29 754
Terrorismebestrijding

nr. 25
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juli 2005

De vaste commissies voor Justitie en voor Binnenlandse Zaken hebben bij brief van 11 juli 2005 (29 754, nr. 24) verzocht om nadere informatie over de gevolgen van de aanslagen in Londen voor de dreiging en veiligheidssituatie in Nederland. Mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ga ik hierbij in op dat verzoek.

Zoals gemeld in de Tweede Voortgangsrapportage Terrorismebestrijding, die op 10 juni jongstleden aan uw Kamer is gestuurd, is in Nederland sprake van een substantiële dreiging. In deze situatie is geen verandering gekomen. Wel zijn na de aanslagen in Londen enkele aanvullende maatregelen genomen. Zo is het toezicht op enkele Britse objecten verscherpt en is tijdelijk de controle op het persoonsverkeer afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk aangescherpt.

Met de Britse autoriteiten wordt nauw contact onderhouden over de voortgang van het onderzoek naar de aanslagen in Londen. Zodra de ontwikkelingen daar aanleiding toe geven, zal de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van uw Kamer op de hoogte worden gesteld. Afgelopen vrijdag hebben de minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties en ik al overleg gevoerd met deze Commissie.

Woensdag 13 juli aanstaande zal in Brussel een extra JBZ-Raad plaatsvinden. Tijdens deze vergadering staan de gebeurtenissen in Londen en de mogelijke gevolgen centraal. Over de resultaten van deze bespreking zal uw Kamer worden geïnformeerd.

Na de aanslagen in Madrid en de moord op de heer Van Gogh heeft het kabinet aanvullende maatregelen genomen om Nederland zo goed mogelijk te beschermen tegen terrorisme. De gebeurtenissen in Londen hebben de noodzaak van deze maatregelen aangetoond. De zekerheid dat Nederland gevrijwaard zal blijven van terroristische aanslagen kan het kabinet echter niet geven. De inzet blijft uiteraard het zo klein mogelijk maken van de kans op een aanslag.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven