Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 januari 2020
In de regeling van werkzaamheden d.d. 27 november 2019 heeft uw Kamer verzocht om
een brief naar aanleiding van berichtgeving over de aanhouding van twee verdachten
voor het voorbereiden van een aanslag in Nederland (Handelingen II 2019/20, nr. 29,
Regeling van werkzaamheden).
De politie heeft maandag 25 november jl. twee mannen van 20 en 34 jaar uit Zoetermeer
aangehouden die worden verdacht van het voorbereiden van een terroristische aanslag.
De aanhoudingen zijn het resultaat van een onderzoek door het Openbaar Ministerie
(hierna: «OM») op basis van een ambtsbericht van de AIVD. De AIVD heeft dit ambtsbericht
kunnen uitbrengen na een langdurig en intensief onderzoek.
Zoals het OM heeft aangegeven in een persbericht zijn er bij de verdachten geen vuurwapens
of explosieven aangetroffen. In een verborgen ruimte boven een plafond in de woning
van een van de mannen ontdekte de politie een werpbijl, een dolk en een mobiele telefoon
met simkaarten.
Op 28 november 2019 zijn de twee verdachten voorgeleid voor de rechtercommissaris
in Rotterdam. De rechter-commissaris heeft beide verdachten in bewaring gesteld voor
de duur van twee weken. Inmiddels zijn de twee zaken op 10 december 2019 behandeld
door de raadkamer van de rechtbank Rotterdam. Conform de vordering van de officier
van justitie is in beide zaken de gevangenhouding voor de duur van 90 dagen bevolen.
Hoogstwaarschijnlijk zullen de zaken begin maart 2020 voor het eerst op een pro forma
zitting worden behandeld.
Daar er nog immer sprake is van een lopend strafrechtelijk onderzoek, kan ik niet
ingaan op de verdere details van deze casus.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus