29 767
Wijziging van enkele belastingwetten (Belastingplan 2005)

nr. 18
AMENDEMENT VAN HET LID KANT

Ontvangen 10 november 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I worden na onderdeel K twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

Ka. Artikel 8.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c vervalt.

2. In onderdeel d wordt «aanvullende kinderkorting» vervangen door: kinderkorting.

Kb. In artikel 8.9, eerste lid, wordt «arbeidskorting, kinderkorting, aanvullende kinderkorting» vervangen door «arbeidskorting, kinderkorting». Voorts wordt «de arbeidskorting, de kinderkorting, de aanvullende kinderkorting» vervangen door: de arbeidskorting, de kinderkorting.

II

In artikel I wordt na onderdeel L een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

La. Artikel 8.12 vervalt.

III

Artikel I, onderdeel M, komt te luiden:

M. Artikel 8.13 wordt vervangen door:

Artikel 8.13. Kinderkorting

1. De kinderkorting geldt voor de belastingplichtige indien:

a. in het kalenderjaar gedurende meer dan zes maanden tot zijn huishouden een kind behoort dat in belangrijke mate door hem of zijn partner wordt onderhouden en dat bij de aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar niet heeft bereikt en gedurende die tijd op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige of zijn partner staat ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens en

b. het gezamenlijke verzamelinkomen van de belastingplichtige en zijn partner niet hoger is dan € 30 225.

2. De kinderkorting bedraagt:

a. bij een gezamenlijk verzamelinkomen van niet meer dan € 28 491: € 980.

b. bij een gezamenlijk verzamelinkomen van meer dan € 28 491 maar niet meer dan € 30 225: € 794.

3. Het in het tweede lid, onderdeel a, vermelde bedrag wordt verhoogd met € 65 indien in het kalenderjaar gedurende meer dan zes maanden tot het huishouden van de belastingplichtige ten minste drie kinderen behoren die in belangrijke mate door hem of zijn partner worden onderhouden en die bij de aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar niet hebben bereikt en gedurende die tijd op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige of zijn partner staan ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens.

4. Indien de belastingplichtige een partner heeft geldt de kinderkorting alleen voor de belastingplichtige met het hoogste verzamelinkomen. Indien het verzamelinkomen van de belastingplichtige gelijk is aan dat van zijn partner geldt de kinderkorting alleen voor de oudste belastingplichtige. Op gezamenlijk verzoek van deze belastingplichtige en zijn partner, wordt het bedrag van de kinderkorting toegekend aan de partner van die belastingplichtige. Op het verzoek kan niet worden teruggekomen.

5. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder partner mede verstaan een in artikel 3.91, tweede lid, onderdeel b, 2° tot en met 5° bedoelde verbonden persoon.

6. Indien uitsluitend als gevolg van het overlijden in het kalenderjaar van de belastingplichtige dan wel van een in het eerste lid bedoeld kind niet voldaan wordt aan de in dat lid bedoelde termijn van zes maanden, wordt voor de toepassing van dit artikel, met betrekking tot dat jaar wel geacht te zijn voldaan aan die termijn.

IV

In artikel I wordt na onderdeel O een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Oa. In artikel 9.3, tweede lid, vervalt onderdeel d.

V

In artikel I wordt na onderdeel P een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Q. In artikel 10.1, eerste lid, wordt «8.12, 8.13, 8.14» vervangen door: 8.13, 8.14.

VI

Na artikel XXI wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XXIA

In hoofdstuk 2 van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 wordt in artikel I, onderdeel ATa, tweede lid, «de kinderkorting, de aanvullende kinderkorting» vervangen door: de kinderkorting.

Toelichting

In dit amendement vervalt de bestaande kinderkorting van € 112. Tegelijkertijd wordt door dit amendement de oude aanvullende kinderkorting (in het amendement omgevormd tot nieuwe «kinderkorting») extra verhoogd met € 290 tot € 980 bij een gezamenlijk verzamelinkomen van niet meer dan € 28 491 of verhoogd met € 290 tot € 794 als het gezamenlijk verzamelinkomen meer dan € 28 491 bedraagt maar niet meer dan € 30 225. Hiermee wordt beoogd de koopkracht van gezinnen met een laag inkomen te verbeteren. Dit amendement is budgettair neutraal.

Kant

Naar boven