nr. 21
AMENDEMENT VAN HET LID ROUVOET
Ontvangen 11 november 2004
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel XIII wordt als volgt gewijzigd:
A. Na onderdeel F wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
Fa. Voor artikel 10 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 9c
1. Voor een personenauto, niet zijnde een kampeerauto als bedoeld in artikel
2, onderdeel g, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 en niet zijnde
een personenauto die wordt aangedreven door een motor met een compressieontsteking,
wordt het bedrag aan belasting, bedoeld in artikel 9, eerste lid,
verminderd met | vermeerderd met | indien
de personenauto een officiële specifieke CO2-uitstoot heeft
van |
---|
€ 500 | | niet meer dan 120
g/km |
€ 300 | | meer dan 120 maar
niet meer dan 140 g/km |
| € 400 | meer dan 180 maar
niet meer dan 200 g/km |
| € 800 | meer dan 200 maar
niet meer dan 250 g/km |
| € 1600 | meer dan 250 maar
niet meer dan 300 g/km |
| € 3200 | meer dan 300 g/km. |
2. Voor een personenauto, niet zijnde een kampeerauto als bedoeld in artikel
2, onderdeel g, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994, die wordt aangedreven
door een motor met een compressieontsteking wordt het bedrag aan belasting,
bedoeld in artikel 9, eerste lid,
verminderd
met | vermeerderd met | indien de personenauto een officiële specifieke CO2-uitstoot heeft van |
---|
€ 500 | | niet meer dan 105
g/km |
€ 300 | | meer dan 105 maar
niet meer dan 122 g/km |
| € 400 | meer dan 157 maar
niet meer dan 174 g/km |
| € 800 | meer dan 174 maar
niet meer dan 218 g/km |
| € 1600 | meer dan 218 maar
niet meer dan 261g/km |
| € 3200 | meer dan 216 g/km. |
3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder officiële specifieke
CO2-uitstoot verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan ingevolge
artikel 1, eerste lid, onderdeel o, van het Besluit etikettering energiegebruik
personenauto's.
4. Indien bij de aangifte als bedoeld in artikel 6, eerste lid, de officiële
specifieke CO2-uitstoot door de aangever niet kan worden aangetoond,
wordt in afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, de belasting vermeerderd
met € 3200.
5. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld
ter uitvoering van dit artikel.
B. In het in onderdeel G opgenomen eerste lid wordt «artikel 9,
eerste en tweede lid» vervangen door: artikel 9, eerste en tweede lid,
na toepassing van artikel 9c
II
Artikel XXXIIa komt te luiden:
ARTIKEL XXXIIA
1. Ingeval artikel XIV in werking treedt op een tijdstip dat is gelegen
voor het tijdstip waarop artikel XIII in werking treedt, wordt op het tijdstip
waarop artikel XIV in werking treedt in het in artikel XIII, onderdeel G,
opgenomen eerste lid «artikel 9, eerste en tweede lid, na toepassing
van artikel 9c» vervangen door: artikel 9, eerste en tweede lid, na
toepassing van de artikelen 9b en 9c.
2. Ingeval artikel XIII in werking treedt op een tijdstip dat is gelegen
voor het tijdstip waarop artikel XIV in werking treedt, wordt op het tijdstip
waarop artikel XIII in werking treedt artikel XIV, onderdeel B, vervangen
door:
B. In artikel 10, eerste lid, wordt «artikel 9, eerste en tweede
lid, na toepassing van artikel 9c», vervangen door: artikel 9, eerste
en tweede lid, na toepassing van de artikelen 9b en 9c.
III
Na artikel XXXIIa wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XXXIIB
Artikel XIII, onderdeel Fa, vindt geen toepassing ten aanzien van personenauto's
die op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel XIII in gebruik waren
genomen.
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe de belasting op personenauto's en motorrijwielen
(BPM), voor zover deze betrekking heeft op personenauto's, (mede) afhankelijk
te maken van de CO2-uitstoot van de personenauto's (het brandstofverbruik
van de personenauto). Hiertoe wordt via het nieuwe artikel XIII, onderdeel
Fa, een artikel 9c ingevoegd in de Wet belasting op personenauto's en motorrijwielen
1992. Deze differentiatie heeft de vorm van een bonusmalus systeem; voor zuiniger
auto's geldt een vermindering van de BPM en voor minder zuinige auto's een
vermeerdering daarvan. Het onderscheidende criterium wordt gevormd door de
absolute zuinigheid van de personenauto. Daarmee worden kleinere auto's gestimuleerd
ten opzichte van de grotere. De differentiatie heeft alleen betrekking op
personenauto's en niet op bestelauto's of kampeerauto's waarvoor geen gegevens
inzake de CO2-uitstoot voorhanden zijn. Voorts wordt een onderscheid
gemaakt tussen benzineauto's en dieselauto's. Voor de bepaling van de CO2-uitstoot wordt aangesloten bij het Besluit etikettering energiegebruik
personenauto's. Indien geen CO2-uitstoot bekend is, hetgeen zich
wellicht zal voordoen bij de invoer van bepaalde personenauto's uit andere
landen dan EU-landen, wordt de BPM te allen tijde vermeerderd met het bedrag
dat is gekoppeld aan de minst zuinige auto. De regeling is ingevolge het nieuw
in te voegen artikel XXXIIb niet van toepassing op auto's die voor de datum
van inwerkingtreding van deze regeling in gebruik zijn genomen.
Op basis van de verkopen van nieuwe personenauto's in 2003 wordt een budgettaire
opbrengst geraamd van € 123 mln structureel. Voor 2005 wordt –
uitgaande van een invoering per medio 2005 – een opbrengst geraamd van € 60
mln. Er is geen rekening gehouden met anticipatie-effecten.
De overige in dit amendement opgenomen wijzigingen zijn van technische
aard en dienen voornamelijk tot het verzekeren van een goede samenloop tussen
de verschillende artikelen van het belastingplan.
De opbrengst van dit amendement wordt aangewend om een overgangsregeling
voor het grijze kenteken voor particulieren zoals voorgesteld in amendement
29 767, nr.15 te financieren.
Rouvoet