nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER VLIES
Ontvangen 27 oktober 2004
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel M, wordt als volgt gewijzigd:
A. In de aanhef vervalt: , tweede lid,.
B. In punt 1 wordt «Het in onderdeel a genoemde bedrag» vervangen
door: Het in het tweede lid, onderdeel a, genoemde bedrag.
C. In punt 2 wordt «Het in onderdeel b genoemde bedrag» vervangen
door: Het in het tweede lid, onderdeel b, genoemde bedrag.
D. Toegevoegd wordt een nieuw punt, luidende:
3. Het in het derde lid genoemde bedrag wordt verhoogd met € 550.
II
Artikel XXXIa vervalt.
Toelichting
Het is bekend dat grote gezinnen te maken hebben met diverse beleidsmaatregelen
die sterk drukken op het gezinsinkomen. Dit amendement beoogt hen substantieel
tegemoet te komen in hun inkomenspositie. De dekking wordt onder meer gevonden
door het geheel of gedeeltelijk terugdraaien van enkele maatregelen uit de
motie-Verhagen c.s. (29 800, nr. 4) om op deze manier te komen tot een
betere prioriteitstelling. Deze amendering is reeds aangekondigd bij de Algemene
Politieke en Financiële Beschouwingen.
Dit amendement strekt ertoe het bedrag van de verhoging met € 64
(bedrag 2004) van de aanvullende kinderkorting voor gezinnen met drie of meer
kinderen te vermeerderen met € 550. Deze vermeerdering wordt aangebracht
nadat het bedrag van € 64 met ingang van 1 januari 2005 is bijgesteld vanwege inflatie tot € 65. Bij aanvaarding van
dit amendement bedraagt de verhoging derhalve € 615.
Dit amendement leidt tot een derving van € 50 mln. Ter dekking
hiervan is een aantal bijstellingen noodzakelijk. Allereerst wordt in het
kader van het Belastingplan de filminvesteringsaftrek en willekeurige afschrijving
film per 1 januari 2005 beëindigd (zie amendement 29 800 XIB,
nr. 8). Dit levert naar verwachting een budgettaire opbrengst op van € 20
mln per jaar. De andere aanpassingen worden aangebracht in de begroting van
het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de begroting van het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De in de begroting van het
ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als gevolg van de motie-Verhagen
c.s. opgenomen verhoging van de uitgaven voor cultuur worden verlaagd met
een bedrag van € 10 mln (zie amendement 29 800 VIII, nr. 19);
de uitgaven voor de post tussenschoolse opvang worden verlaagd met een bedrag
van € 6 mln (zie amendement 29 800 VIII, nr. 20). Het restant
van de dekking ad € 14 mln komt uit een verlaging van de uitgavenpost
topsport in de begroting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport (zie amendement 29 800 XVI, nr. 24).
Van der Vlies