29 742
Interpellatie inzake het achterlaten van vrouwen en kinderen in Marokko

nr. 24
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 november 2006

Op 1 en 2 juni 2006 vond te Rabat de zesde bijeenkomst van de gemengde adviescommissie Nederland-Marokko inzake het familierecht plaats. Bijgaand zend ik U de Nederlandse vertaling van het verslag van deze bijeenkomst.1

Aan de orde waren zowel familierechtelijke als nationaliteitsrechtelijke onderwerpen. Zoals uit het verslag blijkt is vooral met betrekking tot de familierechtelijke onderwerpen goede voortgang gemaakt. Zo lijkt er uitzicht op te bestaan dat de erkenning in Marokko van in Nederland gesloten huwelijken en uitgesproken echtscheidingen binnenkort snel en eenvoudig zal kunnen verlopen.

Met betrekking tot het gezag over kinderen en het onverminderd actuele vraagstuk van kinderontvoering is van Marokkaanse zijde de bereidheid uitgesproken om te handelen als waren de regels van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 (Trb 1997, 299) en het Haags Kinderontvoeringsverdrag 1980 (Trb. 1987, 139) tussen beide landen reeds van toepassing. Het gaat om een belangrijke ontwikkeling. Thans wordt, in nauw overleg met de Nederlandse Autoriteit bij beide verdragen, nagegaan hoe aan dit resultaat ook effectief handen en voeten kan worden gegeven.

Getracht wordt de thans nog af en toe voorkomende, van Marokkaanse zijde opgeworpen problemen bij kinderalimentatie (te hoge tot zelfs dubbele onderhoudsverplichtingen zouden zijn opgelegd) door een betere afstemming tussen de Nederlandse en Marokkaanse autoriteiten te beëindigen. Hierover vindt overleg met de Raad voor de rechtspraak plaats.

Waar het nationaliteitsrechtelijke vragen betreft, is er van Marokkaanse zijde op gewezen, dat binnenkort een wijziging van de Marokkaanse nationaliteitswet aan het Marokkaanse parlement zal worden aangeboden. Bespreking van dit onderwerp lijkt derhalve eerst na de aanvaarding van deze wijziging zinvol te zijn.

De volgende bijeenkomst van de gemengde adviescommissie zal in 2007 plaatshebben. Het spreekt voor zich dat ook bij die gelegenheid een verdere uitbouw en positieve ontwikkeling van de rechtsverhoudingen op de terreinen van het familierecht en het nationaliteitsrecht voor ogen zullen staan.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M. C. F. Verdonk


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven