29 762
Regels inzake de aanspraak op een financiële tegemoetkoming in de premie van een zorgverzekering vanwege een laag inkomen (Wet op de zorgtoeslag)

nr. 16
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER VLIES

Ontvangen 13 december 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Aan artikel 1, eerste lid, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. College zorgverzekeringen: het College voor zorgverzekeringen, genoemd in artikel 58, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet.

II

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

Aanspraak op een zorgtoeslag overeenkomstig het bij of krachtens deze wet geregelde, heeft, vanaf de eerste dag van de kalendermaand volgende op de maand waarin hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt, eveneens een persoon die op grond van artikel 2, tweede lid, onder b, van de Zorgverzekeringswet, niet verzekeringsplichtig is.

III

Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt aan artikel 4 een tweede lid toegevoegd, luidende:

2. In afwijking van artikel 25 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen wordt de zorgtoeslag die of een voorschot daarop dat aan een persoon, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder b, van de Zorgverzekeringswet is toegekend, door de Belastingdienst/Toeslagen uitbetaald door middel van een bijschrijving op de rekening die het College zorgverzekeringen op grond van artikel 69a van de Zorgverzekeringswet voor de betrokken persoon aanhoudt.

Toelichting

De zorgtoeslag is een inkomensafhankelijke bijdrage die wordt betaald uit een rijksbijdrage. Deze regeling is bedoeld om huishoudens met lagere inkomens een tegemoetkoming te bieden voor hoge zorgkosten.

Voor veel Nederlanders bestaan die zorgkosten vooral uit te betalen premies. Het wetsvoorstel koppelt deze zorgtoeslag daarom aan het al dan niet verzekerd zijn. Hiermee wordt uit het oog verloren dat ook mensen met gemoedsbezwaren tegen verzekeren ziektekosten hebben. Zij moeten naast hun eigen ziektekosten ook bijdragen aan het Zorgverzekeringsfonds, zonder dat zij hiervan gebruik maken.

Om te bereiken dat zowel verzekerden als gemoedsbezwaarden zo gelijkwaardig mogelijk worden behandeld, stelt ondergetekende voor om de zorgtoeslag van overeenkomstige toepassing te verklaren voor gemoedsbezwaarden, onder dezelfde randvoorwaarden als bij verzekerden. Gezien het feit dat het wetsvoorstel uitgaat van een normpremie en een standaardpremie, zijn er hiervoor geen uitvoeringstechnische belemmeringen.

Deze zorgtoeslag voor gemoedsbezwaarden wordt bijgeschreven op de als gevolg van het amendement van ondergetekende op de Zorgverzekeringswet (29 763, nr. 31) in te voeren rekening die het College zorgverzekeringen voor betrokkenen bijhoudt.

Van der Vlies

Naar boven