nr. 33
AMENDEMENT VAN HET LID VENDRIK
Ontvangen 15 november 2004
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Voor artikel I, onderdeel A, wordt ingevoegd:
A0. In artikel 1.7a, eerste lid, wordt «8.14, 8.14a en 8.16»
vervangen door: 8.14 en 8.16.
II
Na artikel I, onderdeel Ka, worden ingevoegd:
Kb. In artikel 8.2 vervalt onderdeel f.
Kc. Artikel 8.8 wordt vervangen door:
Artikel 8.8. Maximum gecombineerde heffingskorting
De gecombineerde heffingskorting met uitzondering
van de daarin opgenomen combinatiekorting bedraagt maximaal het bedrag van
de gecombineerde inkomensheffing.
Kd. Artikel 8.9, eerste lid, komt te luiden:
1. Indien de gecombineerde heffingskorting
met uitzondering van de daarin opgenomen combinatiekorting door artikel 8.8
zou worden beperkt tot een niveau beneden het gezamenlijke bedrag van de algemene
heffingskorting en de voor de belastingplichtige geldende arbeidskorting,
kinderkorting en aanvullende kinderkorting wordt indien de belastingplichtige
in het kalenderjaar gedurende meer dan zes maanden dezelfde partner heeft, de gecombineerde heffingskorting verhoogd tot het
gezamenlijke bedrag van de voor hem geldende algemene heffingskorting, de
arbeidskorting, de kinderkorting en de aanvullende kinderkorting.
III
Na Artikel I, onderdeel M, en voor onderdeel Ma, worden ingevoegd:
M0a. Artikel 8.14 wordt vervangen door:
Artikel 8.14 Combinatiekorting
1. De combinatiekorting geldt voor de belastingplichtige indien:
a. ingeval hij in het kalenderjaar een partner heeft:
1° hij met tegenwoordige arbeid meer dan € 4366 winst uit
een of meer ondernemingen, loon of resultaat uit een of meer werkzaamheden
geniet of in aanmerking komt voor de zelfstandigenaftrek;
2° het onder 1° bedoelde inkomen van hem minder bedraagt dan dat
van zijn partner, dan wel bij een inkomen van gelijke omvang, hij ouder is
dan zijn partner, en
3° in het kalenderjaar ten minste zes maanden tot zijn huishouden
een kind behoort dat bij de aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 12
jaar niet heeft bereikt en gedurende die tijd op hetzelfde woonadres als de
belastingplichtige staat ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens;
b. ingeval hij in het kalenderjaar geen partner heeft:
1° hij met tegenwoordige arbeid meer dan € 4366 winst uit
een of meer ondernemingen, loon of resultaat uit een of meer werkzaamheden
geniet of in aanmerking komt voor de zelfstandigenaftrek, en
2° in het kalenderjaar ten minste zes maanden tot zijn huishouden
een kind behoort dat bij de aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 12
jaar niet heeft bereikt en gedurende die tijd op hetzelfde woonadres als de
belastingplichtige staat ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens.
2. De combinatiekorting bedraagt € 763.
3. Bij ministeriële regeling wordt bepaald in welke gevallen niet
behoeft te worden voldaan aan het vereiste dat het kind op hetzelfde woonadres
als de belastingplichtige staat ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens.
4. Indien uitsluitend als gevolg van het overlijden in het kalenderjaar
van de belastingplichtige dan wel van een in het eerste lid bedoeld kind niet
voldaan wordt aan de in het eerste lid bedoelde termijn van zes maanden, wordt
voor de toepassing van dit artikel met betrekking tot dat jaar wel geacht
te zijn voldaan aan die termijn.
5. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder partner mede verstaan
een in artikel 3.91, tweede lid, onderdeel b, onder 2° tot en met 5°,
bedoelde verbonden persoon.
M1a. Artikel 8.14a vervalt.
IV
Na artikel I, onderdeel P, wordt ingevoegd:
Q. In artikel 10.1 wordt «8,14, 8.14a en 8.15» vervangen door:
8.14 en 8.15.
V
In Artikel XXI wordt na onderdeel B ingevoegd:
Ba. In artikel III, onderdeel Ba, wordt «artikel 8.14a» vervangen
door: artikel 8.14.
VI
In Artikel XXI wordt na onderdeel C ingevoegd:
Ca. In artikel IV, onderdeel Ba, wordt «artikel 8.14a» vervangen
door: artikel 8.14.
VII
In artikel XXXIII, eerste lid, wordt «M, Ma,» vervangen door:
M, M0a, Ma.
Toelichting
Dit amendement beoogt de bestaande combinatiekorting en de aanvullende
combinatiekorting samen te voegen tot één korting die in een
tweeverdienerssituatie waarbij beide partners voldoen aan de inkomenseis voor
de combinatiekorting alleen wordt toegekend aan de partner met het laagste
arbeidsinkomen. Tevens wordt geregeld dat de combinatiekorting steeds kan
worden verzilverd. Dit kan leiden tot een negatieve aanslag inkomstenbelasting
volgens dezelfde systematiek als in de gevallen bedoeld in artikel 8.9 Wet
IB 2001 (uitbetalen heffingskortingen aan minstverdienende partner).
Voor alleenverdieners en bijna-alleenverdieners (partner-inkomen niet
meer dan € 4366) vervalt de combinatiekorting van € 228
(bedrag 2005). Voor tweeverdieners resulteert een teruggang in combinatiekorting
met € 82. Voor alleenstaande ouders stijgt de combinatiekorting
met € 146. Zonder dit amendement zal in 2005 voor alleenstaande
ouders de armoedevalproblematiek, geheel tegen de doelstelling van het kabinet
in, sterk worden vergroot. Dit amendement zorgt ervoor dat voor alle groepen
de armoedevalproblematiek wordt verminderd.
Vendrik