29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 215 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 december 2012

Hierbij bied ik u de samenvatting aan van het 31e Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN31) van december 2012. Het dreigingsniveau blijft staan op «beperkt».

De formele rapportageperiode van DTN31 loopt van 1 juli tot en met 30 september 2012. Recente ontwikkelingen tot en met eind november 2012 zijn echter eveneens in de analyse verwerkt.

Het DTN wordt vier keer per jaar opgesteld door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, beslaat in principe een kwartaal en is in eerste instantie bedoeld voor de Raad voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Het DTN wordt ook besproken met de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van uw Kamer.

De minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland, december 2012 (DTN31)

Dreigingsniveau

Het dreigingsniveau voor Nederland blijft vooralsnog «beperkt». Dit betekent dat de kans op een terroristische aanslag gering is, maar niet is uit te sluiten. Hiermee is het dreigingsniveau sinds november 2009 ongewijzigd. De voornaamste bron van de dreiging voor Nederland blijft op dit moment jihadistisch van aard. Dit neemt echter niet weg dat de afgelopen anderhalf jaar in delen van Europa ook andersoortige dreigingen zoals uitgaande van eenlingen of extreemrechtse terroristen duurzaam op de radar van veiligheidsautoriteiten zijn terechtgekomen. Hoewel er geen aanwijzingen zijn voor een uitstraling naar Nederland, lijkt er wel sprake van een voorlopig blijvende verandering van het Europese dreigingsbeeld.

Zorgwekkend is de situatie op de belangrijkste jihadistische strijdtonelen: er zijn meer jihadgebieden dan ooit en er is meer belangstelling voor de jihadgebieden vanuit Nederland dan ooit. In Afghanistan zijn de vooruitzichten voor de veiligheidssituatie in met name de zuidelijke en zuidoostelijke regio’s na de terugtrekking van de westerse troepenmacht minder positief dan verwacht. In Irak is er na het vertrek van de VS eind vorig jaar sprake van een verdubbeling van het aantal strijders en aanslagen. Het conflict in Syrië kan doorwerken op de dreiging tegen het Westen doordat zich daar een nieuw jihadgebied ontwikkelt met een aanzuigende werking op jihadgangers uit de Arabische wereld of zelfs ook uit Europa. Ook Egypte lijkt in toenemende mate een alternatief te vormen voor de klassieke jihadistische reisbestemmingen. Ten aanzien van Mali bestaat de zorg dat het zich als jihadistische vrijplaats verder kan ontwikkelen. Op dit moment is de dreiging voor Nederland uitgaande van de diverse strijdtonelen beperkt en vooral indirect van aard. Tegelijkertijd moet er rekening mee worden gehouden dat een aanhoudende verslechtering van de veiligheidssituatie in de diverse strijdgebieden op termijn ook verder naar Nederland kan uitstralen. De dreiging voor Nederland is namelijk in belangrijke mate een afgeleide van de internationale dreiging.

Hier komt bij dat de jihadistische dreiging in Europa als zodanig nog steeds aanwezig is. Nederland zelf blijft een aantrekkelijk doelwit voor jihadisten. Binnenlandse netwerken in Nederland blijven echter relatief zwak en zijn vooral gericht op de strijd in de islamitische wereld. Dit blijkt ook uit recente jihadreizen. Op dit moment gaat geen concrete dreiging uit van gekende teruggekeerde jihadgangers.

Aan de weerstandkant blijft de weerbaarheid van de Nederlandse bevolking – waaronder de Nederlandse moslimgemeenschappen – tegen extremisme groot. Er is, elf jaar na 9/11, sprake van een significante afname van de aandacht voor vraagstukken rondom radicalisering en terrorisme in de Nederlandse samenleving. Dit is, gezien het al jaren bestendige beperkte dreigingsniveau, een logische ontwikkeling maar kan wel de geboden waakzaamheid voor mogelijk negatieve ontwikkelingen op dit gebied doen verminderen.

Internationale context

De reacties in de islamitische wereld op de islamfilm «Innocence of Muslims» hebben laten zien hoe eenvoudig radicale moslims geloofsgenoten kunnen mobiliseren. In meer dan twintig landen gingen grote aantallen demonstranten de straat op om hun afkeer van de VS en het westen te tonen. Jihadistische krachten hebben eveneens geprobeerd de woede over de film te instrumentaliseren. Zij kunnen ook in de toekomst rekenen op een niet onaanzienlijke achterban wat betreft gewelddadige protesten en maatschappelijke onrust.

Internationale dreiging – Ontwikkelingen jihadistische strijdgebieden

De vooruitzichten voor de thuisbasis van kern al Qa’ida zijn wisselend. Allereerst is kern al Qa’ida zelf inmiddels al lang uit Afghanistan verdreven. Nu doet zich de situatie voor dat de machtsoverdracht van de internationale troepenmacht aan de Afghaanse autoriteiten schade oploopt door de toename van het aantal aanslagen van Afghaanse soldaten op ISAF-personeel. Ook de terugtrekking van ruim dertigduizend Amerikaanse soldaten, die een paar jaar geleden een extra impuls moesten geven aan de strijd tegen de Taliban, eist zijn tol. De Taliban moesten in bepaalde gebieden verslagen worden en de extra inzet diende voor de Afghaanse regering randvoorwaarden te scheppen voor het garanderen van veiligheid. In beide opzichten blijven de geboekte resultaten achter op de oorspronkelijke ambities.

In Jemen – als een ander jihadistisch strijdgebied van waaruit in het verleden dreigingen tegen het westen zijn ontplooid – is de situatie onveranderd. De invloed van jihadistische groeperingen is sinds mei 2012 weliswaar teruggedrongen, maar de veiligheidssituatie in het land blijft kwetsbaar. Al Qa’ida op het Arabisch Schiereiland (AQAS) is nog steeds gericht op het plegen van aanslagen in het Westen. Ook onder Nederlandse jihadisten is mogelijk interesse voor jihadgang naar Jemen. In Somalië is er evenmin aanleiding tot geruststelling. Hoewel het terreinverlies van en de berichten over de mogelijke afsplitsing van al-Shabaab het beeld oproepen van een groep in verval is al Shabaab nog niet verslagen. De groepering heeft nog steeds delen van het platteland in Zuid- en Centraal-Somalië onder controle. Ook gaat het geweld tegen de Somalische overheidsdoelwitten en de buitenlandse militairen in het land gewoon door. De situatie in Irak heeft met het vertrek van de VS uit Irak eind 2011 tot een opleving van de activiteiten van al Qa’ida in Irak (AQI) geleid. Het aantal jihadistische strijders alsmede het aantal aanslagen zijn meer dan verdubbeld. De waarschijnlijkheid dat AQI in het buitenland aanslagen wil plegen is wegens gebrek aan capaciteiten echter laag.

In Syrië duurt de strijd tussen het bewind en de militante oppositie onverminderd voort. Wat in maart 2011 begon met vreedzame demonstraties is inmiddels uitgegroeid tot een bloedig conflict. Hierbij zijn vele partijen van uiteenlopende signatuur betrokken: van strikt apolitiek, seculier en nationalistisch tot jihadistisch. Dit conflict kan zijn weerslag hebben op de dreiging tegen het westen. Syrië lijkt zich namelijk tot een nieuw jihadgebied te ontwikkelen met een aanzuigende werking op jihadgangers uit de Arabische wereld maar ook uit Europa. Vooralsnog zijn de jihadisten in Syrië – waaronder een enkeling uit Nederland – qua omvang en slagkracht beperkt. Ook richten zij zich niet direct tegen Europa. Overigens lijkt ook Egypte in toenemende mate een alternatief voor de klassieke jihadgebieden. In Noord-Mali hebben diverse jihadistische groepen onder aanvoering van AQIM een «safe haven» gecreëerd. Mede met het oog op een eventuele internationale militaire interventie bestaat de zorg dat Mali zich verder als jihadistisch vrijplaats ontwikkelen.

Internationale dreiging – Europa

De jihadistische dreiging in Europa is nog steeds aanwezig. Binnen Europa is de jihadistische dreiging in verschillende – deels nationaal bepaalde – gedaantes aanwezig. Bij onze zuiderburen is er sprake geweest van diverse aanhoudingen van terrorismeverdachten die zich in de strijd in Somalië of Syrië wilden mengen.

Bij onze oosterburen bestaan er zorgen over een nieuw offensief van salafisten tegen Duitsland. In Frankrijk zijn begin oktober aanhoudingen verricht die zorgen over jihadisme van eigen bodem voeden, en volgen op de kleinschalige aanslag op een joodse winkel in een voorstad van Parijs.

Op het gebied van niet-jihadistisch terrorisme leven er in Duitsland zorgen over extreemrechts terrorisme. De overheid houdt er rekening mee dat van het justitiële onderzoek naar de NSU en eventuele ondersteuners een dreigingverhogende werking zou kunnen uitgaan. Neonazistische eenlingen en cellen zouden zich kunnen richten tegen niet-westerse allochtonen, politici, politieagenten, publieke personen en joodse instellingen.

Dreiging tegen Nederland

De Nederlandse militaire inzet in islamitische landen zoals Afghanistan draagt bij aan het profiel van Nederland. Daarnaast is Nederland in de ogen van jihadisten een land waarin de islam en de profeet geregeld worden beledigd. Gedurende de onrust en de protesten na het verschijnen van de omstreden islamfilm kwam Nederland opnieuw in beeld. Op enkele jihadistische websites en ook in mainstream media in het Midden-Oosten circuleerde het bericht dat het om een Nederlandse film zou gaan.

Al enkele jaren wordt gemeld dat binnenlandse netwerken in Nederland relatief zwak zijn. Er zijn geen aansprekende leiders of sterke organisatorische verbanden. Nederlandse jihadisten zijn in de regel gefocust op de jihadstrijd elders. In dit beeld is geen verandering gekomen. Op dit moment zijn er echter geen aanwijzingen voor een concrete dreiging van gekende teruggekeerde jihadgangers.

Gewelddadige radicalisering en polarisatie

In de campagneperiode voor de kamerverkiezingen van september 2012 is gebleken dat de thema’s islam, immigratie en integratie veel minder een rol speelden dan bij eerdere verkiezingen in de afgelopen tien jaar. Het is echter nog maar de vraag hoe bestendig dit is. Verder wil de verminderde aandacht voor islamthema’s in politiek en media niet zeggen dat de weerstand bij sommige burgers tegen publieke manifestaties van de religie minder wordt. De bouw van nieuwe moskeeën bijvoorbeeld blijkt op lokaal niveau geregeld gevoelig te liggen, zoals recent bleek in onder meer Groningen, Veghel en Zoetermeer. Rondom Sharia4Holland is het de afgelopen periode opvallend rustig gebleven.

Activiteiten op het gebied van links- en rechtsextremisme geven blijk van het vermogen om nauwe aansluiting te zoeken bij actuele politieke ontwikkelingen. Aan de linkerkant deden zich op het gebied van asielrechtenextremisme geen majeure ontwikkelingen voor. Het bekladden van het huis van de bewindspersoon verantwoordelijk voor immigratie, integratie en asiel is uitdrukking van de verbreding en radicalisering van de extremistische asielrechtenbeweging en moet ook in het licht van de tentenkampen van uitgeprocedeerde asielzoekers in Nederland worden gezien. Aan de rechterkant is het aantal extremisten in Nederland sinds het begin van het vorige decennium afgenomen. In de afgelopen periode waren er geen gewelddadige acties uit de klassieke neonazistische hoek. Deze situatie in Nederland contrasteert met de situatie in de aangrenzende Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen, waar het aantal strafbare extreemrechtse gemotiveerde feiten de laatste tijd juist toeneemt.

Weerstand

De weerbaarheid van de Nederlandse bevolking tegen extremisme en geweld uit ideologische overwegingen is groot. Dit geldt onverminderd voor Nederlandse moslimgemeenschappen. Meer dan sporadisch nemen moslims niet alleen stelling tegen extremisme maar roepen ook op tot het tonen van politieke en maatschappelijke betrokkenheid. Er is, elf jaar na 9/11, sprake van een significante afname van de aandacht voor vraagstukken rondom radicalisering en terrorisme in de Nederlandse samenleving. Dit is, gezien het al jaren bestendige beperkte dreigingsniveau, een logische ontwikkeling maar kan wel de geboden waakzaamheid voor mogelijk negatieve ontwikkelingen op dit gebied doen verminderen.

Qua tegenmaatregelen is met de aanhouding van Samir A. in zijn cel wegens de verdenking van het voorbereiden van een aanslag na zijn vrijlating een potentiële toekomstige dreiging voorkomen.

Naar boven