29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 460 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juni 2018

Tijdens de regeling van werkzaamheden van 12 juni jl. (Handelingen II 2017/18, nr. 92, Regeling van Werkzaamheden) heeft uw Kamer de regering verzocht om een brief over de onder voorwaarden in vrijheid gestelde heer Azzedine C. Hieronder geef ik uw Kamer inzicht over de schorsing van de voorlopige hechtenis.

Feitelijke gebeurtenissen

De raadkamer van het gerechtshof Den Haag heeft de voorlopige hechtenis van Azzedine C. per vrijdag 8 juni jl. geschorst. Dit is gebeurd nadat hij door het gerechtshof te Den Haag op 25 mei jl. is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren en zes maanden wegens zijn betrokkenheid bij een criminele terroristische organisatie die erop gericht was jongeren uit te laten reizen naar Syrië en Irak om daar deel te nemen aan de gewapende strijd. Tegen dit arrest is Azzedine C. in cassatie gegaan. In de zaak overweegt de raadkamer van het gerechtshof dat het, mede gelet op het standpunt van het OM, in de rede ligt dat Azzedine C. in het geval van het onherroepelijk worden van de uitspraak van het gerechtshof op 8 juni 2018 onder de voorwaarden van de voorwaardelijke invrijheidstelling in vrijheid zou worden gesteld. Azzedine C. zou per die datum ruim tweederde van zijn straf hebben ondergaan (zie art 15 van het Wetboek van Strafrecht). Het OM had aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de schorsing van de voorlopige hechtenis van Azzedine C. indien dit zou geschieden onder strikte voorwaarden.

Voorwaarden

Het gerechtshof heeft op 7 juni jl. de schorsing van de voorlopige hechtenis met ingang van 8 juni 2018 toegewezen onder een breed scala aan voorwaarden.

Zo mag Azzedine C. zich niet schuldig maken aan een misdrijf; moet hij gevolg geven aan een oproeping vanwege justitie of politie; zich houden aan aanwijzingen van de reclassering; zich melden gedurende een door de reclassering Nederland te bepalen periode met een door de reclassering te bepalen frequentie; mag hij geen contact hebben met bepaalde personen; mag hij zich in bepaalde gebieden niet begeven en mag hij geen demonstraties organiseren.

Als Azzedine C. zich niet houdt aan opgelegde voorwaarden, kan de opheffing van de schorsing worden bevolen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven