nr. 39
AMENDEMENT VAN HET LID DE WIT
Ontvangen 24 november 2004
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel G, wordt artikel 18e als volgt gewijzigd:
A. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «63-jarige leeftijd»
vervangen door: 59-jarige leeftijd.
B. In het tweede lid wordt «63-jarige leeftijd» vervangen
door: 59-jarige leeftijd.
C. In het derde lid wordt «63-jarige leeftijd» vervangen door:
59-jarige leeftijd.
Toelichting
Het amendement strekt er toe om de kamerbreed aanvaarde motie Herben uit
te voeren.
In het wetsvoorstel wordt het «40-deelnemingsjaren pensioen»
geïntroduceerd. Tevens is geregeld dat dit pensioen kan ingaan op 63
jaar. Inclusief een volledig volgestort levenslooptegoed kan de vervroegde
uittreding dan ingaan op 60 jaar.
Gevolg is echter dat mensen die voor hun 20e zijn gaan werken en na 40
dienstjaren op hun 56e (begonnen op 16 jaar) of 59e (begonnen op 19 jaar)
met pensioen willen, een gat ontstaat met de 60-jarige leeftijd. Bij actuariële
herrekening van het pensioen van 70% op 63 naar een lagere leeftijd is er
dus geen sprake van een reëel pensioen. Feitelijk is er geen mogelijkheid
om na 40 dienstjaren uit te treden.
Door de leeftijd te verlagen van 63 naar 59 jaar hebben sociale partners
en pensioenfondsen de fiscaal ondersteunde mogelijkheid om uittreding na 40
dienstjaren vorm te geven, juist als op jonge leeftijd met werken is begonnen.
De Wit