29 754 Terrorismebestrijding

27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 365 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 maart 2016

De vaste Commissie van Veiligheid en Justitie heeft mij op 24 maart 2016 om een reactie verzocht op het bericht dat een van de plegers van de aanslagen in Brussel naar Nederland is uitgezet. Hierbij doe ik u mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken de gevraagde informatie toekomen. Allereerst ga ik in op de gestelde vragen.

Indien de aanslagpleger door Turkije naar Nederland is uitgezet, op welke gronden is dat gedaan?

De Turkse autoriteiten hebben Ibrahim El Bakraoui verzocht het land te verlaten en hebben vervolgens op 14 juli 2015 een vlucht van Istanbul naar Amsterdam gefaciliteerd. De gronden daarvoor waren bij de Nederlandse autoriteiten niet bekend.

Was er een band met Nederland?

Ons was geen band met Nederland bekend.

Waren er destijds verdenkingen tegen hem van strafbare feiten? Zo ja, in welk(e) land(en) waren deze bekend? Is hij in Nederland vastgezet?

Er waren in Nederland geen verdenkingen tegen hem bekend. Betrokkene stond niet geregistreerd in de relevante opsporingssystemen. Hij heeft in Nederland niet vastgezeten.

Is Nederland bij het onderzoek naar criminele antecedenten betrokken geweest, dit in het licht van de suggestie dat België te maken had met een gebrek aan bewijs?

Nederland is niet bij dit onderzoek naar criminele antecedenten betrokken geweest.

In aanvulling op bovenstaande antwoorden op de vragen van uw Kamer, kan ik de volgende mij op dit moment bekende feiten mededelen.

Op 14 juli 2015 om 10.14 uur is op het elektronische portal van het Turkse Ministerie van Buitenlandse Zaken in de elektronische postbus van de Nederlandse ambassade te Ankara een nota geplaatst. In deze nota meldt het Turkse Ministerie van Buitenlandse Zaken dat voor een Duitse onderdaan en de Belg Ibrahim El Bakraoui een vlucht was gefaciliteerd van Sabiha Gokcen Airport naar Holland/Amsterdam op 14 juli 2015 om 10.40 uur met Pegasus Airlines. In de nota wordt verder geen enkele inhoudelijke informatie of duiding gegeven over de achtergrond van het faciliteren van de vlucht. Er wordt ook niet gevraagd om enige actie te ondernemen. De nota plus de vandaag door de Nederlandse ambassade gemaakte vertaling zijn ter informatie bij deze brief gevoegd1. Een vergelijkbare nota met betrekking tot de vlucht is op het portal ook in de postbussen van de Duitse en Belgische autoriteiten geplaatst. De Duitse nota bevatte de informatie over de Duitse onderdaan en is daar op 13 juli 2015 geplaatst. Over de Duitse onderdaan kunnen op verzoek van de Duitse autoriteiten geen nadere mededelingen worden gedaan. De Belgische nota bevatte informatie over de Belgische onderdaan en is op 14 juli 2015 op het portal geplaatst.

De in deze specifieke casus gevolgde werkwijze wijkt af van de gebruikelijke werkwijze waarbij tussen politiediensten onderling rechtstreeks wordt gecommuniceerd. Volgens de gangbare werkwijze hebben de politiediensten van Turkije contact met de politieliaison als er een uitzetting aan de orde is. Slechts in een beperkt aantal gevallen is naast rechtstreeks contact via de politielijn ook gebruik gemaakt van het elektronisch portal. Zo zijn er vanaf medio 2013 zes meldingen over uitzetting in het portal geplaatst. Van die zes meldingen zijn er vijf ook via de politielijn rechtstreeks gemeld aan de liaison. De enige die niet rechtstreeks is gemeld, betreft onderhavige casus. Ter indicatie: in 2015 zijn aan de Nederlandse politieliaison ongeveer 40 meldingen over uitzetting en terugzending via de politielijn gemeld. Bij de rechtstreekse politiemeldingen wordt er door de Turkse instanties altijd een duiding meegegeven wanneer deze terrorisme of radicalisering gerelateerd zijn.

Het portal is een door het Turkse Ministerie van Buitenlandse Zaken voor ieder land separaat gecreëerd webplatform primair als communicatiemiddel voor normaal berichtenverkeer. Of een bericht urgent is, valt pas op te maken na opening van het bericht. Vanaf het portal is niet af te lezen of de berichten wel of niet zijn gelezen. De liaisons van de Nationale Politie, de Koninklijke Marechaussee en de Immigratie- en Naturalisatiedienst melden desgevraagd dat ze betreffende nota destijds niet onder ogen hebben gekregen. Wij zullen er nogmaals bij de Turkse autoriteiten op aandringen deze berichten altijd ook rechtstreeks en tijdig met de politieliaison te delen.

Wij hebben inmiddels vastgesteld dat betrokkenen daadwerkelijk op 14 juli 2015 op de betreffende vlucht hebben gezeten. Daarbij was geen sprake van uitlevering of terugkeer vanuit hechtenis of geëscorteerde terugkeer. El Bakraoui was in het bezit van een geldig Belgisch paspoort. Op 14 juli 2015 stond El Bakraoui niet geregistreerd in systemen van Nederlandse of internationale opsporings- en inlichtingendiensten. Er was daarom geen aanleiding bij aankomst op Schiphol actie te ondernemen. Ook na 15 juli is El Bakraoui niet internationaal gesignaleerd in de daartoe bestemde systemen.

Op 15 juli 2015 meldt de Belgische politieliaison telefonisch aan zijn Nederlandse collega in Ankara dat hij informatie van de Turkse autoriteiten heeft ontvangen dat voor een Belgische onderdaan een vlucht naar Amsterdam zou zijn gefaciliteerd op 14 juli 2015. De Nederlandse liaison heeft na ontvangst van deze informatie de backoffice van de Nationale Politie in Zoetermeer (het LIRC) geïnformeerd. Door het LIRC is een naslag gedaan in de politiesystemen. In geen van de systemen is informatie over betrokkene aangetroffen. Dit is daarop door het LIRC met onze politieliaison in Ankara gedeeld. Aangezien het een Belgische onderdaan betrof, de vlucht reeds had plaatsgevonden en de naslag geen informatie had opgeleverd, was er geen aanleiding om nadere actie te ondernemen. De Duitse autoriteiten hebben over hun onderdaan geen contact met de Nederlandse collega’s gezocht.

Desgevraagd hebben de Turkse autoriteiten medegedeeld dat de Turkse president zijn uitlatingen met betrekking tot Nederland op de nota van 14 juli 2015 baseerde. Tevens hebben de Turkse autoriteiten aangegeven dat een tweede uitzetting van El Bakraoui niet heeft plaatsgevonden. Mocht er nog nadere informatie bekend worden, dan zullen wij die onverwijld aan uw Kamer mededelen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven