nr. 18
VIERDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 16 januari 2006
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1
Artikel I, onderdeel C, vervalt.
2
In artikel II, onderdeel B, onder 1, wordt «krachtens» de
derde keer vervangen door: op grond van.
3
Artikel II, onderdeel C, vervalt.
4
Artikel II, onderdeel D, komt te luiden:
D
Aan hoofdstuk VII wordt een artikel waarvan de nummering aansluit op het
laatste artikel van dat hoofdstuk, toegevoegd, luidende:
Artikel #
Voor de toepassing van artikel 9, vierde lid, wordt, indien artikel 130h
van de Werkloosheidswet op de in dat lid bedoelde uitkering van toepassing
was, voor «artikel 47 of artikel 52i van de Werkloosheidswet»
gelezen: artikel 52 van de Werkloosheidswet, zoals dat artikel luidde op 31 december
2003.
5
Artikel III komt te luiden:
ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE WET WERK EN INKOMEN
NAAR ARBEIDSVERMOGEN
Artikel 58 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt
gewijzigd:
1. «39 weken» wordt telkens vervangen door: 36 weken.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Bij algemene maatregel van bestuur kan voor bepaalde groepen werknemers
het in het eerste lid bedoelde aantal van 36 weken hoger worden vastgesteld
en het in dat lid bedoelde aantal van 26 weken lager worden vastgesteld.
6
Artikel IV komt te luiden:
ARTIKEL IV. WIJZIGING VAN DE INVOERINGSWET STELSELHERZIENING
SOCIALE ZEKERHEID
In artikel 12, tweede lid, van de Invoeringswet stelselherziening sociale
zekerheid wordt «39 weken» vervangen door: 36 weken.
7
In artikel VIII vervalt de tweede zin.
Toelichting
Algemeen
Met de inwerkingtreding van de Wet Invoering en financiering Wet werk
en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet IWIA) is een aantal onderdelen van het
voorliggende wetsvoorstel overbodig geworden of dient te worden aangepast
aan de Wet IWIA (onderdelen 3 en 4). Deze vierde nota van wijziging bewerkstelligt
dit. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt enkele redactionele verbeteringen
aan te brengen (onderdelen 2 en 7) en is uit oogpunt van deregulering besloten
ten overvloede opgenomen overgangsrechtelijke artikelen te laten vervallen
(onderdelen 1, 5 en 6).
Onderdelen 1, 5 en 6
Artikel I, onderdeel C, beoogt overgangsrecht op te nemen in de Werkloosheidswet
(hierna: WW) ten aanzien van de aanscherping van de wekeneis. De overgangsrechtelijke
bepaling was bedoeld om te bewerkstelligen dat de nieuwe wekeneis niet zou
gaan gelden voor WW-uitkeringen die zijn ontstaan vóór de dag
waarop het voorliggende wetsvoorstel in werking treedt. Bij nader inzien is
dit overgangsrecht niet noodzakelijk.
Artikel 17 van de WW regelt het ontstaan van het recht op een WW-uitkering.
Voor alle personen die voor de datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel
werkloos worden, geldt dat voldaan moet zijn aan het vereiste dat in de 39
weken voorafgaande aan de eerste dag van werkloosheid in ten minste 26 weken
als werknemer arbeid moet zijn verricht. Vanaf de datum van inwerkingtreding
van het voorliggende wetsvoorstel zal er een 26 uit 36 wekeneis gelden. De
wijziging van de wekeneis heeft geen invloed op rechten die reeds voor de
datum van inwerkingtreding zijn ontstaan. Een op grond van artikel 17 van
de WW ontstaan recht, kan niet later alsnog komen te vervallen. De wekeneis
is immers uitsluitend een ontstaansvoorwaarde. Het in het wetsvoorstel
opgenomen overgangsrecht regelde dit nog eens ten overvloede. Uit oogpunt
van deregulering komt het voorgestelde overgangsrecht daarom te vervallen.
Het voorgaande geldt eveneens voor het overgangsrecht met betrekking tot
de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (artikel III, onderdeel B) en
de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid (artikel IV, onderdeel
B). De betreffende onderdelen komen daarom eveneens te vervallen.
Onderdeel 2
Dit betreft een wijziging van louter technische aard.
Onderdeel 3
De wijziging van het opschrift van hoofdstuk VII van de Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) is reeds
gerealiseerd met de inwerkingtreding van artikel 1.11, onderdeel C, van de
Wet IWIA.
Onderdeel 4
Omdat met de inwerkingtreding van de Wet IWIA reeds een artikel 63 wordt
opgenomen in de IOAW, is het noodzakelijk dat het in artikel II, onderdeel
D, van het wetsvoorstel opgenomen overgangsrecht onder een ander artikelnummer
in de IOAW wordt ingevoegd. Onderdeel 4 regelt dit.
Daarnaast is een inhoudelijke wijziging opgenomen in het desbetreffende
overgangsartikel. De tweede nota van wijziging op dit wetsvoorstel regelt
dat in artikel 9, vierde lid, van de IOAW niet uitsluitend wordt verwezen
naar artikel 47 van de WW, maar ook naar artikel 52i van de WW. Voor een toelichting
hierop wordt verwezen naar de toelichting op die nota van wijziging. Het overgangsrecht
met betrekking tot de IOAW is in de tweede nota van wijziging hierop evenwel
niet aangepast. Onderdeel 4 regelt dit alsnog.
Onderdeel 7
Aangezien de Tijdelijke referendumwet is vervallen, is de tweede zin van
artikel VIII overbodig geworden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus