29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 214 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 oktober 2012

Hierbij bied ik u de samenvatting aan van het dertigste Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN30) van september 2012. Het dreigingsniveau blijft staan op «beperkt».

De formele rapportageperiode van DTN30 loopt van 20 maart 2012 tot en met 30 juni 2012. Recente ontwikkelingen tot en met 18 september 2012 zijn echter eveneens in de analyse verwerkt.

Het DTN wordt vier keer per jaar opgesteld door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, beslaat in principe een kwartaal en is in eerste instantie bedoeld voor de Raad voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Het DTN wordt ook besproken met de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van uw Kamer.

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland, september 2012 (DTN30)

Dreigingsniveau

Het dreigingsniveau voor Nederland staat al sinds november 2009 op «beperkt». Hierin is ook in de rapportageperiode van DTN30 geen verandering gekomen. «Beperkt» betekent dat de kans op een terroristische aanslag gering is, maar niet is uit te sluiten. De dreiging blijft voornamelijk jihadistisch van aard. In jihadistische optiek is Nederland een legitiem doelwit. Dat is de afgelopen maanden niet veranderd.

Dat de dreiging «beperkt» is, komt mede doordat internationale jihadistische groeperingen op dit moment primair gericht zijn op de lokale of regionale conflicten en kern al Qa’ida de afgelopen jaren aanzienlijk is verzwakt. Jihadisten in Nederland zijn op hun beurt al enkele jaren vooral gericht op de jihadstrijd in het buitenland. Ook in de afgelopen maanden zijn weer enkele uitreizen naar jihadistische strijdgebieden vastgesteld. De aanwezigheid van Nederlandse jihadisten in de conflictgebieden levert niet alleen risico’s op voor de veiligheid in die gebieden, maar kan (op termijn) in potentie ook tot een hogere dreiging in Nederland zelf leiden. Op dit laatste punt wordt verderop in deze brief teruggekomen.

De binnenlandse veiligheidssituatie kan verder ook negatief worden beïnvloed door het gevaar van doorradicalisering naar geweld van personen betrokken bij groepen als Sharia4Holland (S4H). Op dit moment zijn hiervoor geen aanwijzingen. Feit blijft wel dat deze groepen het jihadistisch discours verspreiden. Verder is in de buurlanden zichtbaar dat gelijkgestemden van S4H steeds militanter worden en zelfs in verband worden gebracht met gewelddadige incidenten. Er kan dan ook niet worden uitgesloten dat bij S4H betrokken personen de methodieken van gelijkgestemden in het buitenland ook in Nederland gaan toepassen. Dit kan weer leiden tot een tegenreactie van andere extremisten en tot meer polarisatie in de samenleving. Overigens moet worden benadrukt dat S4H nog altijd weinig populair is onder moslims in Nederland en nauwelijks nieuwe sympathisanten aan zich weet te binden.

Tot slot zijn er geen aanwijzingen voor een terroristische dreiging uit andere ideologische hoeken dan vanuit het jihadisme tegen Nederland. Ervaringen uit het buitenland tonen echter aan dat ook met deze mogelijkheid rekening moet worden gehouden.

Internationale context van jihadistische dreiging

Door het uitschakelen van leden van kern al Qa’ida door vooral de aanhoudende drone-aanvallen wordt het voor dit netwerk steeds lastiger om de uitstraling als hoeder van de mondiale jihad te behouden. Dit zou op termijn kunnen leiden tot grotere autonomie van regionale jihadistische netwerken. Verder wordt er door de afnemende veiligheid van al Qa’ida in de Tribale Gebieden in Pakistan (die gelden als haar safehaven) intern gesproken over vertrek; er bestaat dan ook de mogelijkheid dat sommigen binnen al Qa’ida naar nieuwe safehavens zullen gaan zoeken.

Er zijn steeds meer indicaties dat in Syrië op beperkte schaal jihadistische elementen meestrijden met de Syrische opstandelingen. De strijd in Syrië trekt ook steeds meer de aandacht van jihadisten in verschillende westerse landen. Ook onder jihadisten in Nederland is er momenteel interesse voor de jihad in Syrië. De interesse van jihadisten uit het Westen en uit andere delen van de wereld voor de strijd in Syrië kan ertoe leiden dat dit land zich ontwikkelt tot een nieuw jihadgebied. Verder moet er rekening mee worden gehouden dat het conflict in Syrië de tegenstellingen in de regio tussen soennieten en sji’ieten verder verscherpt. De toegenomen ruimte voor jihadisten in Egypte om zich te manifesteren, zorgt ervoor dat Egypte een zekere aantrekkingskracht uitoefent op westerse jihadisten. Vastgesteld is dat zowel Egyptische als westerse jihadisten in Caïro contact zoeken met en advies vragen aan kopstukken van de oude jihadistische netwerken in Egypte. Op dit moment is vooral de situatie in de Sinaï zorgelijk. Het ontbreken van effectief gezag in dit gebied leidt ertoe dat (internationale) jihadisten er vrij spel hebben.

Tot slot heeft de anti-islamfilm Innocence of Muslims tot grote onrust geleid in de islamitische landen. Militante salafisten hebben een aanjagende rol gespeeld in het organiseren van demonstraties en soms ook gewelddadige acties tegen vooral Amerikaanse diplomatieke missies in islamitische landen.

Internationale dreiging – Ontwikkelingen jihadistische strijdgebieden

In Noord-Mali hebben de lokale jihadistische krachten de afgelopen maanden hun positie versterkt. «Al Qa’ida in de Islamitische Maghreb» (AQIM), die al jaren actief is in dit gebied, profiteert hiervan en raakt ook steeds meer verweven met de lokale jihadistische groeperingen. Door de toegenomen slagkracht van de lokale jihadistische groeperingen heeft AQIM meer mogelijkheden om haar basis in Noord-Mali te versterken. Ondertussen heeft AQIM in augustus 2012 via de nieuwszender al-Jazeera een nieuw «teken van leven» naar buiten gebracht van de in Mali ontvoerde Nederlander Sjaak Rijke. In Jemen en Somalië verliezen respectievelijk «Al Qa’ida op het Arabisch Schiereiland»/Ansar al-Sharia en al Shabaab steeds meer terrein. Dit betekent geenszins dat de jihadistische krachten in deze twee landen zijn verslagen. De groeperingen gaan gewoon door met hun strijd en passen hierbij steeds meer asymmetrische tactieken toe, zoals hit-and-run aanvallen en (zelfmoord-)aanslagen. In Kenia is sinds oktober 2011 het aantal terroristische incidenten sterk toegenomen. Directe aanleiding hiervoor is het militaire offensief van dit land in Somalië. Opvallend is dat enkele jihadisten uit het Westen in verband worden gebracht met de terroristische dreiging in Kenia. Deze westerlingen zouden ook relaties hebben met de Somalische al Shabaab.

Tot slot zijn er aanwijzingen voor een groeiende samenwerking tussen de verschillende regionale jihadistische groeperingen in vooral Afrika. Een nauwere samenwerking tussen deze groepen kan leiden tot een verhoogde dreiging in de gebieden waar die netwerken actief zijn, zowel tegen lokale als westerse doelwitten.

Internationale dreiging – Europa en Noord-Amerika

In Bulgarije is op 18 juli 2012 een aanslag op een bus met Israëlische toeristen gepleegd. Hierbij zijn zeven doden gevallen, onder wie een Bulgaarse buschauffeur en de aanslagpleger. Het is op dit moment nog niet duidelijk wie achter deze aanslag zit.

Verder was er de afgelopen periode sprake van een escalatie van geweld in België en Duitsland, waar zich salafisten met geweld tegen de overheid (België) of tegen vermeende tegenstanders van de islam (Duitsland) hebben gericht. Uit de ontwikkelingen in Duitsland blijkt dat er een dynamiek van geweldsescalatie kan ontstaan tussen aanhangers van de radicale islam en anti-islam militanten. Voorts zijn de afgelopen maanden in verschillende Europese landen jihadisten aangehouden die verdacht worden van terroristische activiteiten. Opvallend zijn de aanhoudingen van jihadisten in het Verenigd Koninkrijk vanwege aanwijzingen dat zij een aanslag wilden plegen tegen aanhangers van de anti-islamitische English Defense League. Ook hier kan het ontstaan van (gewelddadige) tegenstellingen onder extremisten worden gesignaleerd.

Dat de terroristische dreiging tevens uit niet-jihadistische hoek kan komen, is ook de afgelopen maanden weer gebleken. In Duitsland werden op 6 juni 2012 twee neonazi’s gearresteerd, die verdacht worden van het voorbereiden van een terroristische aanslag. In de VS heeft een neonazistische skinhead zes sikhs gedood toen hij op 5 augustus 2012 het vuur opende bij een sikh-tempel. Het is waarschijnlijk dat zijn daad een uitvloeisel is van zijn neonazistische opvattingen. De aanslag in de VS illustreert nogmaals de dreiging die uitgaat van gewelddadige eenlingen. Verder is in augustus 2012 de Noorse terrorist Breivik veroordeeld tot 21 jaar voor de aanslagen in de zomer van 2011, waarbij 77 slachtoffers vielen.

Dreiging tegen Nederland

Nederlandse jihadistisch georiënteerde personen en groepen zijn vooral gericht op de jihadstrijd in het buitenland. Ook in de afgelopen periode zijn weer enkele uitreizen naar jihadistische strijdgebieden vastgesteld. De aanwezigheid van Nederlandse jihadisten in jihadistische strijdgebieden zou (op termijn) negatieve gevolgen kunnen hebben voor de dreiging tegen Nederlandse belangen in het buitenland. Uitgereisde jihadisten kunnen verder anderen in Nederland inspireren om ook uit te reizen en hun contacten inzetten voor facilitering van de uitreis. Daarnaast bestaat er het risico dat teruggekeerde getrainde jihadisten met strijdervaring hun activiteiten in Nederland voortzetten. Momenteel zijn er geen aanwijzingen dat teruggekeerde jihadreizigers de intentie hebben in Nederland aanslagen te plegen. Ook moet worden benadrukt dat het aantal uitreizigers vanuit Nederland relatief gezien nog steeds beperkt is, zeker in vergelijking met enkele andere westerse landen.

Gewelddadige radicalisering en polarisatie

Hoewel de thema’s «islam» en «integratie» ook in Nederland polariserende thema’s blijven, valt op dat deze thema’s op dit moment een minder prominente rol spelen in het politieke en publieke debat. Kwesties als de financieel-economische crisis, bezuinigingen en de Europese Unie krijgen meer aandacht in de politiek en media. In België en Duitsland is er juist een toenemende polarisatie waarneembaar op vooral het thema islam en in het bijzonder het salafisme. Dit blijkt uit de verschillende (gewelddadige) incidenten die zich de afgelopen maanden in deze landen hebben voorgedaan. Deze incidenten, waarbij militante salafisten betrokken waren, leiden vooralsnog niet tot een hogere dreiging in Nederland. Er zijn op dit moment namelijk geen aanwijzingen dat S4H de meer militante tactieken van gelijkgestemden in België en Duitsland wil toepassen in Nederland. De provocerende acties van S4H, die ook de afgelopen maanden weer de nodige aandacht hebben getrokken, hebben een niet-gewelddadig karakter.

Hoewel er op dit moment geen geweldsdreiging uitgaat van S4H, is alertheid toch geboden. De scheidslijn tussen niet-gewelddadig islamistisch activisme en jihadisme is namelijk fluïde. Er bestaat dan ook het gevaar van doorradicalisering naar geweld van personen betrokken bij groepen als S4H, die stellen geweldloos te zijn maar wel het jihadistisch discours verspreiden. Ook kan niet worden uitgesloten dat S4H, net als haar evenknie in België, door agitatie krachten losmaakt die ze niet kan beheersen en die de aanzet kunnen vormen tot extremistisch geweld.

Op het terrein van dierenrechtenextremisme en links en rechts georiënteerd extremisme was het de afgelopen maanden op enkele incidenten na rustig. Radicale asielrechtengroeperingen hebben verder het «No border-netwerk» opgericht, met als doel de samenwerking en coördinatie te bevorderen tussen actoren in het asielrechtenveld. De rust in Nederland op links en rechts georiënteerd extremisme staat in schril contrast met het politieke geweld in Griekenland (zowel links als rechts) en Italië (links). In Griekenland wakkert de financieel-economische crisis de al langer levende afkeer van immigranten en illegalen onder delen van de samenleving verder aan.

Weerstand

In voorgaande DTN’s is gesteld dat de weerbaarheid van de Nederlandse bevolking tegen ideologisch geweld groot is. Er zijn geen aanwijzingen dat dit in de afgelopen periode veranderd is.

Naar boven