nr. 21
AMENDEMENT VAN HET LID BUSSEMAKER C.S.
Ontvangen 17 november 2004
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel III, onderdeel D, wordt artikel
8.14b als volgt gewijzigd:
A. Het eerste lid wordt vervangen door:
1. De ouderschapsverlofkorting geldt voor de belastingplichtige die in
het kalenderjaar gebruik maakt van zijn recht op ouderschapsverlof als bedoeld
in hoofdstuk 6 van de Wet arbeid en zorg.
B. Aan het tweede lid wordt, onder vervangen van de punt aan het slot
door een komma, toegevoegd: , met dien verstande dat de ouderschapsverlofkorting
niet meer bedraagt dan het in het voorafgaande kalenderjaar genoten belastbare
loon verminderd met het in het kalenderjaar genoten belastbare loon.
II
Artikel IV vervalt.
Toelichting
Dit amendement voorziet in het structureel maken van de voorgestelde ouderschapsverlofkorting
(onderdeel II van het amendement).
Daarnaast wordt aan de ouderschapsverlofkorting niet de voorwaarde gesteld
dat een voorziening in het kader van een levensloopregeling wordt opgebouwd
(onderdeel I, onder A). Ten slotte wordt wat de ouderschapsverlofkorting betreft
aan de omvang van de korting een maximum gesteld (onderdeel I, onder B): de
ouderschapsverlofkorting bedraagt niet meer dan het in het voorafgaande kalenderjaar
genoten belastbare loon verminderd met het in het kalenderjaar genoten belastbare
loon.
Op deze wijze wordt het treffen van regelingen voor ouderschapsverlof
gestimuleerd, en structureel gemaakt. Daarmee kan arbeidsparticipatie van jongeren, met name vrouwen worden gestimuleerd, en worden ook toekomstige
nieuwkomers op de arbeidsmarkt in de gelegenheid gesteld werk met de zorg
voor kinderen te combineren. Jongere werknemers die zich voorbereiden op het
krijgen van kinderen kunnen zo verleid worden tot sparen.
Bussemaker
Vendrik
De Wit