29 754
Terrorismebestrijding

nr. 184
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 maart 2010

In het AO terrorisme van 28 oktober jl. (Kamerstuk 29 754, nr. 170) is aan uw kamer toegezegd om inzicht te geven in de huidige situatie rondom bedreigingen van burgemeesters en wethouders. Met deze brief wil ik u informeren over de huidige situatie en de maatregelen die genomen worden. Daarnaast stel ik u met deze brief op de hoogte van het onderzoek dat ik zo spoedig mogelijk zal starten om beter inzicht te krijgen in de problematiek met betrekking tot bedreigingen van burgemeesters en wethouders.

De huidige situatie

Helaas hebben werknemers met een publieke taak in hun werk te maken met ongewenst gedrag. Tot deze werknemers behoren ook burgemeesters en wethouders.

Recent zijn verschillende incidenten van ongewenst gedrag, zoals fysiek geweld en bedreigingen, richting burgemeesters en wethouders onder de aandacht gekomen door bijvoorbeeld politie, VNG en de media.1 Schrijnende voorbeelden zijn de gijzeling van een wethouder en het wegens bedreiging onder bewaking moeten plaatsen van een burgemeester.

Door terughoudendheid bij het melden en aangeven bij de politie van agressie en geweld en doordat er geen centraal punt is waar deze specifieke gegevens worden verzameld en worden bijgehouden, is er geen duidelijk beeld van het aantal incidenten. Daarnaast zit er een sterke subjectieve beleving aan ongewenst gedrag: wat de ene persoon als bedreigend ervaart, hoeft voor een ander niet bedreigend te zijn.

Voor eenieder moet echter duidelijk zijn dat ongewenst gedrag geen onderdeel van het werk is of mag zijn. Bovendien vind ik het belangrijk dat ongewenst gedrag het animo voor het ambt van burgemeester of wethouder niet beïnvloedt.

Uit een vervolgonderzoek van mijn ministerie onder verschillende categorieën werknemers met een publieke taak blijkt dat ongewenst gedrag tegen burgemeesters en wethouders in 2009 is toegenomen ten opzichte van het jaar 2007.1 Het onderzoek heeft zich op meerdere categorieën werknemers gericht, en dus niet specifiek op burgemeesters en wethouders. De genoemde stijging is zorgwekkend, maar een algemene tendens kan op basis van dit onderzoek niet worden vastgesteld.

Huidige maatregelen

Op basis van het eerdere onderzoek in 2007 is wel een aantal maatregelen genomen.2 Ik heb op 2 oktober 2008 een convenant gesloten met het Nederlandse Genootschap van Burgemeesters (NGB). In dit convenant hebben wij afgesproken voor 2011 maatregelen te implementeren, waaronder een geweldsprotocol voor burgemeesters dat op 1 oktober 2009 is aangeboden aan het NGB.

Daarnaast is begonnen met kennis- en vaardigheidstrainingen voor nieuwe en zittende burgemeesters. In de eerste plaats betreft dat een basistraining in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld voor alle nieuwe burgemeesters. Er is tevens een trainingsmodule die wordt aangeboden aan alle zittende burgemeesters. In de derde plaats worden rondetafelgesprekken en informatieve bijeenkomsten over onder meer dit thema voor burgemeesters georganiseerd. Binnen het NGB is een functionaris specifiek belast met de aanpak van agressie en geweld in combinatie met integriteit.

Tot slot is sinds 1 oktober 2009 bij de Stichting M een vertrouwenslijn operationeel. Politieke ambtsdragers en politici kunnen hier anoniem melding maken van ongewenst gedrag. Daarnaast krijgen zij advies over het voorkomen en afhandelen van voorvallen van agressie en geweld. Deze vertrouwenslijn maakt ook gebruik van het al bestaande buddysysteem van het NGB. Het buddysysteem zorgt ervoor dat burgemeesters die geconfronteerd worden met agressie en geweld advies en steun krijgen van een collega-burgemeester. Ook voor andere politieke ambtsdragers en politici wordt een dergelijk systeem opgezet. De huidige maatregelen die onder het convenant met het NGB getroffen zijn, zijn in oktober van 2009 geïmplementeerd. Daarom is het op dit moment te vroeg om conclusies te trekken over de effectiviteit.

In enkele gevallen zijn bedreigingen tegen lokale gezagsdragers van dien aard dat beveiligingsmaatregelen dienen te worden getroffen. Wethouders en burgemeesters behoren in het stelsel bewaken en beveiligen tot de verantwoordelijkheid van het zogenoemde decentrale domein. Beveiligingsmaatregelen voor wethouders worden bepaald in de lokale driehoek. Om te voorkomen dat een burgemeester als lid van de driehoek betrokken raakt bij de besluitvorming over zijn of haar beveiligingsmaatregelen, geldt dat als een burgemeester zelf onderwerp is van dreiging de besluitvorming over de te treffen maatregelen plaatsvindt door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding. Dit betekent niet dat de betrokkene daarmee wordt toegevoegd aan het rijksdomein. De verantwoordelijkheid voor het monitoren en analyseren van dreiging en risico blijft net als bij wethouders decentraal. Er is geen verschil in de beschikbaarheid van maatregelen tussen het rijksdomein en het decentrale domein.

Toekomstige maatregelen

Het is van groot belang dat ongewenst gedrag niet als norm geaccepteerd wordt en dat hier de juiste maatregelen tegen genomen worden.

Gelet op het belang van burgemeesters en wethouders voor het goed en integer functioneren van het openbaar bestuur, een reeks van recente ernstige bedreigingen rondom hen en het ontbreken van een goed beeld van de aard, omvang en impact van het probleem, is het noodzakelijk om het probleem beter in kaart te brengen. Daarom zal ik op korte termijn aanvullend onderzoek doen naar de omvang en aard van ongewenst gedrag tegen burgemeesters en wethouders.

Ik zal de Kamer informeren over de resultaten van dit onderzoek en over eventueel aanvullende maatregelen die worden genomen. De uitkomsten van het onderzoek worden ook gebruikt als basis voor de evaluatie van de huidige maatregelen.

Het is verder niet bekend welke invloed ongewenst gedrag, of berichtgeving daarover, heeft op het animo voor het ambt van burgemeester en wethouder. Wel is uit onderzoek uit 2006 door het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen van de Rijksuniversiteit Groningen gebleken dat ongewenst gedrag nauwelijks een rol speelde bij het rekruteren van kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen.1 In opdracht van mijn ministerie werd dit onderzoek in januari en februari 2010 herhaald. De resultaten zullen in april bekend zijn.

Naast de genoemde maatregelen zal er blijvende aandacht nodig zijn voor de veiligheid van burgemeesters en wethouders. Bijvoorbeeld door het preventief controleren van het hang- en sluitwerk van de privé- en ambtswoningen. Door bewust en zorgvuldig om te gaan met privé-gegevens (bijvoorbeeld door deze niet bekend te maken op internet). En bij eventuele acties met een verhoogd risico op agressie en geweld (zoals de ontmanteling van hennepkwekerijen) van te voren een veiligheids- en beveiligingsscenario te maken om de betrokken burgemeester en/of wethouder te beschermen. Dit zijn taken van de gemeente en de politie.

Tot slot

Burgemeesters en wethouders zijn het boegbeeld van de gemeente. Om die bijzondere functie in onze democratie te kunnen vervullen moeten zij zichtbaar zijn en midden in de samenleving staan, maar dit maakt hen ook kwetsbaar. Burgemeesters en wethouders moeten hun taak op een vrije manier kunnen uitoefenen en mogen daarbij niet gehinderd worden door agressie en geweld. Omgaan met bedreigingen en andere vormen van ongewenst gedrag hoort geen onderdeel van het werk te zijn en het is van belang ongewenst gedrag niet als norm te accepteren. Dit onderwerp dient bespreekbaar te zijn, want alleen openheid over dit soort zaken zal het bestrijden ervan mogelijk maken.

Ik hoop dat burgemeesters en wethouders zich gesteund voelen door de niet-aflatende belangstelling vanuit uw Kamer voor dit onderwerp en de maatregelen die ik in samenspraak met het Nederlandse Genootschap van Burgemeesters getroffen heb.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Onder ongewenst gedrag worden verbaal geweld, discriminatie, seksuele intimidatie, fysiek geweld en overige intimidatie gerekend.

XNoot
1

Aard en omvang van ongewenst gedrag tegen werknemers met een publieke taak – Een vervolgonderzoek, oktober 2009.

XNoot
2

Aard en omvang van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak, juli 2007.

XNoot
1

G. Voerman en M. Boogers / Rekrutering door politieke partijen bij gemeenteraadsverkiezingen. Problemen en perspectieven, Groningen/Tilburg 2006.

Naar boven