftrek;

2° het onder 1° bedoelde inkomen van hem minder bedraagt dan dat van zijn partner, dan wel bij een inkomen van gelijke omvang, hij ouder is dan zijn partner, en

3° in het kalenderjaar ten minste zes maanden tot zijn huishouden een kind behoort dat bij de aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 12 jaar niet heeft bereikt en gedurende die tijd op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens;

b. ingeval hij in het kalenderjaar geen partner heeft:

1° hij met tegenwoordige arbeid meer dan € 4366 winst uit een of meer ondernemingen, loon of resultaat uit een of meer werkzaamheden geniet of in aanmerking komt voor de zelfstandigenaftrek, en

2° in het kalenderjaar ten minste zes maanden tot zijn huishouden een kind behoort dat bij de aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 12 jaar niet heeft bereikt en gedurende die tijd op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens.

2. De combinatiekorting bedraagt € 763.

3. Bij ministeriële regeling wordt bepaald in welke gevallen niet behoeft te worden voldaan aan het vereiste dat het kind op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens.

4. Indien uitsluitend als gevolg van het overlijden in het kalenderjaar van de belastingplichtige dan wel van een in het eerste lid bedoeld kind niet voldaan wordt aan de in het eerste lid bedoelde termijn van zes maanden, wordt voor de toepassing van dit artikel met betrekking tot dat jaar wel geacht te zijn voldaan aan die termijn.

5. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder partner mede verstaan een in artikel 3.91, tweede lid, onderdeel b, onder 2° tot en met 5°, bedoelde verbonden persoon.

M1a. Artikel 8.14a vervalt.

IV

Na artikel I, onderdeel P, wordt ingevoegd:

Q. In artikel 10.1 wordt «8,14, 8.14a en 8.15» vervangen door: 8.14 en 8.15.

V

In Artikel XXI wordt na onderdeel B ingevoegd:

Ba. In artikel III, onderdeel Ba, wordt «artikel 8.14a» vervangen door: artikel 8.14.

VI

In Artikel XXI wordt na onderdeel C ingevoegd:

Ca. In artikel IV, onderdeel Ba, wordt «artikel 8.14a» vervangen door: artikel 8.14.

VII

In artikel XXXIII, eerste lid, wordt «M, Ma,» vervangen door: M, M0a, Ma.

Toelichting

Dit amendement beoogt de bestaande combinatiekorting en de aanvullende combinatiekorting samen te voegen tot één korting die in een tweeverdienerssituatie waarbij beide partners voldoen aan de inkomenseis voor de combinatiekorting alleen wordt toegekend aan de partner met het laagste arbeidsinkomen. Tevens wordt geregeld dat de combinatiekorting steeds kan worden verzilverd. Dit kan leiden tot een negatieve aanslag inkomstenbelasting volgens dezelfde systematiek als in de gevallen bedoeld in artikel 8.9 Wet IB 2001 (uitbetalen heffingskortingen aan minstverdienende partner).

Voor alleenverdieners en bijna-alleenverdieners (partner-inkomen niet meer dan € 4366) vervalt de combinatiekorting van € 228 (bedrag 2005). Voor tweeverdieners resulteert een teruggang in combinatiekorting met € 82. Voor alleenstaande ouders stijgt de combinatiekorting met € 146. Zonder dit amendement zal in 2005 voor alleenstaande ouders de armoedevalproblematiek, geheel tegen de doelstelling van het kabinet in, sterk worden vergroot. Dit amendement zorgt ervoor dat voor alle groepen de armoedevalproblematiek wordt verminderd.

Vendrik

Naar boven