29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 694 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 oktober 2023

Mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid informeer ik u over het voornemen de maatregel om in het belang van de openbare orde en nationale veiligheid extremistische vreemdelingen uit Nederland te weren te versterken. Dit draagt eraan bij dat wordt voorkomen dat vreemdelingen die haat zaaien, desinformatie verspreiden, wet- en regelgeving verwerpen en onze democratische rechtsorde ondermijnen en zo onze nationale veiligheid aantasten, de kans krijgen om in Nederland hun radicale gedachtegoed uit te dragen.

In 2014 werd uw Kamer in het licht van de hoge jihadistische dreiging geïnformeerd over het actieprogramma integrale aanpak jihadisme1. Het doel van dit actieprogramma was het beschermen van de democratische rechtsstaat, het bestrijden en verzwakken van de jihadistische beweging in Nederland, en het wegnemen van de voedingsbodem voor radicalisering. Een van de maatregelen die voortkomt uit dit actieprogramma is dat buitenlandse jihadistische predikers die oproepen tot haat en geweld de toegang tot Nederland wordt geweigerd. In dit proces van toegangsweigering zijn de IND en als het gaat om visumplichtige derdelanders ook het Ministerie van Buitenlandse Zaken betrokken. Om hun taken op dit gebied te kunnen uitvoeren hebben de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de NCTV gemachtigd gegevens te verwerken met als doel extremistische predikers te kunnen duiden binnen het fenomeen jihadisme.

De NCTV heeft over het fenomeen van (jihadistisch) extremisme specifieke expertise waarover IND en het Ministerie van Buitenlandse Zaken niet beschikken. De duidingen die de NCTV op basis van deze expertise opstelt, gebruiken de IND en het Ministerie van Buitenlandse Zaken, naast alle andere beschikbare informatie, om de nodige stappen te zetten om de extremistische vreemdeling uit Nederland te weren. Bij andere beschikbare informatie kan worden gedacht aan informatie van de politie of van het lokaal bestuur. Het weren uit Nederland vindt plaats door een visum te weigeren, de vreemdeling in het Schengen Informatiesysteem (SIS) te signaleren voor grensweigering en waar aan de orde en afhankelijk van de nationaliteit, een inreisverbod of een ongewenstverklaring op te leggen.

Op dit moment kan de NCTV op verzoek van de IND uitingen van een vreemdeling alleen duiden in de context van het jihadisme. In de afgelopen jaren is de dreiging tegen de nationale veiligheid echter veranderd en meer complex geworden. Het jihadisme is nog steeds de voornaamste dreiging tegen de nationale veiligheid, maar ook een terroristische aanslag vanuit rechts-extremistische hoek is voorstelbaar. Ook eenlingen of kleine groepen, die zich vanuit anti-institutioneel extremisme tegen de overheid hebben gekeerd, of geradicaliseerde personen met een antisemitisch gedachtegoed, kunnen overgaan tot een geweldsdaad. Daarom is het belangrijk te voorkomen dat ook vreemdelingen die deze ideeën koesteren en willen uitdragen de kans grijpen dit gedachtegoed in Nederland aan te wakkeren tot gedragingen die de openbare orde en/of de nationale veiligheid aantasten.

Om de IND en het Ministerie van Buitenlandse Zaken beter in staat te stellen vreemdelingen die een extremistisch gedachtegoed uitdragen uit Nederland te weren, zullen de aan de NCTV verleende machtigingen worden uitgebreid. Extremistische uitingen die ondermijnend zijn aan de democratische rechtsorde en daarom een bedreiging kunnen vormen voor de openbare orde en/of nationale veiligheid zijn een combinatie van onder meer:

  • haat zaaien;

  • angst verspreiden;

  • doelbewust desinformatie verspreiden;

  • demoniseren en intimideren;

  • verwerpen van wet- en regelgeving;

  • pogingen om een parallelle samenleving tot stand te brengen waarbij het gezag van de Nederlandse overheid en het rechtssysteem worden afgewezen.

Deze criteria zal de NCTV op basis van de machtigingen bij de duiding betrekken. De beslissing of de toegang tot Nederland moet worden geweigerd blijft net als nu de bevoegdheid van de IND en van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

De NCTV mag op basis van de machtigingen alleen de informatie verzamelen die ook het Ministerie van Buitenlandse Zaken of de IND zouden mogen verzamelen. Dit betekent dat de NCTV alleen (persoons)gegevens mag verwerken, zoals de uitspraken of publicaties van de betreffende vreemdeling, als deze te vinden zijn in publieke (internet)bronnen. Bovendien mogen deze gegevens alleen verwerkt worden voor zover dat noodzakelijk is voor het opstellen van de gevraagde duiding.

De wijze waarop wij in Nederland met elkaar samenleven is een kostbaar goed en moet worden beschermd. Het als hier beschreven versterken van de maatregel om extremistische vreemdelingen uit Nederland te weren, draagt hier in belangrijke mate aan bij.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Kamerstuk 29 754, nr. 253.

Naar boven