29 760
Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet arbeid en zorg en van enige andere wetten (Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling)

nr. 67
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 december 2005

Bij brief van 17 oktober hebt u mij gevraagd u te informeren over de reactie van de SER op mijn verzoek om de voor- en nadelen van flexibilisering van de pensioenleeftijd te betrekken bij het advies inzake het sociaal-economisch beleid op de middellange termijn.

Deze brief strekt daartoe.

Op 24 november jongstleden heb ik overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de SER over het adviesprogramma voor het komende jaar. Daarbij is van de zijde van de SER aangegeven dat men voornemens is om de voor- en nadelen van flexibilisering van de pensioenleeftijd inhoudelijk mee te nemen in het op te stellen advies over «Het wegnemen van belemmeringen voor het doorwerken na 65 jaar». Daartegen bestaat wat mij betreft geen bezwaar.

Op dit moment is nog niet duidelijk wanneer de SER het advies zal kunnen afronden.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven