29 753
Wijziging van een aantal bepalingen in de TNO-wet in verband met deregulering en modernisering en ter doorvoering van een aantal technische wijzigingen alsmede wijziging van de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek in verband met het tijdstip van vaststelling van het wetenschapsbudget en het herstel van een beroepsmogelijkheid

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 7 oktober 2004

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Zij kunnen instemmen met de voorgestelde wijzigingen omdat zij zullen bijdragen aan heldere bestuurlijke verhoudingen. Deze leden vinden het vanwege de scheiding van verantwoordelijkheden en betere verantwoording een goede ontwikkeling dat niet langer een ambtelijke vertegenwoordiger in de raad van toezicht van de Nederlandse organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) wordt benoemd. Ook vinden zij het van belang dat aanmerkelijke verschillen tussen begrote en werkelijke baten en lasten direct door de raad van bestuur aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap moeten worden gemeld. Deze leden vragen of deze bepaling ook is toegepast bij de drie andere onderzoeksinstellingen. Eveneens willen deze leden graag weten of in het kader van de verantwoording een dergelijke bepaling reeds gebruikelijk is voor andere onderzoeksinstituten en onderwijsinstellingen die publieke taken uitvoeren en of de regering op dit punt veranderingen overweegt. Tot slot willen deze leden graag weten of de administratieve lasten door deze wetswijzigingen uiteindelijk zullen afnemen dan wel zullen toenemen.

De voorzitter van de commissie,

Cornielje

Adjunct-griffier van de commissie,

Boeve


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Nieuwenhoven (PvdA), Van de Camp (CDA), Kalsbeek (PvdA), Cornielje (VVD), voorzitter, Lambrechts (D66), Hamer (PvdA), Van Bommel (SP), Vendrik (GL), Mosterd (CDA), Blok (VVD), Balemans (VVD), Slob (CU), Vergeer (SP), Tichelaar (PvdA), Joldersma (CDA), De Vries (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Eski (CDA), Eijsink (PvdA), Leerdam, MFA (PvdA), ondervoorzitter, Van Miltenburg (VVD), Kraneveldt (LPF), Hermans (LPF), Van Dam (PvdA), Visser (VVD), Azough (GL).

Plv. leden: Kruijsen (PvdA), Ferrier (CDA), Verbeet (PvdA), Rijpstra (VVD), Bakker (D66), Bussemaker (PvdA), vacature (SP), Tonkens (GL), Jonker (CDA), Hirsi Ali (VVD), Örgü (VVD), Van der Vlies (SGP), Kant (SP), Dijksma (PvdA), Hessels (CDA), Sterk (CDA), Atsma (CDA), Van Bochove (CDA), Van Hijum (CDA), Arib (PvdA), Stuurman (PvdA), De Krom (VVD), Varela (LPF), vacature (algemeen), Adelmund (PvdA), Aptroot (VVD), Halsema (GL).

Naar boven