B
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 december 2004
In de tekst van het amendement van de heer Vendrik c.s. met betrekking
tot het wetsvoorstel aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie
levensloopregeling (Kamerstukken II 2004/05, 29 760, nr. 30) is een fout
geslopen die verstrekkende gevolgen voor het wetsvoorstel heeft. Deze gevolgen
blijken ook strijdig te zijn met de bedoelingen van de indieners van het amendement
en worden door het kabinet als zeer onwenselijk beschouwd. Met het amendement
van de heer Vendrik c.s., dat inmiddels door de Tweede Kamer is aangenomen,
werd beoogd binnen het overgangsrecht voor degenen die vóór
1 januari 2005 55 jaar of ouder zijn aanvullende voorwaarden te stellen.
Deze voorwaarden houden in dat bij latere uittreding een actuarieel neutrale
herrekening van VUT- en prepensioenuitkeringen dient plaats te vinden en dat
in prepensioenregelingen een mogelijkheid tot deeltijdpensionering geboden
dient te worden.
De tekst van het amendement, zoals dit is aangenomen door de Tweede Kamer,
is echter zodanig vormgegeven dat dit tevens een uitbreiding van de onder
het overgangsrecht vallende groep werknemers tot gevolg zou hebben. Anders
dan door het kabinet en de indieners werd beoogd, zou het overgangsrecht ook
gaan gelden voor werknemers die niet vóór 1 januari 2005
de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt. Dit zou, in vergelijking tot het beoogde
overgangsrecht, betekenen dat tot en met 31 december 2014 een grotere
groep werknemers gebruik zou kunnen maken van een fiscaal gefacilieerde VUT-regeling
en dat alle deelnemers aan een prepensioenregeling nog tot en met 31 december
2014 fiscaal gefacilieerd aanspraken kunnen blijven opbouwen. Uiteraard zou
een dergelijke omvangrijke verruiming van het wetsvoorstel een negatief effect
op de arbeidsparticipatie van oudere werknemers hebben, terwijl de indieners
van het amendement nu juist het tegenovergestelde wilden bereiken. Ook de
budgettaire consequenties zijn zeer fors.
Om bovengenoemde redenen en om de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel
geen onnodige vertraging te laten oplopen, heb ik besloten om het wetsvoorstel,
als gewijzigd door de aanvaarding van het amendement Vendrik c.s., zo snel
mogelijk in overeenstemming te brengen met de bedoelingen van de indieners
en van de Tweede Kamer. Ik heb daarom inmiddels bij het wetsvoorstel Langdurend
Zorgverlof (Kamerstukken II 2002/03, 28 467) een vijfde nota van wijziging
ingediend, waarmee de onvolkomenheden in het bij uw Kamer aanhangig gemaakte
gewijzigde wetsvoorstel aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en
introductie levensloopregeling (Kamerstukken I 2004/05, 29 760A), die
veroorzaakt zijn door de foutieve tekst van het amendement Vendrik c.s., worden
weggenomen. Daarnaast zijn tegelijkertijd nog een paar kleinere aanpassingen
van redactionele aard doorgevoerd.
Het wetsvoorstel Langdurend Zorgverlof is inmiddels op 14 december
jongstleden door de Tweede Kamer aangenomen, waarmee de aanvankelijke foutieve
tekst van het amendement Vendrik c.s. is gecorrigeerd.
Ik vertrouw erop uw Kamer met deze brief voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus