29 745
Akte van wijziging van het Verdrag tot oprichting van het Europees Bureau voor Radiocommunicatie; Kopenhagen, 17 december 2002

A
nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 september 2004

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 9 september 2004.

De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 9 oktober 2004.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen de op 17 december 2002 te Kopenhagen totstandgekomen Akte van wijziging van het Verdrag tot oprichting van het Europees Bureau voor Radiocommunicatie (Trb. 2003, 23 en Trb. 2004, 118)1.

Een toelichtende nota bij de Akte van wijziging treft u eveneens hierbij aan.

De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. Bot

Toelichtende nota

Algemeen

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt.In deze nota wordt mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken de akte van wijziging van het op 23 juni 1993 te 's-Gravenhage totstandgekomen Verdrag tot oprichting van het Europees Bureau voor Radiocommunicatie (Trb. 1993, 152) toegelicht.

De onderhavige verdragswijziging strekt er toe de taakstelling van het Europees Bureau voor Radiocommunicatie te verbreden met taken op het terrein van telecommunicatie en postzaken.

De Europese samenwerking op het terrein van radiocommunicatie, telecommunicatie en post vindt plaats in het kader van de Conférence Européenne des Administrations des Postes et Télécommunications (CEPT). Onder de CEPT fungeren comité's voor de onderscheidenlijke werkterreinen, te weten het Comité Européen des Régulateurs Postaux (CERP) en het Electronic Communications Committee (ECC), welk comité recentelijk is ontstaan door het samengaan van het European Radiocommunications Committee (ERC) en het European Committee for Telecommunications Regulatory Affairs (ECTRA). Op de terreinen van radiocommunicatie en van telecommunicatie vindt ondersteuning plaats door resp. het European Radiocommunications Office (ERO, het Europees Bureau voor Radiocommunicatie) en het European Telecommunications Office (ETO, het Europees Bureau voor Telecommunicatie).

Het ERO is in 1991 ter ondersteuning van het ERC opgericht, op basis van een memorandum van overeenstemming. Omdat het de voorkeur had het bureau te laten functioneren op een verdragsrechtelijke basis, is op 23 juni 1993 het Verdrag tot oprichting van het Europees Bureau voor Radiocommunicatie gesloten. Dit verdrag is op 1 maart 1996 in werking getreden. Vanaf die datum geldt het Verdrag voor het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland). Van de 45 landen die deelnemen aan de CEPT zijn thans 29 landen partij bij dit Verdrag. Het besluitvormende orgaan is de Raad waarin de partijen bij het Verdrag zijn vertegenwoordigd.

Het ETO is in 1994 ter ondersteuning van het ECTRA opgericht, op basis van een memorandum van overeenstemming. Omdat het de voorkeur had ook dit bureau te laten functioneren op een verdragsrechtelijke basis, is op 1 september 1996 te Kopenhagen het Verdrag tot oprichting van het Europese Bureau voor Telecommunicatie totstandgekomen. Bij dit laatstgenoemde verdrag is het Koninkrijk niet partij.

Het ERO en het ETO zijn beide gevestigd in Kopenhagen.

Radiocommunicatie en andere vormen van telecommunicatie raken in toenemende mate verweven. Als gevolg van deze technische convergentie is het niet langer zinvol te onderscheiden tussen radio- en telecommunicatie in de Europese samenwerking in het kader van de CEPT. Om die reden is op 21 september 2001 door de CEPT besloten het ERC en het ECTRA samen te voegen tot het ECC, en om de ERO en de ETO te laten fuseren opdat de ondersteuning van de CEPT vanuit één bureau kan plaatsvinden. De onderhavige verdragswijziging strekt ertoe de juridische basis voor deze fusie te creëren. Tevens is ervoor gekozen het nieuwe bureau ook de CEPT te doen ondersteunen op het terrein van postzaken. Ingevolge de verdragswijziging gaat het bureau onder de naam European Communications Office (ECO) functioneren en worden de taken en verantwoordelijkheden van het bureau verbreed tot het terrein van elektronische communicatie en post.

Voor Nederland is de CEPT vooral van belang als forum voor Europese samenwerking ten aanzien van frequenties, nummers, interconnectie en toegang, en ter voorbereiding van de Europese opstelling in het kader van de International Telecommunications Union (ITU). Goede ondersteuning van de CEPT op het terrein van radio- en telecommunicatie blijkt voor die samenwerking van essentieel belang. Het Europees Bureau voor Communicatie zal voor die ondersteuning kunnen zorgdragen.

In de vergaderingen van de Raad van het ERO van april en oktober 2002 is besloten tot wijziging van het Verdrag tot oprichting van het Europees Bureau voor Radiocommunicatie. Daartoe is de akte van wijziging van het Verdrag tot oprichting van het Europees Bureau voor Radiocommunicatie aanvaard, onder bijvoeging van de geconsolideerde tekst van het gewijzigde verdrag als bijlage. Overeenkomstig artikel 20 van het Verdrag tot oprichting van het Europees Bureau voor Radiocommunicatie wordt de inwerkingtreding van het gewijzigde verdrag afhankelijk gesteld van de ratificatie, aanvaarding of goedkeuring door alle partijen.

2. Artikelsgewijze toelichting

De akte

De akte van wijziging van het Verdrag tot oprichting van het Europees Bureau voor Radiocommunicatie omvat twee artikelen. In artikel 1 wordt vastgesteld dat het verdrag is gewijzigd overeenkomstig de geconsolideerde tekst die als bijlage bij het wijzigingsverdrag is gevoegd. Artikel 2 voorziet in de inwerkingtreding van het wijzigingsverdrag.

Het gewijzigde verdrag (geconsolideerde tekst)

De volgende artikelen in het oprichtingsverdrag worden door de akte inhoudelijk gewijzigd:

De titel van het oprichtingsverdrag wordt gewijzigd in «Verdrag tot oprichting van het Europees Bureau voor Communicatie», in lijn met de bredere taakstelling van het bureau.

In artikel 1 is voorzien in de naamswijziging van het bureau.

Artikel 2 bevat de gewijzigde doelstellingen van het bureau. Terwijl het bureau tot nu toe alleen tot doel heeft het ERC te ondersteunen, zal het bureau ingevolge de wijziging een ondersteunende functie hebben voor het CEPT als geheel en voor alle comités die onder de CEPT ressorteren

In artikel 3 wordt de taakstelling van het bureau meer specifiek omschreven door vast te leggen dat ook tot de primaire functies het verrichten van onderzoek, het ondersteunen van de voorzitter, comités en werkgroepen van het CEPT, het beheren van de CEPT-archieven en het verspreiden van relevante informatie behoren.

In artikel 5 is naar aanleiding van de fusering van de bureaus ERO en ETO de titel van het hoofd van het bureau gewijzigd in «directeur».

Artikel 6 ziet op de Raad van het bureau. Waar krachtens de huidige bepaling de Raad van de ERO onder voorzitterschap van de voorzitter van het ERC fungeert, is voorzien dat de Raad van de ECO een voorzitter uit zijn midden benoemt, voor een periode van drie jaar.

In artikel 7 is de taakstelling van de Raad uitgebreid door de Raad verantwoordelijk te maken voor de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van het personeel van het bureau.

In artikel 12 is in het oprichtingsverdrag bepaald dat de kosten van vergaderingen van de Raad worden gedekt door de partij die de kosten heeft gemaakt. Omdat sinds enige tijd het bureau zorg draagt voor de huisvesting van de vergaderingen van de Raad, is nu voorzien dat de kosten van het bureau voor deze vergaderingen zullen worden gedekt uit de financiële bijdragen van de partijen.

Blijkens de tabel in bijlage A zal Nederland zijn huidige financiële bijdrage met vijf eenheden verhogen tot vijftien contributie-eenheden (de contributie voor het begrotingsjaar 2002 bedroeg € 56 427). Omdat de contributie bepalend is voor het stemgewicht in de Raad wordt hierdoor het stemgewicht van Nederland navenant verhoogd. Deze wijziging maakt overigens als zodanig niet deel uit van de verdragswijziging. Dergelijke wijzigingen van de bijlage kunnen worden gekwalificeerd als een uitvoeringsovereenkomst die geen parlementaire goedkeuring behoeft.

In artikel 18 is in het oprichtingsverdrag vastgelegd dat de partijen bij de toepassing van het verdrag hun verplichtingen ingevolge de EEG-verdragen in acht zullen nemen. Ook andere internationaal-rechtelijke verplichtingen worden nu onder het bereik van deze bepaling gebracht, doordat in het gewijzigde verdrag wordt gerefereerd aan verplichtingen ingevolge relevante verdragen. In het bijzonder valt te denken aan verplichtingen aangegaan in het kader van de WTO.

3. Koninkrijkspositie

De akte van wijziging van het Verdrag tot oprichting van het Europees Bureau voor Radiocommunicatie zal, evenals het Verdrag tot oprichting van het Europees Bureau voor Radiocommunicatie, wat het Koninkrijk betreft alleen voor Nederland gelden.

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven