29 760
Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet arbeid en zorg en van enige andere wetten (Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling)

nr. 33
AMENDEMENT VAN HET LID BIBI DE VRIES

Ontvangen 19 november 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel II, onderdeel D, wordt artikel 19g als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt onderdeel a vervangen door:

a. ten doel heeft het treffen van een voorziening:

1°. in tijd of geld uitsluitend voor een periode van extra verlof, of

2°. als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Pensioen- en Spaarfondsenwet, die uitsluitend kan worden gebruikt voor het financieren van verlof direct voorafgaande aan het ingaan van het ouderdomspensioen (levensloopprepensioenvoorziening);.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «in tijd of geld» vervangen door: in tijd, geld of levensloopprepensioen.

3. In het eerste lid wordt «een periode van extra verlof van 2,1 jaar» vervangen door: een periode van extra verlof of levensloopprepensioen van 2,1 jaar.

4. In het tweede lid wordt «voorziening» vervangen door: voorziening als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 1°.

5. Na het vierde lid worden een nieuw lid ingevoegd, luidende:

4a. Het ingevolge een levensloopregeling ter zake van levensloopprepensioenvoorziening ingehouden loon wordt als premie gestort bij een pensioenverzekeraar als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdelen a, b, of f,.

6. In het achtste lid wordt «opgebouwde voorziening» vervangen door: opgebouwde voorziening als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 1°.

II

In artikel II, onderdeel Db, wordt in artikel 22ca, eerste lid, «opgebouwde voorziening» vervangen door: opgebouwde voorziening in tijd of geld.

III

In artikel III, onderdeel Da, wordt in artikel 8.18a, eerste lid, «opgebouwde voorziening» vervangen door: opgebouwde voorziening in tijd of geld.

IV

In artikel VI wordt aan artikel 7:1 toegevoegd:

d. levensloopprepensioenvoorziening: de bij een pensioenverzekeraar als bedoeld in artikel 19g, lid 4a, van de Wet op de loonbelasting 1964, van de keuze van de werknemer aangegane voorziening als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a van de Pensioen- en Spaarfondsenwet die bestemd is voor verlof direct voorafgaande aan het ingaan van het ouderdomspensioen, waarop het ingehouden loon ter zake van een levensloopregeling als premie wordt gestort.

V

In artikel VI wordt artikel 7:2 als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «geopende levenslooprekening of afgesloten levensloopverzekering» vervangen door: geopende levenslooprekening, afgesloten levensloopverzekering of afgesloten levensloopprepensioenvoorziening.

2. In het derde lid wordt «op de levenslooprekening of als premie voor de levensloopverzekering te storten loon» vervangen door: op de levenslooprekening of als premie voor de levensloopverzekering dan wel levensloopprepensioenvoorziening te storten loon.

VI

Aan artikel VIII wordt, onder plaatsing van de letter B voor de bestaande tekst toegevoegd:

A. Aan het slot van artikel 1, eerste lid, onderdeel a van de Pensioen- en Spaarfondsenwet wordt voor de puntkomma toegevoegd; een voorziening die met toepassing van artikel 19g, eerste lid, onderdeel a, onder 2° van de Wet op de Loonbelasting wordt opgebouwd voor uitsluitend het financieren van verlof direct voorafgaande aan het ingaan van het ouderdomspensioen.

Toelichting

Dit amendement geeft de werknemer die de levensloopregeling wil gebruiken als voorziening voor de periode direct voorafgaande aan de ingangsdatum van het ouderdomspensioen ook de keuze om de voorziening onder te brengen bij een pensioenfonds of professionele verzekeraar voor een prepensioen; dus een regeling in de zin van periodieke uitkeringen die alleen tot uitkering komen bij in leven zijn op de vooraf afgesproken uitkeringsdata. Op deze voorziening is de PSW van toepassing, omdat een dergelijke regeling zich als pensioen in de zin van de PSW kwalificeert.

Bij deze vorm van levensloop geldt in de uitkeringsfase geen levensloopverlofkorting, net zo als geen levensloopverlofkorting geldt ingeval een levensloopspaartegoed wordt omgezet in een aanspraak op een ouderdomspensioen, van welk pensioen vervolgens de ingangsdatum eventueel kan worden vervroegd naar een datum vóór het bereiken van de 65ste jarige leeftijd.

Bibi de Vries

Naar boven